9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- veroordeelt de verdachte voor het feit tot een gevangenisstraf van 1 dag;
- -
veroordeelt de verdachte voor het feit tot een taakstraf voor de duur van 120 uren;
- -
beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- -
wijst de vordering voor wat betreft de immateriële schade van de benadeelde partij [slachtoffer] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 1.000,00 als schade tot aan de zitting geleden;
- -
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering ten aanzien van de overig gevorderde immateriële schade;
- -
bepaalt dat zij het gedeelte van haar vordering dat niet-ontvankelijk is verklaard slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], van € 1.000,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
20 dagenhechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Goessen, voorzitter, mr. J. Wöretshofer en
mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.M. Penders, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 juli 2015.
Buiten staat
Mr. L. Feuth is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 4 oktober 2014, in elk geval in de periode van 29 september 2014 tot en met 14 oktober 2014 te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, bestaande die ontucht uit
- het aanraken en/of betasten en/of voelen van de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het doen aanraken van en/of doen wrijven over en/of doen trekken aan zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] .
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Parketnummer: 03/866082-15
Proces-verbaal van de openbare zitting van 30 juli 2015 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortedatum] ,
wonende te [adresgegevens] .
Raadsman is mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.
mr. M.J.M. Goessen, voorzitter, mr J. Wöretshofer en mr. J.H. Klifman, rechters,
mr. K. Janssen , officier van justitie,
mr. F.F. Driessen , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.