RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Parketnummer: 03/700185-17
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 oktober 2017
[verdachte]
,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.M. van Venrooij-Nieuwenhuis, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te doden door een baksteen naar hen te gooien. Van de feiten zijn ook subsidiaire varianten ten laste gelegd (zware mishandeling, poging tot zware mishandeling en eenvoudige mishandeling).
5 De strafbaarheid van de verdachte
De psycholoog drs. T. ’t Hoen heeft over de geestvermogens van de verdachte op 19 september 2017 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.
De verdachte is strafbaar, omdat ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
Voornoemde psycholoog heeft geadviseerd de feiten (enigszins) verminderd aan de verdachte toe te rekenen. De verachte lijdt namelijk aan een borderline persoonlijkheidsstoornis en is onvoldoende in staat om met te hoog oplopende spanningen om te gaan. Het risico op conflicten, woede-uitbarstingen en agressieve impulsdoorbraken neemt dan toe. De verdachte was in conflict geraakt met de buurvrouw en het vallen van een steen op zijn voet lijkt de trigger geweest te zijn, waardoor hij niet langer de controle had over de oplopende woede en frustratie met de onderhavige feiten als gevolg.
De verdachte is zich volgens de psycholoog wel bewust van de wederrechtelijkheid van zijn handelen, maar hij was als gevolg van zijn persoonlijkheidsstoornis onvoldoende in staat zijn gedrag op gezonde wijze bij te sturen. De oplopende spanning was indirect ook veroorzaakt door frustratie over het proces in het kader van zijn genderdysforie, waardoor de spreekwoordelijke emmer al voor een deel gevuld was en er niet veel meer nodig was om deze te laten overlopen.
De rechtbank begrijpt de conclusies en het advies van de deskundige. Zij zal het advies volgen en de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar beschouwen. Bij het bepalen van de straf zal de rechtbank daarmee rekening houden.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 45, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
De rechtbank:
- -
veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 primair en 2 primair tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
- -
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- -
bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
- -
zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- -
geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt voorts de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
-
de veroordeelde moet zich binnen vijf dagen melden bij Reclassering Nederland, locatie Maastricht, op telefoonnummer 088-8041502 en vervolgens zich gedurende de proeftijd blijven melden op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
-
de veroordeelde zal meewerken aan een intake bij de forensische polikliniek Radix te Heerlen of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, ten behoeve van zijn psychische problemen en persoonlijkheidsproblematiek en zal meewerken aan de daaruit voortvloeiende behandeling, zolang de reclassering en de behandelaars dit gedurende de proeftijd nodig achten;
-
de veroordeelde moet zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling zullen worden gegeven door zijn behandelaars en de reclassering;
-
e veroordeelde zal op geen enkele wijze contact zoeken met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en daarna alleen in overleg met de reclassering;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden, alsmede de regierol op zich te nemen bij de afstemming met de overige behandelingen die de veroordeelde ondergaat;
Benadeelde partij(en) en schadevergoedingsmaatregel(en)
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , wonende te [woonplaats] , toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van feit 1 primair te betalen € 330,04, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 mei 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] van € 330,04, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 mei 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , wonende te [woonplaats] , toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van feit 2 primair te betalen € 309,79, waarvan € 250,- voor geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 mei 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
wijst de vordering af met betrekking tot de schade aan de telefoon;
- -
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk voor het meer gevorderde aan immateriële schade;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van € 309,79, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 mei 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter, mr. P.H.M. Kuster en mr. M.M. Beije, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 17 oktober 2017.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 17 mei 2017 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet vanaf een (zeer) korte afstand (met kracht) een (zware) baksteen in de richting van [slachtoffer 1] heeft gegooid, waarbij die baksteen op het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer 2] terecht is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 17 mei 2017 in de gemeente Heerlen aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een breuk in de schedel, heeft toegebracht door vanaf een (zeer) korte afstand (met kracht) een (zware) baksteen in de richting van [slachtoffer 1] te gooien, waarbij die baksteen op het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] terecht is gekomen;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat
hij op of omstreeks 17 mei 2017 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door vanaf een (zeer) korte afstand (met kracht) een (zware) baksteen in de richting van [slachtoffer 1] heeft gegooid, waarbij die baksteen op het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer 2] terecht is gekomen tegen het hoofd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 17 mei 2017 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet door vanaf een (zeer) korte afstand (met kracht) een (zware) baksteen tegen de bovenarm, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] heef gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 17 mei 2017 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door vanaf een (zeer) korte afstand (met kracht) een zware baksteen tegen de bovenarm, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat
hij op of omstreeks 17 mei 2017 in de gemeente Heerlen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door vanaf een (zeer) korte afstand (met kracht) een (zware) baksteen tegen de bovenarm, althans tegen het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gegooid.