RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 502715 / AO VERZ 11-130
datum uitspraak: 18 mei 2011
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEKA PERSONEEL B.V.
te Velsen-Noord, gemeente Velsen
verzoekster
hierna te noemen Deka
gemachtigde mr. A.J.P. Schram
tegen
[verweerder]
te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen [verweerder]
gemachtigde mr. J.K. den Haan
De procedure
Op 9 maart 2011 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Deka. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 4 mei 2011. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van Deka heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Deka heeft, voorafgaande aan de mondelinge behandeling, nog producties in het geding gebracht.
De feiten
1. [verweerder], 55 jaar oud, is op 6 januari 1992 bij (de rechtsvoorgangster van) Deka in dienst getreden. Hij is thans werkzaam als bedrijfsleider van het filiaal van Deka aan de [adres] te [vestigingsplaats] tegen een salaris van € 3.340,06 bruto per vier weken exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
2. Onderdeel van de functie van [verweerder] is de registratie van de door de medewerkers gewerkte uren aan de hand van hun klokkaarten en de administratie van hun ziekte-uren, (kort en bijzonder-) verlofuren en opleidingsuren.
3. [verweerder] is op 9 augustus 2010 uitgevallen voor zijn werkzaamheden wegens een rughernia. Hij is op 26 augustus 2010 aan zijn rug geopereerd. Gedurende de afwezigheid van [verweerder] wegens zijn arbeidsongeschiktheid heeft [XXX], assistent bedrijfsleider (hierna: [XXX]), zijn taken overgenomen.
4. Op 21 september 2010 heeft Deka onder meer het volgende aan [verweerder] geschreven:
“Zoals u inmiddels bekend is, staan de resultaten van ons bedrijf onder druk. […] Dit noodzaakt ons om bedrijfsbreed zeer kritisch naar omzet en kosten te kijken en waar mogelijk aanpassingen te realiseren. […] Om dit te realiseren is er besloten een korting van 3% op het aantal normuren toe te passen.”
5. [verweerder] is vanaf 29 november 2010 begonnen met het verrichten van arbeidstherapeutische werkzaamheden. Vanaf 20 december 2010 heeft [verweerder] gedurende vier dagen per week voor vier uur per dag zijn eigen werkzaamheden voor Deka hervat.
6. Op 21 februari 2011 heeft Deka [verweerder] op non-actief gesteld wegens manipulatie van de urenadministratie van een aantal medewerkers en veronachtzaming van de richtlijnen voor de uitreiking van waardecheques aan het personeel.
Het verzoek
Deka verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden. Deka stelt –samengevat – het volgende.
[verweerder] is als bedrijfsleider aansprakelijk voor de correctie registratie van verlof- en verzuimuren. Nadat Deka eind 2010/begin 2011 van medewerkers klachten kreeg over een onjuiste urenadministratie, heeft Deka in februari 2011 alle door [verweerder] geboekte uren over 2010 gecontroleerd. Daarbij is gebleken dat [verweerder] voor sommige medewerkers uren in verband met ziekte en/of bijzonder verlof heeft geboekt, terwijl die medewerkers gewoon aan het werk waren. Voorts heeft [verweerder] voor sommige medewerkers uren geboekt voor tandarts- of doktersbezoek (zogenoemde Kort Verzuim-uren), zonder dat er sprake was van verzuim. Ook heeft hij in sommige gevallen ten onrechte opleidings- en cursusuren geboekt.
Deka heeft er, gelet op de economische omstandigheden, belang bij dat de korting van 3% op het aantal normuren strikt wordt toegepast. [verweerder] dient er dan ook voor te zorgen dat de werkzaamheden binnen het filiaal binnen de urennormering worden verricht. Hij heeft die normering echter overschreden en heeft dit vervolgens trachten te maskeren met onjuiste urenboekingen. Door willens en wetens de urenregistratie te manipuleren, heeft [verweerder] zijn disfunctioneren willen verdoezelen en heeft hij het management misleid.
[verweerder] heeft bovendien niet conform de voorschriften gehandeld bij de verdeling van de waardecheques die de medewerkers van Deka als kerstpakket ontvangen. Cheques die zijn overgebleven, behoren aan Deka te worden teruggegeven. In 2010 konden twee cheques niet worden uitgereikt wegens uitdiensttreding van de betrokken medewerkers. [verweerder] heeft die cheques echter niet aan Deka teruggegeven. Een ervan bleek hij aan [XXX] te hebben gegeven, terwijl deze daar geen recht op had, en de tweede is zoekgeraakt.
Door de gedragingen van [verweerder] heeft Deka het vertrouwen in hem volledig verloren. Van Deka kan dan ook niet worden verwacht de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te laten voortbestaan, zodat deze binnen de kortst mogelijke termijn dient te worden ontbonden wegens veranderingen in de omstandigheden.
Omdat sprake is van bedrog en malversatie door [verweerder], is voor toekenning van een vergoeding geen grond.
Het verweer
[verweerder] concludeert primair tot niet-ontvankelijkheid van Deka in haar verzoek respectievelijk afwijzing van het verzoek. [verweerder] voert daartoe het volgende aan.
Deka dient niet ontvankelijk te worden verklaard in haar verzoek, nu uit het verzoekschrift niet kan worden afgeleid op welke gronden zij haar verzoek baseert. Het verzoekschrift is daarvoor te beknopt van inhoud en de later nagezonden producties heeft [verweerder] te laat ontvangen om er inhoudelijk op te kunnen reageren. [verweerder] is daardoor in zijn verweer geschaad. Dat is in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor.
[verweerder] heeft zich niet schuldig gemaakt aan bedrog en/of malversatie. Hij betwist dat hij met opzet ten onrechte uren voor ziekte, buitengewoon verlof, kort verzuim of studie/ opleidingsuren heeft geboekt. [verweerder] heeft in december 2010 en januari 2011 in totaal drie maal een fout gemaakt bij de registratie van ziekte-uren en uren voor bijzonder verlof. Die fouten zijn ontstaan in de periode dat [verweerder] ten gevolge van zijn ziekte zijn functie niet (volledig) heeft kunnen uitoefenen en [XXX] zijn taken waarnam. Alleen die drie, door [verweerder] erkende, fouten in de urenregistratie worden ondersteund door de vergelijking van de klokkaarten van de desbetreffende medewerkers met de urenadministratie. De overige verwijten baseert Deka louter op aannames en verklaringen van medewerkers die zich verlaten op hun geheugen.
[verweerder] heeft geen malversaties met de kerstcheques gepleegd. Hij had ze in december 2010 niet onder zijn beheer, omdat hij in die maand slechts vier halve dagen op het werk aanwezig is geweest, en is ervan uitgegaan dat [XXX] zich met de distributie bezig hield. [verweerder] heeft [XXX] een van de twee overgebleven cheques aangeboden als teken van erkentelijkheid voor diens inzet. [verweerder] heeft de andere cheque niet verduisterd.
Voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst is dan ook geen aanleiding. De ontbinding zou bovendien, mede gelet op de leeftijd en lichamelijke conditie van [verweerder] - hij zal nog geruime tijd beperkt inzetbaar zijn - , zeer ernstige gevolgen voor hem hebben. Zijn perspectieven op de arbeidsmarkt zijn zeer ongunstig, gelet op het feit dat hij vanaf zijn 17e al in de supermarktbranche werkzaam is en geen andere werkervaring heeft.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van € 150.611,40. Deze vergoeding is gebaseerd op een bruto maandinkomen van € 4.183,40, inclusief vakantiegeld, toeslag ATV en toeslag avondverkoop, 24 gewogen dienstjaren en een correctiefactor van C = 1,5.
De beoordeling
1. De kantonrechter stelt vast dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod. [verweerder] is thans weliswaar nog voor 50% arbeidsongeschikt, maar niet is gebleken dat het ontbindingsverzoek is gebaseerd op zijn arbeidsongeschiktheid.
2. Vast staat dat in het gesprek op 21 februari 2010 de gronden waarop Deka het ontbindingsverzoek baseert, gedetailleerd met [verweerder] zijn besproken. [verweerder]s verweer dat hij ten gevolge van het beknopte verzoekschrift niet in staat is geweest om zijn reactie daarop genoegzaam voor te bereiden, wordt daarom verworpen. Het voorgaande brengt mee, dat Deka in haar verzoek kan worden ontvangen, althans voor zover dit is gebaseerd op een verandering in de omstandigheden.
3. Deka heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling het verzoek tevens op een dringende reden gebaseerd. [verweerder] is daardoor in zijn verweer geschaad, zodat Deka in zoverre niet ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek.
4. De door Deka in het geding gebrachte schriftelijke verklaringen van een aantal van haar medewerkers, vormen op zichzelf onvoldoende onderbouwing van haar stelling dat [verweerder] zich heeft schuldig gemaakt aan het willens en wetens manipuleren van de urenregistratie voor het door hem geleide filiaal van Deka. De drie door [verweerder] erkende fouten in de urenregistratie vormen onvoldoende grond om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Deka heeft ter zitting verklaard dat met betrekking tot de andere fouten in de urenadministratie geen vergelijking met klokkaarten heeft kunnen plaatsvinden, omdat Deka die klokkaarten niet in haar administratie heeft aangetroffen. Dit komt volgens Deka voor risico van [verweerder], omdat hij heeft verzuimd de klokkaarten aan de personeelsadministratie te sturen.
5. [verweerder] heeft gemotiveerd betwist dat hij de klokkaarten niet aan de personeelsadministratie heeft gestuurd. Gelet op het feit dat de klokkaarten, zoals Deka ter zitting uiteen heeft gezet, gedurende acht tot tien maanden op de personeelsadministratie worden bewaard om, bij een klacht van een medewerker, te kunnen dienen als verificatie van de in het systeem ingevoerde uren, had het op de weg van Deka gelegen om eerder bij [verweerder] (of zijn plaatsvervanger [XXX]) ‘aan de bel te trekken’ en navraag te doen naar de klokkaarten, toen deze niet arriveerden. Door dit niet te doen, heeft Deka het risico genomen, dat de kaarten in het ongerede zouden raken. Het ontbreken van de klokkaarten in de personeelsadministratie dient daarom voor haar risico te komen.
6. Deka verwijst voorts naar een overzicht van de ziekte-, kort verlof- en bijzonder verlofuren die in 2010 golden voor de diverse filialen, waaronder dat van [verweerder]. Daaruit blijkt volgens Deka, dat in het filiaal van [verweerder] uitzonderlijk veel verzuimuren zijn geregistreerd in vergelijking met even grote filialen en zelfs met het grootste filiaal. Naar het oordeel van de kantonrechter vormen deze cijfers op zichzelf echter geen rechtvaardiging voor die conclusie, nu gegevens waaraan zij kunnen worden gerelateerd ontbreken, zoals omvang en samenstelling van het personeelsbestand. Een groot deel van de verzuimuren in het filiaal waar [verweerder] werkt, valt bovendien toe te schrijven aan diens arbeidsongeschiktheid.
7. [verweerder] heeft gemotiveerd betwist dat hij malversatie heeft gepleegd met de kerstcheques. Ook indien de door Deka gestelde toedracht zou komen vast te staan, dan vormt dit op zichzelf onvoldoende grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Al het voorgaande in overweging nemende, komt de kantonrechter tot de conclusie, dat er geen gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
8. Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- verklaart Deka niet ontvankelijk in haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden;
- wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verandering in de omstandigheden af;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.