Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 188184 / KG ZA 11-587
Vonnis in kort geding van 16 februari 2012
in de zaak van
1. [A],
wonende te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] BEHEER B.V.,
gevestigd te [plaats],
eisers,
advocaat mr. D.G. Veldhuizen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] BEHEER B.V.,
gevestigd te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C] BEHEER B.V.,
gevestigd te [plaats],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D] BEHEER B.V.,
gevestigd te [plaats],
gedaagden,
advocaat mr. A.J. van der Veen te Haarlem.
Partijen zullen hierna [A] en [A] Beheer (gezamenlijk [eisers]) onderscheidenlijk [B] Beheer, [C] Beheer en [D] (gezamenlijk [gedaagden]) genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de mondelinge behandeling;
de pleitnota van [eisers];
de pleitnota van [gedaagden]
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Schildersbedrijf [A] B.V. (hierna: Schildersbedrijf [A]) is een schildersbedrijf. [D] is aandeelhouder en bestuurder van Schildersbedrijf [A]. De aandelen in [D] worden gehouden door [A] Beheer, [C] Beheer en [B] Beheer. In 2001 zijn [A] Beheer, [C] Beheer en [B] Beheer aangesteld als statutair bestuurder van [D].
2.2. Per 30 oktober 2000 zijn [A] Beheer, [C] Beheer en [B] Beheer managementovereenkomsten met Schildersbedrijf [A] aangegaan. De managementovereenkomst van [A] Beheer luidt – voor zover van belang – als volgt:
MANAGEMENTOVEREENKOMST
De ondergetekenden:
I. (Schildersbedrijf [A])
en
II. ([A] Beheer), hierna te noemen Management B.V.
In aanmerking nemende:
- dat partijen hun onderlinge rechtsverhoudingen voortvloeiende uit de directievoering door Management B.V. ten behoeve van de vennootschap nader wensen te regelen en vast te stellen, zulks te doen bij overeenkomst, welke komt te luiden als volgt:
Verklaren te zijn overeengekomen:
Artikel 1 - opdracht
1. Management B.V. is met ingang van 1 januari 2000 benoemd tot statutair directeur van de vennootschap; als zodanig heeft zij alle rechten en verplichtingen, taken en bevoegdheden, die in de statuten van de vennootschap aan de directeur zijn toegekend, respectievelijk opgelegd.
2. Management B.V. is voorts verplicht alles te doen en na te laten wat een goed directeur behoort te doen en na te laten en zal zich naar beste vermogen inzetten om de belangen van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming(en) zoveel mogelijk te bevorderen.
3. Voor de feitelijke uitvoering van voormelde opdracht wordt door Management B.V. ingezet de heer [A]; Management B.V. is bevoegd doch niet verplicht naast of in plaats van de heer [A] ook andere personen in te zetten voor de feitelijke uitvoering van de hiervoor vermelde opdracht, een en ander echter eerst na voorafgaande schriftelijke toestemming door de vennootschap, aan welke toestemming door de vennootschap voorwaarden kunnen worden verbonden.
(…)
Artikel 2 - beheersvergoeding
1. Als beheersvergoeding ontvangt Management B.V. jaarlijks een bedrag van f 125.000 (zegge: honderdvijfentwintigduizend gulden) exclusief BTW; uit te betalen in maandelijkse termijnen van f 10.416,67.
(…)
Artikel 4 - looptijd en beëindiging
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Deze overeenkomst eindigt in ieder geval, zonder dat opzegging is vereist, op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de directeur van de Management B.V., de heer [A], de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, op het tijdstip waarop de heer [A] zijn arbeidsverhouding met de Management 13.V. verbreekt, alsmede door faillissement, dan wel surseance van betaling van de Management B.V.
3. Behoudens om een reden als bedoeld in artikel 4 onderdeel 2 kan deze overeenkomst door de vennootschap niet worden opgezegd aan de heer [A], indien deze door een omstandigheid als bedoeld in artikel 5 geheel of gedeeltelijk verhinderd is werkzaamheden te verrichten, tenzij die omstandigheid zich heeft uitgestrekt over de periode langer dan twee aaneengesloten kalenderjaren zoals omschreven in artikel 5 onderdeel 1 en 2 van deze overeenkomst.
4. De overeenkomst eindigt eveneens, wanneer de Management B.V. geen aandelen meer houdt in de vennootschap.
5. Indien een der partijen een of meer van haar uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt en niet binnen dertig dagen nadat de andere partij haar schriftelijk in gebreke heeft gesteld, alsnog voor een juiste nakoming van deze overeenkomst zorgdraagt, zal de andere partij deze overeenkomst kunnen opzeggen zonder tot inachtneming van enige opzegtermijn gehouden te zijn.
6. Ieder der partijen is gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen indien de andere partij wordt failliet verklaard, surséance van betaling aanvraagt, een regeling met al haar crediteuren treft of wordt ontbonden.
7. De vennootschap is bovendien gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen indien in strijd wordt gehandeld met een der bepalingen van artikel 3 van deze overeenkomst.
8. Iedere opzegging dient te geschieden bij een aan de wederpartij gericht aangetekend schrijven, dan wel deurwaardersexploot.
9. Het bepaalde in lid 5 van dit artikel laat onverlet de mogelijkheid van ieder der partijen tot het instellen van andere rechtsmiddelen.
2.3. Feitelijk wordt de directie van Schildersbedrijf [A] gevormd door de natuurlijke personen [A], [C] en [B]. De taakverdeling is als volgt. [B] is algemeen directeur en houdt zich bezig met financiën, personeelsbeleid, in- en verkoop en planning. [C] houdt zich bezig met calculatie, beglazing, automatisering en is VCH coördinator. [A] houdt zich voor 90% bezig met calculatie en voor het overige met telefonie- en wagenparkbeheer.
2.4. Bij brief van 17 november 2011 hebben [B] Beheer en [C] Beheer een aandeelhoudersvergadering van [D] uitgeschreven d.d. 5 december 2011 met als enig agendapunt het ontslag van [A] Beheer als statutair bestuurder van [D]. Daarnaast is een aandeelhoudersvergadering van Schildersbedrijf [A] uitgeschreven met als enig agendapunt de opzegging van de managementovereenkomst tussen Schildersbedrijf [A] en [A] Beheer. De oproepingsbrief gericht aan [A] luidt – voor zover van belang – als volgt:
Volendam, 17 november 2011
Geachte heer [A], Beste [naam],
Hierbij nodigen wij jou, in jouw hoedanigheid van statutair bestuurder van [D] Beheer B.V. en van Schildersbedrijf [A] uit voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van [D] Beheer B.V. en van Schildersbedrijf [A] B.V. De vergaderingen zullen gehouden worden op maandag 5 december 2011 te 10.00 uur op de locatie als vermeld in de bijgevoegde agenda’s. Eerst zal de aandeelhoudersvergadering van [D] Beheer B.V. plaatsvinden en direct erachteraan de vergadering van Schildersbedrijf [A] B.V.
Het enige agendapunt zal zijn het voorstel om [A] Beheer B.V. te ontslaan als statutair bestuurder van [D] Beheer B.V. Tevens zal de managementovereenkomst tussen Schildersbedrijf [A] B.V. en [A] Beheer B.V. worden opgezegd. De redenen van het voorgenomen besluit zijn jou bekend. Kort samengevat komt het er op neer dat de overige bestuurders van de beide vennootschappen geen mogelijkheid meer zien tot een vruchtbare samenwerking met jou in de toekomst.
In de aandeelhoudersvergaderingen kun jij jouw mening geven over het voorgenomen ontslag en kun je gebruik maken van jouw raadgevende stem als bestuurder. Voor de volledigheid voegen wij de beide agenda’s bij.
Tijdens de aandeelhoudersvergaderingen kun jij je ook laten bijstaan door een adviseur. Wel zouden wij graag van tevoren van je vernemen of je naar de aandeelhoudersvergaderingen komt en zo ja, of je alleen komt of met een adviseur. Je mag ook een schriftelijke mening en raadgevende stem aan ons sturen voorafgaande aan de vergaderingen.
2.5. De oproepingsbrief gericht aan [A] Beheer luidt – voor zover van belang – als volgt:
Volendam, 17 november 2011
Geachte heer [A], Beste [naam],
Hierbij nodigen wij [A] Beheer B.V., in haar hoedanigheid van aandeelhouder, uit voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van [D] Beheer B.V. De vergadering zal gehouden worden op maandag 5 december 2011 op het tijdstip en de locatie als vermeld in de agenda. Het enige agendapunt zal zijn het voorstel om [A] Beheer B.V. te ontslaan als statutair bestuurder van [D] Beheer B.V. Zowel [A] Beheer B.V. als de heer [A] voeren hun taak als bestuurder onbehoorlijk uit. Dat blijkt onder meer uit het feit dat er niet of nauwelijks overleg plaatsvindt met de medebestuurders, de communicatie zeer moeizaam verloopt, de werkwijze en visie op calculeren en leidinggeven verschilt met die van de medebestuurders, het onheuse gedrag van de heer [A] jegens klanten en voorts de slechte samenwerking met de medewerkers van Schildersbedrijf [A] B.V. De onbehoorlijke taakuitvoering van de vennootschap en de heer [A] als bestuurder gaat ten koste van de bedrijfsvoering.
Hierbij nodigen wij [A] Beheer B.V., in haar hoedanigheid van aandeelhouder, tevens uit voor Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Schildersbedrijf [A] B.V. De vergadering zal gehouden worden op maandag 5 december 2011, op het tijdstip en de locatie als vermeld in de agenda. Het enige agendapunt zal zijn het voorstel om de managementovereenkomst tussen Schildersbedrijf [A] B.V. en [A] Beheer B.V. op te zeggen.
Voor de volledigheid voegen wij de agenda’s bij.
2.6. Bij brief van 25 november 2011 heeft de advocaat van [eisers] verzocht om een nadere toelichting op het voorgenomen ontslagbesluit en de voorgenomen opzegging van de managementovereenkomst. Tevens heeft de advocaat het aanbod gedaan om – al dan niet via inschakeling van een derde – te onderzoeken of een oplossing kan worden bereikt met als doel de continuering van de samenwerking.
2.7. Op 5 december 2011 hebben de aandeelhoudersvergaderingen van [D] en Schildersbedrijf [A] plaatsgevonden. [eisers] hebben hun standpunt op de vergaderingen naar voren gebracht. [A] Beheer is op 5 december 2011 als bestuurder van [D] ontslagen. Per diezelfde datum is de managementovereenkomst tussen [A] Beheer en Schildersbedrijf [A] opgezegd.
3. Het geschil
3.1. [Eisers] vorderen – samengevat – primair dat gedaagden (hoofdelijk) [A] en [A] Beheer binnen 48 uur na betekening van het vonnis toe laten tot het verrichten van werkzaamheden als calculator en directielid, onder de in de managementovereenkomst overeengekomen financiële voorwaarden, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Subsidiair vorderen [eisers] een voorschot van € 75.000,- op vervangende schadevergoeding, vermeerderd met rente. [eisers] vorderen voorts veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
3.2. [Gedaagden] voeren verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [Eisers] hebben aan hun vordering het volgende ten grondslag gelegd.
[A] Beheer is ten onrechte ontslagen als bestuurder van [D]. De ernstige verwijten die [gedaagden] [eisers] maken, worden niet door feiten gedragen en zijn nimmer op zorgvuldige wijze met [eisers] besproken, laat staan op papier gezet. [gedaagden] hebben ondanks een daartoe strekkend verzoek van [eisers] geen toelichting op de voorgenomen besluiten gegeven. [Eisers] hebben zich hierdoor onvoldoende kunnen voorbereiden op de aandeelhoudersvergaderingen. [Gedaagden] hebben aldus in strijd met de wettelijke en statutaire bepalingen omtrent hoor- en wederhoor gehandeld.
Voorts zou [A] Beheer volgens [gedaagden] haar bestuurstaken onvoldoende uitvoeren, terwijl [A] feitelijk nagenoeg volledig als calculator werkzaam is geweest. Er is nimmer discussie geweest over de omvang of kwaliteit van de door [eisers] verrichte bestuurstaken. Eveneens is onjuist dat [A] onheus gedrag zou vertonen jegens klanten en medewerkers. Voorts zou [A] niet over de toekomst van de onderneming willen praten. [A] heeft zich echter nimmer verzet tegen een noodzakelijke reorganisatie, maar hij heeft zijn twijfels geuit bij de adviserende rol van Deloitte. Deloitte ontpopte zich namelijk als de persoonlijke belangenbehartiger van [B] en niet van de onderneming. Het ontslagbesluit is op grond van het voorgaande niet rechtsgeldig tot stand gekomen en is in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Het opzeggen van de managementovereenkomst met [A] Beheer is in strijd met de opzeggingsbepalingen in de managementovereenkomst en is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar ex artikel 6:2 en 6:248 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). [Eisers] heeft de managementovereenkomst nimmer geschonden, laat staan dat [Eisers] in de gelegenheid is gesteld alsnog voor juiste nakoming zorg te dragen ex artikel 4.5 van de managementovereenkomst. Het opzeggen van de managementovereenkomst leidt daarnaast tot ernstige reputatieschade en financiële schade voor [A], die 29 jaar met veel plezier voor het familiebedrijf werkzaam is geweest.
Voor zover een terugkeer van [A] als calculator en bestuurder niet meer mogelijk is, hadden [gedaagden] een opzegtermijn van 12 maanden in acht moeten nemen, zodat [eisers] thans vervangende schadevergoeding toekomt, aldus nog steeds [eisers]
4.2. [Gedaagden] hebben tot hun verweer aangevoerd dat er al jaren niet met [A] te communiceren valt. Toen het goed ging met de onderneming was dat nog niet zo’n probleem, maar nu er door de financiële crisis belangrijke besluiten genomen moeten worden om de toekomst van de onderneming te waarborgen, dienen alle neuzen dezelfde kant op te staan. Juist in die situatie wringt het gebrek aan communicatie en samenwerking. Tussen de bestuurders vond wekelijks overleg plaats, waarbij [A] nooit vragen stelde en geen enkele inbreng had. Feitelijk was hij werknemer en geen bestuurder. De aanmerkingen op zijn functioneren en het totale gebrek aan communicatie zijn uiteraard wel met [A] besproken. [A] kwam echter steeds met verwijten en haalde oude koeien uit de sloot. Een gesprek verzandde daarmee telkens in welles-nietes. Dit had tot gevolg dat er steeds minder met [A] werd besproken, omdat het toch geen zin had. Met het functioneren van [A] als calculator is niets mis, maar ook daar leidt de communicatie die samenhangt met het werk als calculator tot problemen.
Het is niet juist dat [gedaagden] uit zouden zijn op de aandelen van [A]. [B] heeft zelfs zijn eigen aandelen aangeboden, maar omdat [C] vervolgens aangaf onder geen beding alleen met [A] te willen doorgaan, heeft [B] dat aanbod in het belang van de onderneming weer ingetrokken.
Het ontslagbesluit van [A] Beheer is rechtsgeldig genomen, zodat een terugkeer als bestuurder niet meer mogelijk is. De managementovereenkomst is eveneens rechtsgeldig opgezegd. Doordat [A] Beheer als bestuurder ontslagen is, kan [A] Beheer nimmer uitvoering geven aan de managementovereenkomst. Het is bestendige jurisprudentie dat de managementovereenkomst eindigt bij ontslag van de bestuurder. Een terugkeer van [A] als calculator is derhalve evenmin mogelijk, te meer nu ook dan de communicatieproblemen een rol blijven spelen. Een opzegtermijn van 12 maanden is gezien de feiten en omstandigheden irreëel, zodat het gevorderde voorschot eveneens te hoog is, aldus nog steeds [gedaagden]
Het ontslag van [A] Beheer als bestuurder van [D]
4.3. Vooropgesteld dient te worden dat een bestuurder van een besloten vennootschap te allen tijde kan worden ontslagen door het orgaan dat bevoegd is bestuurders te benoemen, in dit geval de algemene vergadering van aandeelhouders. Het ontslagbesluit dient evenwel niet strijdig te zijn met de uit artikel 2:8 BW voortvloeiende eisen van redelijkheid en billijkheid. [eisers] hebben in dat verband aangevoerd dat in strijd met het beginsel van hoor- en wederhoor is gehandeld. Uit de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting is echter gebleken dat [eisers] in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze op het voorgenomen besluit in de aandeelhoudersvergadering naar voren te brengen. [eisers] hebben van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt door tijdens de aandeelhoudersvergadering een schriftelijke verklaring voor te dragen, waarna het ontslagbesluit alsnog is genomen. Van schending van het beginsel van hoor en wederhoor is derhalve geen sprake.
[Eisers] hebben voorts aangevoerd dat de inhoudelijke gronden die aan het ontslagbesluit ten grondslag worden gelegd onjuist zijn. De voorzieningenrechter constateert dat partijen hierin lijnrecht tegenover elkaar staan. Volgens [gedaagden] valt er al jaren niet te communiceren met [A] en mondt elke poging tot een gesprek uit in welles-nietes, terwijl [A] juist [B] gebrekkige communicatie verwijt en zich verder van geen kwaad bewust is. Gelet op de beperkingen van de kort geding procedure kan niet worden vastgesteld wie op dit punt het gelijk aan zijn zijde heeft. Voorshands heeft [A] evenwel niet aannemelijk gemaakt dat (de totstandkoming van) het ontslagbesluit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De geschetste feiten en omstandigheden zijn daartoe onvoldoende, nog daargelaten dat het petitum van de dagvaarding ook niet strekt tot vernietiging van het ontslagbesluit. Nu voorts niet is gesteld of gebleken dat het ontslagbesluit in strijd is met enig ander wettelijk of statutair voorschrift, blijft het ontslagbesluit onaangetast. De vordering tot wedertewerkstelling van [A] Beheer als bestuurder van [D] zal derhalve worden afgewezen.
De opzegging van de managementovereenkomst
4.4. Als uitgangspunt heeft te gelden dat een besluit tot ontslag van een statutair bestuurder in beginsel ook de beëindiging van de managementovereenkomst tot gevolg heeft. De te verrichten werkzaamheden uit hoofde van de managementovereenkomst hangen doorgaans immers nauw samen met de hoedanigheid van bestuurder. Een ontslag van de bestuurder maakt uitvoering van de managementovereenkomst dan onmogelijk, zodat ook de managementovereenkomst eindigt. In de omstandigheden van het onderhavige geval ziet de voorzieningenrechter evenwel aanleiding om af te wijken van dit uitgangpunt. Hiertoe is redengevend dat het statutair bestuurderschap van [A] Beheer in de praktijk geen enkele rol speelt bij het invulling geven aan de managementovereenkomst. Niet in geschil is immers dat de werkzaamheden van [A] voor 90% bestaan uit calculatie en voor het overige uit telefonie- en wagenparkbeheer en dat van het uitvoeren van bestuurderstaken amper of geen sprake is (geweest). Waar partijen altijd een invulling aan de managementovereenkomst hebben gegeven die erop neer kwam dat [A] Beheer nagenoeg geen bestuurderstaken vervulde, kunnen [gedaagden] [A] Beheer thans niet tegenwerpen dat [A] Beheer zonder het bestuurderschap geen uitvoering meer kan geven aan de managementovereenkomst. Partijen hebben immers zelf de samenhang tussen het bestuurderschap en de managementovereenkomst losgelaten.
Daar komt bij dat [gedaagden] volstrekt niet aannemelijk hebben gemaakt dat [A] niet meer als calculator aan de slag zou kunnen gaan. Vast staat dat het calculatiewerk op zichzelf naar tevredenheid werd uitgevoerd door [A]. De enkele stelling dat ook in die functie het gebrek aan communicatie tot problemen leidt en ‘dat het zo niet langer kan’, is onvoldoende om [A] niet meer toe te laten tot het uitvoeren van calculatiewerk, te meer nu niet is gebleken van serieuze pogingen de gestelde communicatieproblemen – eventueel met behulp van een externe partij – op te lossen. Mede in aanmerking genomen de langdurige relatie tussen [eisers] en Schildersbedrijf [A] en de ingrijpende (financiële) gevolgen die het opzeggen van de managementovereenkomst met zich brengt voor [eisers], had het op de weg van [gedaagden] gelegen de gerezen problemen op een andere manier aan te pakken.
Nu het ontslagbesluit niet aan de opzegging van de managementovereenkomst ten grondslag kan worden gelegd en voorts niet is gebleken van een andere rechtsgeldige opzeggingsgrond, moet worden geoordeeld dat de managementovereenkomst in stand is gebleven. De vordering tot wedertewerkstelling van [A] Beheer uit hoofde van de managementovereenkomst zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat de invulling van de werkzaamheden zal plaatsvinden overeenkomstig de wijze waarop partijen daaraan in de praktijk altijd al invulling hebben gegeven, te weten calculatie en telefonie- en wagenparkbeheer. De voorzieningenrechter geeft partijen in dat verband in overweging om op korte termijn een onafhankelijke derde in te schakelen teneinde tot een werkbare situatie te komen.
Gelet op de ter zitting gebleken weigerachtigheid van [gedaagden] om een terugkeer van [A] als calculator zelfs maar in overweging te nemen, acht de voorzieningenrechter het aangewezen een dwangsom op te leggen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.5. [Gedaagden] zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op:
- dagvaarding € 90,81
- griffierecht 1.789,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 2.695,81
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt [gedaagden] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis [eisers] zonder enige beperking toe te laten tot het verrichten van werkzaamheden als calculator conform de in het kader van de managementovereenkomst overeengekomen financiële voorwaarden,
5.2. veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan [eisers] een dwangsom te betalen van € 5.000,- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 150.000,- is bereikt,
5.3. veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 2.695,81,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Sicking en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 16 februari 2012.?