RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Parketnummer: 03/700331-16
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 oktober 2016
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats en datum] ,
wonende te [adres verdachte] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.W. Szymkowiak, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
9 De beslissing
- spreekt de verdachte vrij van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten;
- -
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 3 jaren;
- -
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , per adres
mr. E.G.W. Hendriks, Sint Pieterstraat 51A, 6463 CR te Kerkrade, gedeeltelijk toe
en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij te betalen EUR 169,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 28 juli 2016 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
verklaart de benadeelde partij, [slachtoffer] , voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer] , van EUR 169,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 28 juli 2016 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. van Blaricum, voorzitter, mr. R.A.M.M. Gijselaers en
mr. L.J.A. Crompvoets, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J.M. Voncken, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 oktober 2016.
Buiten staat
Mr. R.A.M.M. Gijselaers en mr. L.J.A. Crompvoets zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 28 juni 2016 in de gemeente Sittard-Geleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met voornoemd opzet met een door hem bestuurde personenauto (met hoge snelheid) heeft ingereden op die [slachtoffer] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 28 juni 2016 in de gemeente Sittard-Geleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met voornoemd opzet met een door hem
bestuurde personenauto (met hoge snelheid) heeft ingereden op die [slachtoffer] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke
gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en
welk verkeersongeval had plaatsgevonden in de gemeente Sittard-Geleen op/aan
de Rijksweg Zuid, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan
een ander (te weten [getuige 1] )
schade was toegebracht;
3.
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt,
welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had
verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in de gemeente
Sittard-Geleen op/aan de Rijksweg Zuid, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan
een ander (te weten [X] en/of [Z] )
schade was toegebracht.