- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Schutte, voorzitter, mr. J.H.M. Engels en
mr. P. van Blaricum, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Schuwirth en
mr. K.J.M. Voncken, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 november 2017.
1.
zij in de periode 1 januari 2009 tot en met 26 september 2012 te Heel, gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl zij en/of haar mededader(s) op en/of in de bodem van perceel [adres] (een) handeling(en), als bedoeld in artikel 6 tot en met 11 van de Wet bodembescherming heeft/hebben verricht, te weten handelingen, waarbij stoffen die de bodem konden verontreinigen of aantasten,
op of in de bodem werden gebracht teneinde deze daar te laten, te weten het
(ter bewaring) op of in de bodem opslaan van afvalwater en/of vloeibare fotografische en/of vloeibare galvanische afvalstoffen en/of gaswasvloeistof en/of gaswasslurry en/of slib en/of
het op of in de bodem brengen van afvalstoffen, te weten afvalwater en/of vloeibare fotografische en/of vloeibare galvanische afvalstoffen en/of gaswasvloeistof en/of gaswasslurry en/of slib en/of
het op of in de bodem doen uitstromen van verontreinigd water en/of slib en/of
het uitvoeren van de ontwatering van slib
en terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden, dat door die handeling(en) de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast,
toen al dan niet opzettelijk niet aan haar/hun verplichting heeft/hebben voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van haar/hen kon worden gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen dan wel, terwijl die verontreiniging en/of aantasting zich voordeed, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.