De 7:669 lid 3 c- grond kan het verzoek echter niet schragen.
Vooreerst heeft Comex niet in het minst gesteld noch feitelijk aannelijk gemaakt dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en binnen deze periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht.
Belangrijker is dat verzoekster niet aantoont dat het door ziekte niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid de oorzaak is van voor de bedrijfsvoering onaanvaardbare gevolgen: verzoekster stelt dat niet de ziekte maar het door externe factoren wegvallen van werk de oorzaak van [verweerder] overbodigheid is.
Daarbij acht de kantonrechter van belang dat “voor de bedrijfsvoering onaanvaarbare gevolgen” impliceert dat de werkgever naar redelijkheid al datgene heeft gedaan om het intreden van die gevolgen te beperken, vergelijkbaar met de algemene schadebeperkings-plicht heeft. In dit geval is gesteld dat de vraag naar de door Comex geleverde diensten en producten door technologische ontwikkelingen is afgenomen. Dat is een omstandigeid die in beginsel voor risico van de werkgever dient te blijven: hij is de actor die tijdig moet onderkennen dat de bakens verzet moeten worden. Comex heeft niet voldoende duidelijk gemaakt, anders dan de tamelijk loze stelling “dat zij andere markten aanboort, maar dat die partijen traag reageren”, wat er de facto ondernomen is om deze gevolgen te ondervangen.
Als Comex, ter voorkoming van de directe koppeling met de ziekte van [verweerder] , stelt dat bedrijfseconomische problemen het gevolg zijn van grote omzetdaling, dan kunnen die alleen maar ontstaan door te hoge andere bedrijfskosten. Uit de overgelegde financiële stukken blijkt de kantonrechter duidelijk een inderdaad niet al te gezonde verhouding tussen enerzijds de loonlast en anderzijds de omzet. Die verhouding blijft voor altijd voor risico van de werkgever omdat dit risico goed verzekerbaar is. Bij een ziekegeldverzekering voor [verweerder] zou de (improductieve) salarislast van [verweerder] niet op de bedrijfsexploitatie drukken en gelet op haar omvang de bedrijfseconomische staat van Comex substantieel minder dramatisch maken.
Desgevraagd heeft Comex de kantonrechter ter zitting meegedeeld dat zij bij aanvang van de dienstbetrekking met [verweerder] het sluiten van een dergelijke verzekering heeft overwogen maar omdat de premie € 300,00 per maand hoger dan normaal bleek doordat [verweerder] aan de ziekte van Crohn lijdt, heeft zij bewust hiervan afgezien. Dat kan enkel ertoe leiden dat de extra druk van [verweerder] salarislast op het bedrijfsresultaat buiten beschouwing gelaten wordt en indien aanwezig de “voor de bedrijfsvoering onaanvaardbare gevolgen” geheel voor risico van de werkgever blijven.