Mondzorg legt aan haar verzoek - kort en voor zover van belang - het volgende ten grondslag.
[verweerster] heeft in de loop der jaren steeds meer werkzaamheden naar zich toe getrokken - zij werd een soort ‘manusje van alles’ - en zij werkte naar eigen inzicht meer dan de overeengekomen 20 uur per week. Op een gegeven moment werkte [verweerster] zelfs 30 uur per week. Mondzorg heeft dat weliswaar toegestaan, maar ook steeds aangegeven dat het om een tijdelijke situatie ging en dat Mondzorg geen overeenkomst voor 30 uur aan [verweerster] zou aanbieden.
In 2013 heeft Mondzorg [verweerster] op de hoogte gesteld van haar voornemen haar organisatie te gaan herinrichten. Zij heeft toen ook aan [verweerster] medegedeeld dat de circa 10 extra uren van [verweerster] boven de contracturen dan niet meer nodig zijn.
Bij overeenkomst van 27 januari 2014 is de naam van de functie van [verweerster] gewijzigd. De werkzaamheden die [verweerster] inmiddels feitelijk verrichtte, zijn dezelfde gebleven. De overeengekomen arbeidsduur is gehandhaafd op 20 uur per week en niet bijgesteld naar de 30 uur per week die [verweerster] op dat moment feitelijk werkte.
Vervolgens heeft Mondzorg [verweerster] in augustus 2014 wederom een contract aangeboden met een bijna ongewijzigde functie, nu voor 22 uur per week. [verweerster] heeft dit niet geaccepteerd, hetgeen Mondzorg onterecht en onredelijk voorkomt. Op 2 september 2014 heeft [verweerster] zich ziek gemeld. Zij heeft tot op heden niet hervat, hoewel [verweerster] volgens de bedrijfsarts wel arbeidsgeschikt is. Mondzorg heeft [verweerster] in de tussenliggende periode een vaststellingsovereenkomst aangeboden en er is twee keer een mediationtraject gestart, maar dat alles zonder succes.
Mondzorg stelt dat de arbeidsrelatie tussen partijen inmiddels ernstig en onherstelbaar verstoord is geraakt en dat zij het vertrouwen in een vruchtbare samenwerking met [verweerster] verloren is. In de optiek van Mondzorg is bedoelde verstoring voornamelijk ontstaan door de starre houding van [verweerster] en haar gedrag in reactie op een functiewijziging.