vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 191115 / KG ZA 12-157
Vonnis in kort geding van 13 april 2012
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats], [land],
eiser,
advocaat mr. R.D. van Andel te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IDEXX EUROPE B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
gedaagde,
advocaat mr. T. van der Windt te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Idexx genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 7,
- het faxbericht van 10 april 2012 (om 09.24 uur ontvangen) van de zijde van [eiser] met productie 8,
- het faxbericht van 10 april 2012 (om 17:00 uur ontvangen) van de zijde van Idexx met producties 1 tot en met 6,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 11 april 2012 te 09.00 uur,
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Idexx.
1.2. Voorafgaand aan de eerste termijn heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen de door Idexx ingediende producties omdat deze producties niet conform het Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie tenminste 24 uur vóór de terechtzitting zijn ingediend. De voorzieningenrechter heeft, na hoor en wederhoor, dat bezwaar ter zitting gehonoreerd. Idexx heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen de door [eiser] op 10 april 2012 ingediende producties, omdat deze producties evenmin tenminste 24 uur vóór de terechtzitting zijn ingediend. De voorzieningenrechter heeft, na hoor en wederhoor, ook dit bezwaar ter zitting gehonoreerd. De producties 1 tot en met 6 van Idexx en de productie 8 van [eiser] worden daarom buiten beschouwing gelaten.
1.3. [Eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling voorafgaand aan de eerste termijn zijn eis gewijzigd. Aangezien Idexx zich hiertegen niet heeft verzet wordt die wijziging toegestaan.
1.4. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Idexx behoort tot de Idexx Labratories groep van ondernemingen met een Amerikaanse aandeelhouder aan het hoofd van de groep. Idexx legt zich toe op het ontwikkelen en verhandelen van producten en diensten voor de veterinaire-, voedingsmiddelen- en waterindustie.
2.2. [Eiser] is sinds 17 juli 2006 bij Idexx in dienst als Vice President, general manager Europe en statutair directeur.
2.3. [A] (hierna: [A]) was werkzaam bij Idexx, als eventscoördinator en senior personal assistent, van onder meer [eiser].
2.4. Uit forensisch onderzoek van PricewaterhouseCoopers Advisory NV (hierna: PwC) is gebleken dat [A] in de periode januari 2009 tot en met december 2011 ongeveer € 450.000,00 in dienstbetrekking heeft verduisterd.
2.5. Op 27 maart 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser], zijn leidinggevende [B], Corporate Vice President International, en HR-director [C]. Tijdens dat gesprek is het vertrouwen in [eiser] opgezegd en heeft hij een brief ontvangen. In die brief d.d. 27 maart 2012 staat onder meer het volgende:
(…)As the Vice President and General Manager (…) and the direct manager of Ms [A], it was your responsibility to establish and maintain an adequate internal control structure, which you failed tot do in relation to Ms. [A]’s fraudulent activities. (…) In light of the above, IDEXX has lost confidence in your ability to establish and maintain an adequate internal control structure in the European region. This is the second fraud in less than two years committed by one of yours direct reports (…). This second fraud illustrates your lack of control awareness and oversight relating to the management of your direct reports, despite the opportunity to learn and grow after the commission of the first fraud. Overall, IDEXX has lost confidence in your ability tot effectively perform your duties as a Vice President and General Manager for IDEXX Europe B.V. (…)
You are invited to the meeting of the shareholders of IDEXX Europe B.V., which will be held on Thursday 16 April 2012 (…) The agenda of the meeting will be as follows (…) 3. Discussion and decision to dismiss Mr. [eiser] as statutory director of IDEXX Europe, B.V. and to terminate his employment contract.
2.6. Op 28 maart 2012 zijn [eiser], [B] en [C], wederom bij elkaar gekomen. In dat gesprek heeft [eiser] zich verzet tegen een ontslag, zijn visie kenbaar gemaakt en een brief met zijn standpunten overhandigd. Tijdens datzelfde gesprek heeft [B] uitgesproken dat het ontslagbesluit een vast gegeven was en dat het [eiser] niet langer vrijstond om zijn taken te verrichten. [Eiser] is de toegang tot het bedrijfspand ontzegd en hij diende direct de diverse bedrijfseigendommen in te leveren.
2.7. Bij brief van 28 maart 2012 schrijft [B] onder meer het volgende aan [eiser]:
(…) In addition, I conform that IDEXX reported the fraud to the police. I was informed by our lawyers that it is likely that the police will start their investigation quickly. As [A] was your personal assistant, the employees might want to ask you questions about this particular fraud and the investigation. Given the current circumstances I do not think that you are the right person to answer those questions in the current situation.
In view of the above and in your interest and that of the company, I will relive you now from your duties under your employment contract until the shareholders’ meeting on April 16. We will refrain from communication regarding this relief, and will confirm that you are on leave. (…)
2.8. Bij brieven van 28 en 29 maart 2012 heeft de raadsvrouw van [eiser] bezwaar gemaakt tegen het aan [eiser] verleende “verlof”.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert samengevat – na wijziging van eis dat de voorzieningenrechter in kort geding, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en uitvoerbaar op de minuut en op alle dagen en uren:
a. Idexx zal veroordelen een schriftelijke rectificatie te doen uitgaan aan het voltallige personeel, de ondernemingsraad van Idexx en aan diegenen die rechtstreeks aan hem rapporteren in de diverse relevante landen binnen twee dagen na wijzing van het vonnis, waarin wordt benadrukt dat [eiser] op geen enkele wijze betrokken is geweest bij enige frauduleuze activiteiten, dat PwC heeft vastgesteld dat de fraudeur alles in het werk heeft gesteld de fraude te verhullen en dat er geen twijfel bestaat over de integriteit van [eiser];
b. Idexx zal veroordelen [eiser] met onmiddellijke ingang toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden op de vestiging te Hoofddorp;
Sub a. en b. op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 20.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Idexx in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
c. Idexx zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. Idexx voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Om een vordering tot rectificatie van onrechtmatige uitlatingen te kunnen beoordelen, dient de voorzieningenrechter ten minste kennis te nemen van de (strekking van de) bewoordingen waarin de gewraakte uitlatingen zijn gedaan. [Eiser] heeft echter slechts gesteld dat Idexx ten onrechte berichten heeft verzonden over het vertrek van [eiser] in relatie tot de fraudezaak van [A], waardoor [eiser] ernstige reputatieschade lijdt.
Idexx heeft daartegen aangevoerd dat onvoldoende duidelijk is welke mededeling zij zou moeten rectificeren. Idexx heeft alleen bericht dat [A] is ontslagen en dat [eiser] met verlof is, aldus Idexx. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Idexx is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende feiten zijn gesteld om aan te nemen dat Idexx zich jegens [eiser] op onrechtmatige wijze over de ontstane situatie heeft uitgelaten, zodat de vordering tot rectificatie wordt afgewezen.
4.2. [Eiser] heeft aan zijn vordering tot wedertewerkstelling ten grondslag gelegd dat hij feitelijk op non-actief is gesteld, hetgeen slechts zou zijn toegestaan indien er sprake zou zijn van een situatie die vergelijkbaar is met een dringende reden voor ontslag op staande voet. Daarvan is aldus [eiser] geen sprake. Idexx heeft in strijd gehandeld met goed werkgeverschap, maar ook met de normen van redelijkheid en billijkheid die de bestuurder, vennootschap en aandeelhouder in verhouding tot elkaar in acht moeten nemen op grond van artikel 2:8 Burgerlijk Wetboek.
Idexx heeft aangevoerd dat [eiser] geen belang meer heeft bij zijn vordering, nu de aandeelhoudersvergadering reeds op 16 april 2012 zal plaatsvinden. Daarnaast voorziet Idexx grote onrust bij het direct betrokken personeel, aangezien [eiser] niet langer beschikt over een duidelijk mandaat van de aandeelhouder.
4.3. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Idexx noemt de afwezigheid van [eiser] weliswaar verlof, als onbetwist staat echter vast dat er feitelijk sprake is van een op non-actiefstelling, zodat ook de voorzieningenrechter daar in het navolgende vanuit gaat.
4.4. Het verweer dat [eiser] geen belang heeft bij zijn vordering gelet op de geplande aandeelhoudersvergadering, wordt verworpen. Immers, gebleken is dat indien op die vergadering wordt besloten dat [eiser] moet worden ontslagen er een opzegtermijn geldt van zes maanden. Idexx heeft ter zitting niet betwist dat in dat geval de op non-actiefstelling van [eiser] tot het einde van zijn dienstverband zal doorlopen. Dat de gevraagde voorziening slechts betrekking zou hebben op enkele werkdagen, is daarmee onvoldoende aannemelijk geworden.
4.5. Een op non-actiefstelling is een voor een werknemer zo ingrijpende maatregel dat een werkgever daartoe slechts mag overgaan, indien hij daarvoor een zwaarwegende reden heeft. Voor toewijzing van een vordering tot wedertewerkstelling moet voorts de werknemer daarbij voldoende belang hebben. Gelet op het vorenstaande overweegt de voorzieningenrechter dat niet aannemelijk is geworden dat Idexx [eiser] kan verwijten dat er onrust bij het personeel zou ontstaan. Het is immers Idexx zelf die zich op het standpunt stelt geen mededeling van fraude te hebben gedaan en bovendien is Idexx ondanks de bezwaren van [eiser] direct overgegaan tot het bericht aan het personeel dat [eiser] met verlof is. Zij kan daarom nu niet aan [eiser] tegenwerpen dat bij zijn terugkeer onrust bij het personeel zal ontstaan. Tijdens de mondelinge behandeling is weliswaar gesproken over andere verwijten die [eiser] worden gemaakt, doch die zijn niet aan de beslissing om [eiser] niet meer toe te laten tot zijn werkzaamheden ten grondslag gelegd en zien veeleer op het door Idexx opgezegde vertrouwen in [eiser]. Deze verwijten worden daarom niet bij de beoordeling met betrekking tot de op non-actiefstelling betrokken.
4.6. Nu voorts vaststaat dat ook bij een eventueel ontslag de opzegtermijn zes maanden bedraagt en aannemelijk is dat [eiser], gelet op de functie die hij bij Idexx vervult, bij een langer voortduren van het hem verleende “verlof” reputatieschade zal lijden, zal de voorzieningenrechter het verweer van Idexx passeren en de gevraagde voorziening toewijzen.
4.7. Ten aanzien van de gevorderde dwangsom stelt de voorzieningenrechter voorop dat hij geen aanleiding ziet deze vordering te weigeren. Wel zal de voorzieningenrechter de dwangsom op na te noemen wijze beperken en maximeren.
4.8. De gevorderde uitvoerbaar verklaring op de minuut zal worden afgewezen, omdat dat verzoek niet op de wet is gebaseerd.
4.9. Idexx zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 103,73
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.494,73.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt Idexx om [eiser] met onmiddellijke ingang toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden op de vestiging te Hoofddorp,
5.2. veroordeelt Idexx om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,00,
5.3. veroordeelt Idexx in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.494,73,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier S. van der Salm-van Gelderen op 13 april 2012.?