Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLEE:2011:BT1849

Rechtbank Leeuwarden
14-09-2011
19-09-2011
114522 / KG ZA 11-257
Civiel recht
Voorlopige voorziening

Arbeidsovereenkomst. Toewijzing vordering wedertewerkstelling. Het besluit tot functieverval rechtvaardigt niet de maatregel tot vrijstelling van werkzaamheden per onmiddellijke ingang.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2011-0769
VAAN-AR-Updates.nl 2011-0769

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 114522 / KG ZA 11-257

Vonnis in kort geding van 14 september 2011

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [plaats],

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat: mr. M.H.J. Miltenburg, kantoorhoudende te Leeuwarden,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOXES LPF B.V.,

gevestigd te Leeuwarden,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat: mr. D.G. Veldhuizen, kantoorhoudende te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiseres] en Boxes LPF genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft [eiseres] gevorderd om Boxes LPF bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen:

1. om [eiseres] in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden als managing director van Boxes LPF en [de besloten vennootschap] overeenkomstig de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op de locaties van de ondernemingen te Leeuwarden respectievelijk [plaats1] te hervatten binnen twee dagen na dagtekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van

€ 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Boxes LPF na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen;

2. tot betaling van de kosten van deze procedure.

1.2. De mondelinge behandeling is gehouden op 31 augustus 2011. Partijen hebben toen hun standpunten aan de hand van pleitnotities nader toegelicht, waarbij Boxes LPF heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres], onder veroordeling van [eiseres] in de kosten van dit geding.

1.3. Voorts heeft Boxes LPF in reconventie gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

1. de werking van het op 26 juli 2011 door de kantonrechter van de sector kanton locatie Leeuwarden van de rechtbank Leeuwarden gewezen vonnis met

zaak-/rolnummer 358049 / CV EXPL 11-4192 met ingang van 15 augustus 2011 op te schorten ten aanzien van het in 6.4 en 6.5 van het vonnis bepaalde;

2. [eiseres] te gebieden om binnen 24 uur na het te deze te wijzen vonnis de executie van het in 6.4 en 6.5 van het vonnis met zaak-/rolnummer 358049 / CV EXPL 11-4192 te staken en gestaakt te houden onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eiseres] in gebreke blijft aan het te dezen te wijzen vonnis te voldoen;

3. [eiseres] te veroordelen in de kosten van de procedure;

4. althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie juist acht.

[eiseres] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Boxes LPF onder veroordeling van Boxes LPF in de kosten van het geding in reconventie.

1.4. Na de mondelinge behandeling is vonnis bepaald op de stukken van het geding, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.

1.5. Door [eiseres] en Boxes LPF zijn producties overgelegd.

De feiten zowel in conventie als in reconventie

2.1. [eiseres] is met ingang van 17 juli 2006 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Boxes LPF in de functie van Managing Director tegen een salaris van € 9.922,84 bruto per maand, exclusief 8% vakantiebijslag en overige emolumenten.

2.2. Vanuit de arbeidsovereenkomst met Boxes LPF is [eiseres] met ingang van 2 april 2007 als Managing Director gedetacheerd bij zustermaatschappij [de besloten venootschap] te [plaats1] (hierna te noemen: [de besloten vennootschap]). [eiseres] stond als statutair bestuurder van zowel Boxes LPF als later ook [de besloten vennootschap] ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

2.3. Boxes LPF en [de besloten vennootschap] maken deel uit van Clondalkin Group Investments B.V. te Amsterdam (hierna te noemen: Clondalkin). Clondalkin bestaat uit drie divisies, waaronder de divisie Specialist Packaging Division Europe (hierna te noemen: SPDE). SPDE bestaat uit twee business units, te weten business unit Pharma & Healtcare (hierna te noemen: BUPH) en business unit Consumer Europe (hierna te noemen: BUCE). Boxes LPF en [de besloten vennootschap] vormen de Nederlandse tak van de BUCE, ook wel genaamd NL Cartons. Clondalkin is enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschappen Boxes LPF en [de besloten vennootschap].

2.4. In het derde kwartaal van 2010 diende zich een potentiële koper voor Boxes LPF aan. Van [eiseres] werd gevraagd om zich gedurende ongeveer een jaar in te spannen om de overdracht van zoveel mogelijk omzet te bewerkstelligen, waarna de arbeidsovereenkomst met hem zou worden beëindigd. In dat kader was een beëindigingsvergoeding van

€ 120.000,00 bruto aangeboden, alsmede de mogelijkheid tot het realiseren van een bonus. Nadat de toenmalige potentiële koper zich had teruggetrokken, zijn de onderhandelingen over een beëindigingsregeling gestaakt en heeft [eiseres] zijn werkzaamheden als managing director van zowel Boxes LPF als [de besloten vennootschap] gecontinueerd.

2.5. Op 6 mei 2011 is [eiseres] in een gesprek medegedeeld dat Clondalkin in een vergevorderd stadium van onderhandelingen was met een nieuwe overnamekandidaat die Boxes LPF, [de besloten vennootschap] en zusteronderneming Nimax Elst (hierna te noemen: Nimax) zou willen overnemen. Daarbij werd aan [eiseres] gemeld dat zijn managementpositie bij Boxes LPF en [de besloten vennootschap] na de overname zou komen te vervallen. In dat kader heeft Boxes LPF [eiseres] een voorstel gedaan om tot beëindiging van het dienstverband te komen met ingang van 30 juni 2011 onder toekenning van een vergoeding van

€ 69.000,00 bruto.

2.6. Op 16 mei 2011 heeft [eiseres] zich ziek gemeld in verband met jarenlange overbelasting.

2.7. Bij brief van 30 mei 2011 heeft Clondalkin onder andere het volgende geschreven aan [eiseres]:

'Hierbij berichten wij u dat Clondalkin (…) heden heeft besloten om u per 31 mei 2011 te ontslaan als bestuurder en werknemer van Boxes LPF (…) en statutair bestuurder van [de besloten vennootschap] (…). (…) Als bijlage bij deze brief treft u de aandeelhoudersbesluiten aan die in dit verband zijn genomen. Group (lees: Clondalkin, toevoeging van de voorzieningenrechter) en Boxes LPF hebben zich bereid verklaard om uitvoering te geven aan de contractuele ontslagvergoeding (…), die omgerekend neerkomt op een bedrag van € 69.000,00 inclusief de overeengekomen opzegtermijn.'

2.8. Hierop heeft [eiseres] Boxes LPF op 1 juli 2011 in kort geding gedagvaard en heeft hij - kort gezegd - wedertewerkstelling gevorderd onder doorbetaling van loon, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

2.9. Boxes LPF heeft op 11 juli 2011 een voorwaardelijk ontbindingsverzoek ex artikel 7:685 BW ingediend vanwege het feit dat de beoogde overnamekandidaat het management van Boxes LPF, [de besloten vennootschap] en Nimax zelf wilde invullen, zodat de functie van [eiseres] zou komen te vervallen.

2.10. Bij vonnis van 26 juli 2011 heeft de kantonrechter in kort geding overwogen dat aannemelijk moet worden geacht dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat [eiseres] als statutair directeur heeft te gelden en dat de besluiten van 30 mei 2011 tot het ontslag van [eiseres] als bestuurder en werknemer rechtsgeldig zijn genomen. Voorts heeft de kantonrechter (voorlopig) geoordeeld dat voornoemde ontslagbesluiten echter niet tot het einde van de arbeidsovereenkomst hebben geleid, nu het opzegverbod wegens overgang van onderneming van toepassing is. Met betrekking tot de vordering ter zake de wedertewerkstelling heeft de kantonrechter het volgende overwogen:

'De kantonrechter zal de vordering van [eiseres] om Boxes LPF te veroordelen om hem binnen twee dagen na betekening van dit vonnis in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden overeenkomstig de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op de daartoe aangewezen locaties te hervatten, toewijzen, nu aan de arbeidsovereenkomst geen einde is gekomen en niet gebleken is dat de functie van [eiseres] reeds is komen te vervallen. De kantonrechter zal aan deze veroordeling een dwangsom verbinden ten bedrage van € 500,- per dag dat Boxes LPF na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen, met een maximum van € 30.000,-.'

2.11. Tegen de uitspraak van de kantonrechter in kort geding is geen appèl ingesteld.

2.12. Na daartoe te zijn uitgenodigd door Clondalkin, heeft [eiseres] zich op 15 augustus 2011 op het hoofdkantoor van Clondalkin te Amsterdam gemeld, alwaar hij een gesprek met [X], Group HR Director van Clondalkin (hierna te noemen: [X]) heeft gevoerd. [eiseres] is aangeboden met ingang van die dag op het hoofdkantoor te Amsterdam inkoopbesparingsprojecten uit te voeren. [eiseres] heeft deze aangeboden werkzaamheden geweigerd, zich daarbij op het standpunt stellend dat deze werkzaamheden en takenpakketten volstrekt niet vergelijkbaar zijn met zijn functie van managing director.

2.13. Op 17 augustus 2011 heeft wederom een gesprek plaats gehad tussen [eiseres] en [X], waarbij [eiseres] werd meegedeeld dat de verkoop van Boxes LPF, [de besloten vennootschap] en Nimax geen doorgang zou vinden en dat er geen andere overnamekandidaten waren. Aan [eiseres] werd vervolgens gemeld dat besloten was om niet langer in Boxes LPF en [de besloten vennootschap] te investeren en dat een kostenbesparing gerealiseerd zou worden gerealiseerd door in het management van voornoemde vennootschappen te snijden, waarbij de taken van [eiseres] zouden worden overgeheveld naar diverse andere personen en de functie van managing director met onmiddellijke ingang (17 augustus 2011) zou komen te vervallen.

2.14. Bij brief van 18 augustus 2011 heeft [eiseres] aan Boxes LPF kenbaar gemaakt het niet eens te zijn met de vrijstelling van het verrichten van werkzaamheden, nu Boxes LPF daarmee naar de mening van [eiseres] het vonnis van 26 juli 2011 doorkruist.

2.15. Op 25 augustus 2011 heeft Boxes LPF een aanvullend voorwaardelijk ontbindingsverzoek ingediend, zich daarbij op het verval van de functie van [eiseres] beroepend. De mondelinge behandeling van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek stond geagendeerd voor 8 september 2011, bij de kantonrechter te Leeuwarden.

3. Het standpunt van [eiseres] in conventie

3.1. [eiseres] stelt dat hij zich genoodzaakt ziet om in de onderhavige procedure een verhoging van de op schending van de uit het vonnis van 26 juli 2011 voortvloeiende verplichtingen gestelde dwangsommen te vorderen, nu Boxes LPF weigert aan dit vonnis te voldoen. [eiseres] stelt zich verder op het standpunt dat uit het vonnis duidelijk voortvloeit dat hij in de gelegenheid dient te worden gesteld om zijn eigen functie als managing director van Boxes LPF en [de besloten vennootschap] te Leeuwarden respectievelijk [plaats1] uit te voeren. Door van [eiseres] te verlangen dat hij projectmatige werkzaamheden op het hoofdkantoor gaat uitvoeren, heeft Boxes LPF niet voldaan aan haar verplichtingen uit hoofde van voornoemd vonnis. [eiseres] meent dat zijn functie, die een algehele verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van een tweetal bedrijven met zich meebrengt, qua inhoud, verantwoordelijkheid en niveau niet vergelijkbaar is met het vervullen van de aangeboden projectwerkzaamheden. In dat kader kan dan ook niet van [eiseres] worden verlangd dat hij deze aangeboden werkzaamheden zou uitvoeren.

[eiseres] voert aan dat Boxes LPF op ongeoorloofde wijze het vonnis van 26 juli 2011 negeert door thans een nieuwe ontslaggrond aan te voeren. Zo Boxes LPF al de bevoegdheid zou toekomen om [eiseres] vrij te stellen van werk, dan moet worden vastgesteld dat deze bevoegdheid door haar wordt misbruikt in een poging om voornoemd vonnis dat kracht van gewijsde heeft verkregen buiten spel te ztten.

4. Het standpunt van Boxes LPF in conventie

4.1. Boxes LPF voert aan dat zij niet aan voornoemd vonnis kan voldoen, daar er sprake is van nieuwe (na het vonnis van 26 juli 2011 opkomende) omstandigheden, bestaande uit het verval van de functie van [eiseres]. Boxes LPF heeft daartoe gesteld dat Clondalkin in het kader van strategische heroriëntatie nu de verkoop niet doorging, heeft besloten dat niet langer zou worden geïnvesteerd in NL Cartons en dat NL Cartons haar eigen activiteiten en investeringen dient te financieren. Voorts stelt Boxes LPF dat zij niet aan het vonnis kan voldaan, omdat [eiseres] de aangeboden werkzaamheden heeft geweigerd.

5. Het standpunt van Boxes LPF in reconventie

5.1. Boxes LPF meent dat [eiseres] misbruik maakt van zijn positie door thans in kort geding tenuitvoerlegging van het vonnis te vorderen, terwijl binnen een week de mondelinge behandeling van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek zal dienen. Boxes LPF meent dat onder deze omstandigheden de executie van het vonnis haar niet kan worden opgedrongen, te meer nu [eiseres] de hem op 15 augustus 2011 aangeboden vergelijkbare werkzaamheden heeft geweigerd. In dat kader vordert Boxes LPF om de werking van het op 26 juli 2011 gewezen vonnis op te schorten en om [eiseres] te gebieden om de executie van het vonnis te staken.

6. Het standpunt van [eiseres] in reconventie

6.1. [eiseres] heeft met betrekking tot de reconventionele vordering tot zijn verweer - kort gezegd - aangevoerd dat Boxes LPF met haar ingestelde vordering strekkende tot opschorting van het vonnis en staking van de executie een verkapte appèlprocedure tracht te voeren.

7. De beoordeling

7.1. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.

in conventie

7.2. Voldoende aannemelijk geworden is dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij zijn gevraagde voorziening. De aard van de vordering brengt dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter met zich mee. Het enkele feit dat de mondelinge behandeling van het door Boxes LPF ingediende voorwaardelijk ontbindingsverzoek op korte termijn staat geagendeerd doet hieraan niet af, nu de voorzieningenrechter niet vooruit wenst te lopen op toekomstige zittingen en de eventuele daaruit voortvloeiende gevolgen.

7.3. De voorzieningenrechter stelt voorop dat zij geen aanleiding heeft gevonden om af te wijken van de uitspraak gedaan door de kantonrechter in zijn vonnis van 26 juli 2011 in het kader van het door [eiseres] aanhangig gemaakte kort geding. Op grond daarvan gaat de voorzieningenrechter er in deze procedure van uit dat [eiseres] rechtsgeldig ontslagen is als statutair bestuurder, maar dat hij nog heeft te gelden als een werknemer zoals bedoeld in boek 7 BW, nu het opzegverbod wegens overgang van onderneming van toepassing is geacht.

7.4. Boxes LPF heeft gesteld dat zij geen uitvoering kan geven aan het vonnis van 26 juli 2011 nu de functie van [eiseres] in het kader van een strategische bedrijfsherstructurering is komen te vervallen. De vraag of de nieuwe ontslaggrond - het vervallen van de functie van [eiseres] - zal leiden tot het einde van het dienstverband, ligt in de onderhavige procedure niet ter beoordeling voor. Het is de kantonrechter die zich een oordeel dient te vormen over het door Boxes LPF ingediende verzoek om de arbeidsovereenkomst met [eiseres] te ontbinden.

7.5. De voorzieningenrechter ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of het waarschijnlijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de door Boxes LPF opgelegde maatregel, waarbij zij [eiseres] heeft vrijgesteld van werkzaamheden, in stand zal blijven. De voorzieningenrechter oordeelt van niet en het volgende wordt hiertoe overwogen.

7.5.1. De door Boxes LPF aangevoerde feiten en omstandigheden rechtvaardigen naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet de getroffen maatregel. Immers, gesteld noch gebleken is dat zich dusdanige ernstige onregelmatigheden hebben voorgedaan die een onmiddellijk ingrijpen in de arbeidsverhouding noodzakelijk maakte. Dit geldt te meer nu Boxes LPF de maatregel heeft genomen in het kader van een strategische heroriëntatie.

Voorts wordt overwogen dat het enkele besluit van Boxes LPF om de functie van [eiseres] te laten vervallen, de opgelegde maatregel waarbij [eiseres] per onmiddellijke ingang is vrijgesteld van werkzaamheden, gezien het onverhoedse, zeer ingrijpende en in de regel diffamerende karakter daarvan voor [eiseres], niet kan rechtvaardigen. Van een zorgvuldig handelend werkgever kan en mag verwacht worden dat hij een werknemer met een leidinggevende functie, waarvan niet is betwist dat hij immer goed heeft gefunctioneerd niet "van de ene op de andere dag" naar huis stuurt. In dat opzicht getuigt de opgelegde maatregel van weinig begrip bij Boxes LPF voor de positie van [eiseres].

7.6. Met [eiseres] is de voorzieningenrechter van oordeel dat uit het vonnis van 26 juli 2011 duidelijk voortvloeit dat hij in de gelegenheid dient te worden gesteld om zijn eigen functie als managing director van Boxes LPF en [de besloten vennootschap] te Leeuwarden respectievelijk [plaats1] overeenkomstig de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst uit te voeren. Het tussen partijen gevoerde debat over de passendheid van de aangeboden werkzaamheden acht de voorzieningenrechter onvoldoende uitgekristalliseerd, hetgeen met zich mee brengt dat de Boxes LPF, terwijl dat wel op haar weg had gelegen, onvoldoende aannemelijk heeft weten te maken dat de door haar op 17 augustus 2011 aangeboden werkzaamheden vergelijkbaar zijn met de functie van managing director. Evenmin heeft Boxes LPF aannemelijk weten te maken dat de functie van managing director per onmiddellijke ingang opgeheven diende te worden, te meer nu zij zelf stelt dat deze beslissing is genomen in het kader van een strategische heroriëntatie, hetgeen impliceert dat sprake is van een weldoordacht beleid en zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt te rijmen met een spoedeisende maatregel zoals thans door Boxes LPF is genomen. Boxes LPF heeft naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit de acute noodzaak blijkt dan wel die het besluit om de functie van [eiseres] met directe ingang te laten vervallen rechtvaardigen.

7.7. Het vorenstaande leidt de voorzieningenrechter tot de slotsom dat de vordering van [eiseres] om hem in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden als managing director van Boxes LPF en [de besloten vennootschap] overeenkomstig de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op de locaties van de ondernemingen te Leeuwarden respectievelijk [plaats1] te hervatten, zal worden toegewezen.

7.8. Aan de hiervoor genoemde veroordeling zullen dwangsommen worden verbonden voor het geval Boxes LPF daarmee in gebreke blijft. Met [eiseres] is de voorzieningenrechter van oordeel dat Boxes LPF de bij vonnis van 26 juli 2011 opgelegde dwangsom kennelijk niet, althans onvoldoende, als een prikkel tot nakoming van het vonnis beschouwt, nu zij [eiseres] in weerwil van het vonnis niet in de gelegenheid heeft gesteld de overeengekomen werkzaamheden te hervatten, weshalve de gevorderde dwangsommen zullen worden toegewezen en wel telkens voor een bedrag van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Boxes LPF in gebreke blijft aan haar veroordelingen te voldoen, met een maximum van € 100.000,00.

7.9. Boxes LPF zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.

De kosten worden aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op:

- explootkosten € 90,81

- griffierecht € 260,00

- salaris van de advocaat € 816,00

-------------

totaal € 1.166,81

in reconventie

8.1. Vast is komen te staan dat Boxes LPF van het vonnis van 26 juli 2011 geen appèl heeft ingesteld. Hiermee zijn de voorzieningen onaantastbaar geworden. Met [eiseres] is de voorzieningenrechter van oordeel dat Boxes LPF met de door haar ingestelde reconventionele vorderingen alsnog een verkapte appèlprocedure tracht te voeren. Nu voorts niet is gesteld of gebleken dat er sprake is van zodanige na het vonnis opgekomen omstandigheden dat executie van het vonnis een onaanvaardbare noodtoestand aan de zijde van Boxes LPF doet ontstaan, zal de voorzieningenrechter de vorderingen afwijzen.

8.2. Boxes LPF zal als in het ongelijk te stellen partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op:

- salaris van de advocaat € 816,00.

9. De beslissing

De voorzieningenrechter:

in conventie

9.1 veroordeelt Boxes LPF om [eiseres] in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden als managing director van Boxes LPF en [de besloten vennootschap] overeenkomstig de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op de locaties van de ondernemingen te Leeuwarden respectievelijk [plaats1] te hervatten binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Boxes LPF na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen;

9.2 verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 100.000,00;

9.3. veroordeelt Boxes LPF in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 816,00 wegens salaris en op € 350,81 wegens verschotten;

9.4. verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

in reconventie

9.5. wijst de vordering van Boxes LPF af;

9.6. veroordeelt Boxes LPF in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 816,00 wegens salaris advocaat.

Dit vonnis is gewezen door mr. Th.G. Lautenbach en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2011.

fn 375

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.