RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 87386 / KG ZA 08-40
Vonnis in kort geding van 9 april 2008
in de zaak van
1. de besloten vennootschap
[a] HOLDING B.V.,
gevestigd te Winsum (Fr.),
2. de besloten vennootschap
[b] HOLDING B.V.,
gevestigd te Winsum (Fr.),
3. de besloten vennootschap
[c] BEHEER B.V.,
gevestigd te Winsum (Fr.),
4. de besloten vennootschap
FRIAMCO BEHEER B.V.,
gevestigd te Winsum (Fr.),
5. de besloten vennootschap
FRIAMCO B.V.,
gevestigd te Winsum (Fr.),
6. de besloten vennootschap
FRIAMCO MONTAGE TECHNIEK B.V.,
gevestigd te Winsum (Fr.),
eiseressen,
procureur: mr. J. Stoker,
tegen
1. [x],
wonende te Sneek,
2. de besloten vennootschap
[x] HOLDING B.V.,
gevestigd te Franeker,
3. de besloten vennootschap
FRI-TEC B.V.,
gevestigd te Franeker,
gedaagden,
procureur: mr. A. Speksnijder.
Partijen zullen hierna (gezamenlijk) "Friamco" en "[x]" genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Friamco heeft [x] in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 27 februari 2008.
1.2. Friamco heeft toen op de bij dagvaarding vermelde gronden gevorderd dat de voorzieningenrechter, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [x] verbiedt om middellijk of onmiddellijk, actief of passief, direct of indirect diensten en/of producten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten welke betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, aan afnemers in een straal van 150 kilometer rondom Winsum (Fr.) aan te bieden, te verkopen of te leveren, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag dat [x] dit verbod overtreedt, althans een zodanige beslissing neemt als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
II. [x] gebiedt om schriftelijke opgave te doen van zijn aanbiedingen aan en rechtsverhoudingen tot afnemers van producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, waaronder begrepen wordt de inhoud van die aanbiedingen c.q. rechtsverhoudingen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag dat [x] dit verbod overtreedt, althans een zodanige beslissing neemt als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
III. [x] gebiedt om zijn aanbiedingen aan afnemers producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, te herroepen en een schriftelijk bewijs daarvan aan de raadsman van Friamco te overhandigen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag dat [x] dit gebod overtreedt, althans een zodanige beslissing neemt als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
IV. [x] gebiedt om zijn rechtsverhoudingen tot afnemers met betrekking tot producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, te beëindigen en daaraan geen uitvoering te geven, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag dat [x] dit gebod overtreedt, althans een zodanige beslissing neemt als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
V. [x] veroordeelt in de kosten van het geding.
1.3. Ter terechtzitting hebben partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de advocaten van partijen gebruik hebben gemaakt van pleitnotities, en waarbij [x] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Friamco, met veroordeling van Friamco in de kosten van het geding.
1.4. De zaak is vervolgens enige tijd aangehouden voor schikkingsonderhandelingen. De zitting is voortgezet op 27 maart 2008. Partijen hebben toen een nadere toelichting gegeven, waarbij de advocaten van partijen wederom gebruik hebben gemaakt van pleitnotities.
1.5. Partijen hebben producties overgelegd.
1.6. Het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
In dit kort geding hebben de volgende feiten als vaststaand te gelden.
2.1. [a] Holding B.V., [b] Holding B.V. en [c] Beheer B.V. zijn de huidige aandeelhouders van Friamco Beheer B.V. Friamco B.V. en Friamco Montage Techniek B.V. zijn dochtervennootschappen van Friamco Beheer B.V. [x] Holding B.V. was medeaandeelhouder van Friamco Beheer B.V.
2.2. Op 30 mei 2007 is tussen [x] Holding enerzijds en Friamco Beheer en haar huidige aandeelhouders anderzijds een 'overeenkomst van aan- en verkoop van aandelen' gesloten, waarbij [x] Holding haar aandelen in Friamco Beheer heeft overgedragen aan de andere aandeelhouders voor een bedrag van € 528.426,25 en Friamco Beheer al haar aandelen in Friamco Handelsmij. B.V. heeft overgedragen aan [x] dan wel een door laatstgenoemde op te richten vennootschap. De aandelen Friamco Handelsmij. B.V. zijn uiteindelijk overgedragen aan Fri-Tec Beheer B.V. De statutaire naam van Friamco Handelsmij. is veranderd in Ventilatieweb B.V. Ventilatieweb is een vennootschap die via haar website een internetonderneming drijft. Klanten van Ventilatieweb kunnen via de website van deze onderneming de producten van Ventilatieweb betrekken.
In voormelde overeenkomst is met betrekking tot de overdracht van de aandelen Friamco Beheer BV onder meer het volgende bepaald:
'De verkoopprijs voor het over te dragen aandelenpakket bedraagt € 528.426,25 (zegge: vijfhonderd en acht en twintig duizend en vierhonderd en zesentwintig euro en vijfentwintig eurocent) (zijnde 25% van € 2.113.705,- volgens bijlage Acera). Voor de bepaling van de prijs van de aandelen is uitgegaan van een door Acera opgestelde rentabiliteitswaarde berekening. De cijfermatige onderbouwing van de aldus berekende waarde van het totale pakket van aandelen Friamco Beheer B.V. zal tevens aan deze overeenkomst worden gehecht.'
De aandelenoverdracht heeft plaatsgevonden bij notariële akte van 4 juli 2007.
2.3. Bij brief van 6 februari 2008 heeft de heer F.R. van den Berg van Acera Accountants aan de advocaat van Friamco het volgende medegedeeld:
'De heer [c] heeft namens Friamco Beheer B.V. (Friamco) aan mij gevraagd om u nadere informatie te verstrekken over de prijs die aan F.A. [x] Holding B.V. ([x]) is betaald voor de aankoop van haar aandelen in Friamco Beheer B.V.
De prijs die is betaald voor de overname van het 25% belang dat [x] in Friamco hield, bedraagt € 528.426,25. De prijs is pro rata overeenkomstig de waarde die door ons is berekend voor het gehele geplaatste aandelenkapitaal. De waardeberekening treft u bijgaand aan.
De waardeberekening is opgesteld ten behoeve van de waardering van de aandelen in verband met een voorgenomen overname van een collega-bedrijf. (…) Tijdens de bespreking met [x] en de andere aandeelhouders van Friamco heb ik de vraag voorgelegd op welke wijze het aandelenbelang dat [x] in Friamco had zou moeten worden gewaardeerd. Alle partijen hebben vervolgens ingestemd met het voorstel om de waarde overeenkomstig de waardeberekening ten behoeve van de voorgenomen overname van het collega-bedrijf vast te stellen. De uitkomst van de waardeberekening was op dat moment bij alle aandeelhouders bekend.
De waardeberekening heeft als uitgangspunt de rentabiliteitswaarde van het bedrijf. De van belang zijnde elementen hierin zijn:
- de intrinsieke waarde van de aandelen
- de contante waarde van de te verwachten jaarlijks overwinst = goodwill
De rentabiliteitsmethode gaat uit van de in de toekomst te verwachten overwinst. Zoals blijkt uit de uitkomst die in de bijgaande berekening is opgenomen, is de rentabiliteitswaarde berekend op
€ 2.113.705,-. Van hieruit kan de volgende berekening van de goodwill worden berekend:
rentabiliteitswaarde € 2.113.705,-
af: intrinsieke waarde aandelen € 512.090,-
---------------
goodwill € 1.601.615,-
[x] hield in deze waarde een belang van 25%. De koopprijs die is betaald aan [x] is daarmee als volgt onder te verdelen:
intrinsieke waarde aandelen € 128.023,-
goodwill € 400.403,-
-------------
overdrachtsprijs € 528.426,-
2.4. [x] heeft in augustus 2007 een bedrijf geopend te Franeker. Hij werkt daar samen met zijn zoon en een medewerker. Bij brief van 21 september 2007 heeft de heer Van den Berg voornoemd van Acera Accountants onder meer het volgende aan [x] medegedeeld:
'Activiteiten Fri-Tec B.V.
Ik heb je website bekeken. Wat mij daarin opvalt, is de omschrijving van de activiteiten die je aanbiedt, of wilt gaan aanbieden. Deze komen in belangrijke mate overeen met de activiteiten van Friamco. Ik kan dit niet plaatsen in het licht van de gesprekken die wij hebben gehad, waarin ik alleen of met andere directieleden van Friamco, met jou ondermeer heb gesproken over de wijze waarop jullie over en weer in de toekomst met elkaar om zouden gaan. Je hebt je met grote stelligheid verzet tegen het opnemen van een concurrentiebeding of relatiebeding in de akte voor overdracht van de aandelen in Friamco Beheer B.V., ook al was dit een mild geformuleerde versie. Je collega's zijn ermee akkoord gegaan geen dergelijk beding op te nemen. Zij zijn hiermee akkoord gegaan vanwege hetgeen jij op eigen initiatief hebt (toe-)gezegd over het respecteren van elkaars klanten en werkgebieden.'
2.5. Friamco houdt zich bezig met de volgende activiteiten: machine- en apparatenbouw, plaat- en constructiewerk, scheepsinstallaties, engineering, milieutechniek, geluidsbeheersing en -meting, isolatietechniek, luchtbehandeling, industrieel onderhoud, het leveren van ventilatoren, luchtbehandelingskasten en warmteterugwinunits. Friamco levert op deze terreinen niet alleen producten, maar ontplooit op deze terreinen ook diverse ontwerp-, ontwikkelings-, engineerings- en installatieactiviteiten.
2.6. Op een uitdraai van de website van Fri-Tec van 2 oktober 2007 staat onder het kopje 'Geschiedenis' onder meer het volgende te lezen:
'Inmiddels draait het bedrijf volop en biedt werk aan een tal vaste medewerkers en wordt er samen met collega bedrijven aan diverse projecten gewerkt, met name op het gebied van ventilatie, akoestiek en geluidisolatie.
(…)
Fri-tec is voortvarend op weg naar de toekomst en helpt u en uw bedrijf graag met het ontwikkelen en uitvoeren van uw projecten op het gebied van ventilatie, luchtbehandeling, akoestische en thermische isolatie.
Onder het kopje 'Welkom bij Fri-Tec' staat te lezen op de website:
• een jong flexibel bedrijf met jarenlange ervaring op het gebied van:
• Ventilatie: luchtbehandeling- en ventilatiesystemen, ventilatoren
• Akoestiek: isolatie en omkastingen
• Thermische isolatie: isolatiedekens
• Engineering: advies- en tekenwerk
Op een uitdraai van de website van Fri-Tec van 1 november 2007 staat onder het kopje 'Projecten' een overzicht van projecten van Fri-Tec. Als klanten worden onder meer genoemd: Sleepboot Anita, FIFTYSIX Joure en Hunkemöller Groningen. Dit betreft klanten van Friamco. [x] heeft zich ook (zelfstandig) bezig gehouden met de projecten MFC Vrijheidswijk en SMO. Dit betreft projecten die [x] reeds in de periode dat hij nog aandeelhouder van Friamco was onder zijn hoede had. Nadien heeft [x] deze projecten meegenomen naar Fri-Tec.
2.7. Bij brief van 27 november 2007 heeft de advocaat van Friamco [x] gesommeerd om zijn met Friamco concurrerende activiteiten te staken. [x] heeft hierna de website van Fri-Tec op een aantal punten gewijzigd:
- de geschiedenis van Fri-Tec is verwijderd
- bij de projecten van Fri-Tec zijn de werkzaamheden in die zin veranderd dat slechts nog gewag wordt gemaakt van de diverse leveringen van systemen aan de diverse projecten.
- bij een overzicht van de producten en activiteiten van Fri-Tec wordt enkel nog verwezen naar het adviseren en leveren van producten; de verwijzing naar montage is verdwenen.
2.8. Op een uitdraai van de website van Fri-Tec van 26 februari 2008 staat onder het kopje 'Geschiedenis' onder meer het volgende te lezen:
'Er kwamen diverse aanbiedingen binnen van zakenrelaties om bij het bedrijf van hen aan de slag te gaan, maar een eigen bedrijf was het ideaal. Er was geen concurrentie en relatiebeding en al snel werd er een nieuw bedrijfspand gekocht en ingericht in Franeker. Omdat [x] de Friamco Handelsmij. had overgenomen en omdoopte tot Ventilatieweb B.V. was er al een basis. Ventilatie beweegt en bewoog zich op het gebied van ventilatie en luchtbehandeling en de producten werden onder andere via een webshop verkocht. Tevens kan de montage van de producten door Ventilatieweb worden verzorgd, iets wat ook al gebeurde ten tijde van Friamco. (…) Er wordt samen met collega bedrijven aan diverse projecten gewerkt. Onder meer op het gebied van ventilatie, luchtbehandeling, watertechnologie, wind- en zon energie en (bouw) akoestiek is de Fri-Tec groep de juiste partner om mee samen te werken.'
3. De standpunten van partijen
3.1. Friamco legt primair aan haar vorderingen ten grondslag dat [x] gezien de hiervoor genoemde vaststaande feiten Friamco concurrentie aandoet. Daarmee handelt [x] in strijd met een tussen partijen in de onderhandelingen over de aandelenoverdracht mondeling overeengekomen relatie- en concurrentiebeding, in het kader waarvan [x] heeft toegezegd dat hij, althans de aan hem gelieerde vennootschappen, zich niet zou(den) begeven op de markt waarop Friamco en haar dochtervennootschappen actief zijn en dat hij op die markt geen klanten van Friamco en haar dochtervennootschappen zou benaderen en/of contacten met hen zou onderhouden, laat staan zaken doen. Subsidiair, voor zover geoordeeld wordt dat er geen relatie- en concurrentiebeding is overeengekomen, grondt Friamco haar vorderingen op de stelling dat een overeenkomst waarbij iemand een handelsonderneming overdraagt aan een ander zich ertegen verzet dat de overdrager zijn rechtsopvolgers concurrentie aandoet door in de directe omgeving van de overgedragen onderneming werkzaamheden te verrichten die de overdrager ook reeds voor de overdracht verrichtte. Het concurrentie aandoen aan de overgedragen onderneming, terwijl de overnamesom voor een belangrijk deel uit goodwill bestaat, is in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 6:248 BW, aldus Friamco. Meer subsidiair, indien de concurrentie door [x] niet in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid, is de handelwijze van [x] in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, en daarmee onrechtmatig jegens Friamco.
3.2. [x] heeft verweer gevoerd, waarop hierna -voor zover nodig- zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang ligt naar het oordeel van de voorzieningenrechter besloten in de aard van de gevraagde voorzieningen.
4.2. De primaire grondslag van de vorderingen van Friamco behelst dat er mondeling een relatie- en non-concurrentiebeding tussen partijen is overeengekomen, dat door [x] is geschonden. De voorzieningenrechter stelt voorop dat voldoende aannemelijk is geworden dat partijen in de onderhandelingen over de aandelenoverdracht gesproken hebben over de wijze waarop zij zich in de toekomst jegens elkaar zouden opstellen. Vooralsnog is echter onvoldoende aannemelijk geworden -gelet op de uitdrukkelijke en gemotiveerde betwisting hiervan door [x]- of [x] in dat verband heeft toegezegd dat hij zich van concurrerende activiteiten jegens Friamco zou onthouden, en zo ja, welke concrete toezeggingen daarbij door hem zijn gedaan. Voor bewijslevering aangaande het bestaan (en de reikwijdte) van een mondeling overeengekomen relatie- en non-concurrentiebeding is binnen het bestek van dit kort geding geen ruimte, zodat de conclusie moet zijn dat het bestaan van het gestelde mondeling overeengekomen relatie- en non-concurrentiebeding vooralsnog niet aannemelijk is geworden. De primaire grondslag van de vorderingen faalt dan ook.
4.3. Het door [x] gedane beroep op artikel 6 Mededingingswet (Mw) -in welk artikel onder meer is bepaald dat verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst- kan buiten beschouwing worden gelaten, nu hiervoor reeds is geoordeeld dat het bestaan van onderlinge non-concurrentie afspraken voorshands niet aannemelijk is geworden. Maar ook indien van het bestaan van dergelijke afspraken wel sprake zou zijn, dan nog kan [x] zich niet met succes beroepen op artikel 6 Mw, nu door Friamco voldoende gemotiveerd is gesteld dat er sprake is van een bagatelzaak als bedoeld in artikel 7 lid 1 en 2 Mw. In dat geval geldt het verbod van artikel 6 Mw niet. Argumenten voor het tegendeel zijn door [x] niet aangedragen.
4.4. De subsidiaire grondslag van de vordering van Friamco behelst dat het aandoen van concurrentie door [x] aan Friamco in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen partijen beheersen. Er voorshands van uitgaande dat er tussen partijen geen relatie- of non-concurrentiebeding van kracht is, zou het [x] na zijn vertrek bij Friamco in beginsel vrij staan om laatstgenoemde concurrentie aan te doen. Onder bijzondere omstandigheden kan het aandoen van concurrentie evenwel onrechtmatig zijn. Dergelijke omstandigheden doen zich naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in het onderhavige geval voor. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.5. In het arrest van 1 juli 1997 (NJ 1997, 685) heeft de Hoge Raad overwogen dat een overeenkomst waarbij iemand een handelsonderneming aan een ander overdraagt zich in de regel verzet tegen een handelwijze die erop neerkomt dat de overdrager zijn rechtsopvolger concurrentie aandoet door in de directe omgeving van de overgedragen onderneming dezelfde werkzaamheden te blijven verrichten, die hij voor de overdracht in de onderneming ook reeds verrichtte. Daarbij zal, aldus de Hoge Raad, de plaatselijke bekendheid van de overdrager mede beslissend zijn voor de vraag of een gedraging binnen de hiervoor bedoelde grenzen valt. Het niet aangaan van een concurrentiebeding betekent geen vrijbrief om in strijd met een overeenkomst of de in artikel 6:248 BW lid 1 bedoelde eisen van redelijkheid en billijkheid zijn wederpartij concurrentie aan te doen.
4.6. Naar voorlopig oordeel moet de overdracht van de aandelen van [x] Holding in Friamco Beheer in materiële zin worden beschouwd als een overdracht van (een gedeelte van) de onderneming van Friamco Beheer aan de andere aandeelhouders, en niet als een inkoop van eigen aandelen, zoals door [x] is aangevoerd. In het algemeen wordt de waarde van een over te dragen (gedeelte van de) onderneming mede bepaald door de goodwill -en de daaraan verbonden winstpotentie- van het bedrijf. Vast staat dat [x] in verband met de aandelenoverdracht een prijs van € 528.426,25 heeft ontvangen, welke prijs voor het overgrote deel uit een vergoeding voor goodwill bestaat. [x] heeft de rentabiliteitswaardemethode die ten grondslag ligt aan de berekening van de prijs voor de aandelen, en de in dat verband vastgestelde goodwillvergoeding (zie hiervoor onder overweging 2.3.), in twijfel getrokken, doch hij heeft zijn bezwaren dienaangaande niet voldoende concreet en specifiek onderbouwd. Gelet op de brief van Acera Accountants van 6 februari 2008, waarin gemotiveerd en voorzien van een cijfermatige toelichting uiteengezet is hoe de prijs van de aandelen is bepaald, had het op de weg van [x] gelegen om concreet en specifiek aan te geven waarom deze berekening naar zijn mening niet juist is, bijvoorbeeld door het overleggen van een alternatieve berekening van een deskundige, maar dat heeft hij nagelaten. Daarnaast is, bij gebreke van voldoende onderbouwing en de uitdrukkelijke betwisting hiervan door Friamco, evenmin aannemelijk geworden dat [x] min of meer gedwongen zou zijn om met de door Acera Accountants becijferde prijs akkoord te gaan. Aan de door [x] genoemde bezwaren tegen de prijs voor de aandelen zal dan ook voorbij worden gegaan. De voorzieningenrechter gaat er voorshands dan ook van uit dat de voor de aandelen betaalde prijs redelijk is. Met de betaling van een aanzienlijk bedrag aan goodwill aan [x] mochten Friamco en haar aandeelhouders erop vertrouwen dat de aan de goodwill verbonden winstpotentie van Friamco aan haar bleef toebehoren, en dat [x] hieraan geen afbreuk zou doen door Friamco te (gaan) beconcurreren.
4.7. Gelet op de bedrijfsactiviteiten van Fri-Tec zoals die door [x] sinds vorig najaar -met een aantal wijzigingen- zijn vermeld op de website van dit bedrijf (zie hiervoor onder de vaststaande feiten), is vooralsnog voldoende aannemelijk geworden dat deze bedrijfsactiviteiten concurrerend zijn met de bedrijfsactiviteiten van Friamco. [x] houdt zich met Fri-Tec net als Friamco (onder meer) bezig met activiteiten op het gebied van ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering. Voorts is gelet op de informatie op de website van Fri-Tec voldoende aannemelijk geworden dat [x] en Fri-Tec projecten uitvoeren althans hebben uitgevoerd ten behoeve van klanten van Friamco en haar dochtervennootschappen. In dat verband heeft Friamco onweersproken gesteld dat Fri-Tec de projecten Sleepboot Anita, FIFTYSIX Joure en Hunkemöller Groningen 'doet', terwijl dit klanten van Friamco betreft. Ook heeft Friamco onbetwist genoemd de projecten MFC Vrijheidswijk en SMO, waarmee Friamco ten tijde van het aandeelhouderschap van [x] bemoeienis had en waarmee hij nu bij Fri-Tec bezig is. Bij het vorenstaande dient bedacht te worden dat de ondernemingen van Friamco (Winsum) en Fri-Tec (Franeker) in elkaars directe omgeving gevestigd zijn. De afstand tussen beide plaatsen bedraagt slechts ongeveer 10 kilometer. Aangenomen mag worden dat de regionale bekendheid van Friamco gezien de omvang van haar onderneming relatief groot zal zijn.
4.8. Onder de hiervoor geschetste omstandigheden -kort samengevat: het aandoen van concurrentie aan de overgedragen onderneming in de directe omgeving, terwijl de overdragende partij voor zijn aandelen in de overgedragen onderneming een overnameprijs heeft ontvangen die voor het leeuwendeel uit goodwill bestaat- moet worden geoordeeld dat de concurrentie door [x] in strijd is met de in artikel 6:248 BW genoemde eisen van redelijkheid en billijkheid die op de overeenkomst van partijen van toepassing zijn. Friamco heeft dan ook recht en belang bij het jegens [x] gevorderde verbod op het aanbieden, verkopen en leveren van producten en/of diensten die concurrerend zijn (te achten) aan de producten en/of diensten van Friamco op het gebied van ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering. De daartoe strekkende vordering van Friamco is dus toewijsbaar.
Aan het voorgaande doet niet af de door [x] aangevoerde omstandigheid dat zijn onderneming, vergeleken met de onderneming van Friamco, slechts bescheiden van omvang is en de concurrentie om die reden zeer gering zou zijn. Waar het om gaat, is dat [x] Friamco op bepaalde terreinen geen concurrentie mag aandoen, en daarbij is de omvang van de onderneming niet van belang. De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding om het gevorderde verbod op concurrerende activiteiten in tijd en geografische reikwijdte te beperken, en wel in die zin dat het [x] voor de duur van 5 jaar verboden zal worden om diensten en/of producten aan te bieden, te verkopen of te leveren die concurrerend zijn (te achten) aan de producten van Friamco, aan afnemers in de provincie Fryslân.
4.10. De overige vorderingen van Friamco zijn als onweersproken toewijsbaar, met dien verstande dat aan de uit te spreken geboden een termijn zal worden verbonden waarbinnen [x] daaraan zal hebben te voldoen.
4.11. Aan de hierna uit te spreken verboden c.q. verboden zullen dwangsommen worden verbonden voor het geval [x] in gebreke blijft om hieraan te voldoen. De door Friamco gevorderde dwangsom(men) acht de voorzieningenrechter te hoog. Er zal om die reden een dwangsom van € 5.000,- per dag worden vastgesteld. De voorzieningenrechter zal een maximum aan de te verbeuren dwangsommen verbinden. Dit laat uiteraard onverlet, dat bij voortgaande overtreding van dit kort-geding-vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.
4.12. [x] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Friamco als volgt vastgesteld:
- dagvaardingskosten € 99,68
- vast recht € 254,00
- salaris procureur € 816,00
----------
totaal € 1.169,68
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
I.
verbiedt [x] om gedurende een periode van vijf jaren, gerekend vanaf heden, middellijk of onmiddellijk, actief of passief, direct of indirect producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, aan afnemers in de provincie Fryslân aan te bieden, te verkopen of te leveren;
bepaalt dat [x] voor iedere dag dat hij dit verbod overtreedt een dwangsom verbeurt van € 5.000,-;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 100.000,-;
II.
gebiedt [x] om binnen vier weken na heden schriftelijke opgave te doen aan Friamco van zijn aanbiedingen aan en rechtsverhoudingen tot afnemers van producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, waaronder begrepen wordt de inhoud van die aanbiedingen c.q. rechtsverhoudingen;
bepaalt dat [x] voor iedere dag dat in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen een dwangsom verbeurt van € 5.000,-;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 100.000,-;
III.
gebiedt [x] om binnen vier weken na heden zijn aanbiedingen aan afnemers met betrekking tot producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, te herroepen en een schriftelijk bewijs daarvan aan de raadsman van Friamco te overhandigen;
bepaalt dat [x] voor iedere dag dat hij in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen een dwangsom verbeurt van € 5.000,-;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 100.000,-;
IV.
gebiedt [x] om binnen vier weken na heden zijn rechtsverhoudingen tot afnemers van producten en/of diensten die concurrerend zijn, althans concurrerend te achten zijn aan de producten en/of diensten van Friamco, meer in het bijzonder de producten en/of diensten die betrekking hebben op ventilatie, akoestiek, thermische isolatie en engineering, te beëindigen en daaraan geen uitvoering te geven;
bepaalt dat [x] voor iedere dag dat hij in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen een dwangsom verbeurt van € 5.000,-;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 100.000,-;
V.
veroordeelt [x] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Friamco vastgesteld op € 1.169,68;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. Postma op 9 april 2008.
fn 343?