Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLIM:2017:1272

Rechtbank Limburg
15-02-2017
16-02-2017
5377896 CV 16-9173
Burgerlijk procesrecht, Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Geschil over asbestemming overleden vader.

Rechtspraak.nl
ERF-Updates.nl 2017-0047
JERF Actueel 2017/57

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 5377896 \ CV EXPL 16-9173

Vonnis van de kantonrechter van 15 februari 2017

in de zaak van:

1. [eiser 1] , wonende te [woonplaats eiser 1] , te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw [mentor] en/of mevrouw [bewindvoerder] , laatstgenoemde te dezer zake h.o.d.n. Horizon Bewindvoering en Budgetbeheer, gevestigd te Weert,

2. [eiser 2] , te dezer zake optredende als bewindvoerder van mw. [eiser 1] , h.o.d.n. Horizon Bewindvoering en Budgetbeheer,
gevestigd te Weert,

3. [eiser 3],
wonende [adres eiser 3] ,

[woonplaats eiser 3] ,

eisers in conventie, verweerders in reconventie,

gemachtigde mr. D.E.M.P.J. Reijnart,

tegen:

[gedaagde] ,

wonend [adres gedaagde] ,

[woonplaats gedaagde] ,

gedaagde in conventie, eiser in reconventie,

gemachtigde mr. E.M.G. Wolters.

Partijen worden hierna enerzijds aangeduid als [eiser 1] , [bewindvoerder] , [eiser 3] , gezamenlijk ook ‘eisers in conventie’, en anderzijds als [gedaagde] .

1 De procedure in conventie en in reconventie

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie

  • -

    de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis in conventie

  • -

    de akte houdende wijziging van eis in reconventie tevens houdende aanvullende productie

  • -

    de door mr. Reijnart ingezonden producties 12, 16, 17 en 18

  • -

    de op 19 januari 2017 gehouden comparitie van partijen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten in conventie en in reconventie

2.1.

Op 8 april 2014 is de heer [X] (hierna: [X] ) overleden. Tijdens leven was hij gehuwd met [eiser 1] . Uit dit huwelijk zijn geboren [eiser 3] en [gedaagde] .

2.2.

[X] heeft [eiser 1] bij testament van 23 februari 1990 tot executeur-testamentair benoemd. [eiser 1] was hiertoe vanwege ernstige dementie waaraan zij reeds ten tijde van het overlijden van [X] leed, niet meer in staat.

Over het vermogen van [eiser 1] is in 2013 een bewind ingesteld met benoeming van [bewindvoerder] tot bewindvoerder. Er is ten behoeve van [eiser 1] eveneens een mentorschap ingesteld, met benoeming van mevrouw [mentor] tot mentor.

2.3.

[gedaagde] heeft de uitvaart geregeld en heeft opdracht gegeven voor de crematie van [X] . De uitvaart heeft plaatsgevonden bij het crematorium “Tussen de Bergen” te Roermond. De urn met daarin de restanten van [X] is bij het crematorium gebleven totdat zij op 28 augustus 2015 door [gedaagde] is opgehaald.

2.4.

Op 26 augustus 2016 heeft [eiser 3] conservatoir beslag laten leggen op de urn. De in beslag genomen urn is in bewaring gegeven aan Van Deursen Uitvaartverzorging B.V. te Weert.

3 Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.

Eisers in conventie vorderen, bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, en na vermeerdering van eis:

3.1.1.

te verklaren voor recht dat de wens, althans de vermoedelijke wens, van [X] in de zin van artikel 18 van de Wet op de Lijkbezorging is dat zijn lijkbezorging geschiedt door crematie gevolgd door plaatsing van de urn met daarin zijn resten in een urnengraf van crematorium “Tussen de Bergen” te Roermond, althans op een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen wijze;

3.1.2.

te verklaren voor recht dat de op verzoek van eisers in conventie op 26 augustus 2016 in conservatoir beslag genomen en aan Van Deursen Uitvaartverzorging B.V. te Weert in gerechtelijke bewaring gegeven urn (inclusief documentatie) op de voet van het bepaalde in artikel 861 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan eisers in conventie dient te worden afgegeven;

3.1.3.

[gedaagde] te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat de urn (inclusief documentatie) door de bewaarder wordt afgegeven aan eisers in conventie, teneinde hen in de gelegenheid te stellen de urn te bestemmen conform de onder 3.1.1. gevorderde verklaring voor recht, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding, vermeerderd met € 100,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt;

3.1.4.

te verklaren voor recht dat eisers in conventie belast zullen zijn met het geven van voornoemde bestemming door al hetgeen te doen om de urn feitelijk in een urnengraf van crematorium “Tussen de Bergen” te Roermond te krijgen, althans op een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen wijze;

3.1.5.

[gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de beslagkosten ad € 850,14, met bepaling dat indien het bedrag aan proceskosten niet is voldaan binnen 14 dagen na dagtekening, althans betekening van dit vonnis, vanaf de 15e dag over het bedrag aan proceskosten de wettelijke rente is verschuldigd, tot aan de dag der algehele voldoening.

3.2.

[gedaagde] voert verweer in conventie.

3.3.

[gedaagde] vordert in reconventie, bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, en na wijziging van eis:

3.3.1.

Primair te bepalen dat de as (inclusief documentatie) wordt afgegeven c.q. wordt teruggegeven aan [gedaagde] , alsmede eisers in conventie te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat [gedaagde] de as mag verstrooien in Maastricht, meer in het bijzonder op een perceel in de regio ‘Sint Pieter’, dat voldoet aan de eisen als bepaald in artikel 7 van de algemene plaatselijke verordening van de gemeente Maastricht;

3.3.2.

Subsidiair te bepalen dat de as (inclusief documentatie) wordt afgegeven c.q. wordt teruggegeven aan [gedaagde] , alsmede eisers in conventie te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat [gedaagde] de as mag verstrooien in Maastricht, meer in het bijzonder op het strooiveld van de Begraafplaats Tongerseweg in Maastricht.

3.4.

Eisers in conventie voeren verweer in reconventie.

3.5.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.

Partijen hebben tijdens de comparitie van partijen op 19 januari 2017 overeenstemming bereikt over de bevoegdheid van de kantonrechter om van dit geschil kennis te nemen in die zin dat zij het onderhavige geschil op grond van artikel 96 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorleggen aan de kantonrechter.

Van deze keuze voor prorogatie bij de kantonrechter is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan dit vonnis is gehecht.

4.2.

Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, zal de kantonrechter deze hieronder gezamenlijk bespreken en beoordelen.

4.3.

Partijen verschillen - kort gezegd - van mening over de bestemming van de as van [X] .

4.4.

Ter zitting is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat de Wet op de Lijkbezorging prevaleert boven hetgeen [X] ten aanzien van het regelen van zijn uitvaart bij testament heeft bepaald. Ingevolge artikel 18 lid 1 van de Wet op de Lijkbezorging wordt in de lijkbezorging voorzien door degene die het verlof voor de begraving of de crematie aanvraagt. Niet in geschil is dat [gedaagde] , die opdracht heeft gegeven voor de crematie, kan worden aangemerkt als degene die de crematie heeft aangevraagd en dus in de lijkbezorging van [X] dient te voorzien. Onder lijkbezorging wordt ingevolge artikel 18 lid 2 van de Wet op de Lijkbezorging begrepen het geven van bestemming aan de as van een gecremeerd lijk.

In artikel 18 lid 2, tweede volzin, van de Wet op de Lijkbezorging is bepaald dat de lijkbezorging geschiedt overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene, tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden. Met andere woorden, hoewel [gedaagde] belast is met de lijkbezorging van [X] staat het hem niet vrij de as een bestemming te geven die niet overeenkomt met de vermoedelijke wens van de overledene.

4.5.

Over de (vermoedelijke) wens van [X] lopen de meningen van partijen uiteen.

[eiser 3] stelt zich op het standpunt dat hij uit gesprekken die hij met zijn ouders heeft gevoerd weet, dat het de wens van zijn vader, [X] , was om te worden bijgezet in een urnengraf bij crematorium c.q. columbarium “Tussen de Bergen” te Roermond. Op deze locatie hebben zowel de familie van [X] als van [eiser 1] hun laatste bestemming gekregen. Zowel [X] als [eiser 1] wensten bij overlijden herenigd te worden met de reeds overleden familieleden, maar ook met elkaar.

[gedaagde] heeft betoogd dat het de uitgesproken wens van zowel vader als moeder was om na hun overlijden gecremeerd te worden en vervolgens uitgestrooid. [gedaagde] heeft tot aan de dood van zijn vader intensief contact met hem gehad.

Beide ouders wilden niet in een graf geplaatst worden omdat zij niet wilden dat de kinderen belast zouden worden met de verzorging van hun graf. Het was hun wens om hun as uit te laten strooien op/nabij de Sint Pietersberg in Maastricht omdat beiden deze stad vaak bezochten en er prettige herinneringen aan bewaarden.

4.6.

De kantonrechter heeft ter zitting vastgesteld dat [eiser 3] zijn interpretatie van de wens van [X] baseert op gesprekken die hij in de periode 2006-2008 met hem heeft gevoerd. Na 2008 heeft [eiser 3] geen contact meer gehad met zijn vader.

Naar het oordeel van de kantonrechter is het, gelet op het tijdsbestek tussen het laatste contact in 2008 en het overlijden van [X] in 2014, niet zeker dat de wens van [X] onveranderd is gebleven.

Ter zitting is verder gebleken dat [gedaagde] zijn interpretatie van de wens van zijn vader [X] baseert op gesprekken die hij vlak voor het overlijden met hem heeft gehad.

De kantonrechter begrijpt dat [X] aan zijn zoon [gedaagde] heeft verteld dat hij zijn nabestaanden niet wenste te belasten met het verzorgen/onderhouden van zijn graf en dat zijn as samen met die van zijn vrouw het beste uitgestrooid kon worden op een plek in Maastricht.

Wat betreft deze wens ziet de kantonrechter zich geplaatst voor het feit dat [X] en zijn vrouw geen enkele band hadden met Maastricht – kennelijk op enkele uitstapjes na -, hun beider families begraven liggen op de begraafplaats “Tussen de Bergen” te Roermond en beide partijen het er in ieder geval over eens zijn dat [X] en zijn vrouw na hun overlijden samen willen zijn. Deze omstandigheden maken dat er bij de kantonrechter met name ernstige twijfel is opgekomen met betrekking tot de plaats waar zij na hun overlijden willen verblijven.

4.7.

De kantonrechter komt tot de conclusie dat het niet meer mogelijk is om de exacte wens van [X] te achterhalen. Bij [eiser 1] kan evenmin navraag worden gedaan, nu zij reeds geruime tijd lijdt aan een ernstige vorm van dementie. Ter zitting heeft haar mentor, mevrouw [mentor] , verklaard dat zij niet meer met [eiser 1] heeft kunnen bespreken wat haar laatste wens en die van [X] was.

Naar het oordeel van de kantonrechter dient [gedaagde] , die ingevolge de Wet op de Lijkbezorging de taak heeft om bestemming aan de as te geven, dit op een zorgvuldige en piëteitsvolle wijze te doen, waarbij hij ook zoveel mogelijk rekening houdt met de belangen van de andere nabestaanden. Immers, ook bij [X] en zijn vrouw zal de normale ouderlijke wens aanwezig zijn geweest dat hun beide kinderen hen op een goede wijze zullen kunnen herdenken en dat daarvoor ook een plaats en wijze wordt gevonden die voor beide kinderen aanvaardbaar is.

4.8.

Het geschil van partijen over de bestemming van de as van [X] bestaat al geruime tijd. De standpunten van beide broers hebben gedurende die tijd onwrikbaar geleken. Toch heeft de kantonrechter geconstateerd dat beide partijen tijdens de comparitie van partijen in staat zijn gebleken naar elkaar op te schuiven. Dat is verheugend.

De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] zich niet langer verzet tegen Roermond als de bestemming voor de as van [X] . [gedaagde] heeft ook geen bezwaren meer tegen begraafplaats “Tussen de Bergen” in Roermond.

Helaas is het partijen echter niet gelukt overeenstemming te bereiken over de vraag op welke manier de as zijn bestemming dient te krijgen: door verstrooiing op het strooiveld (bepleit door [gedaagde] ) of bijzetting in het graf van de familie van [eiser 1] (bepleit door [eiser 3] ). Over dit geschilpunt zal de kantonrechter dus de knoop moeten doorhakken.

Naar het oordeel van de kantonrechter doet asverstrooiing op het strooiveld van begraafplaats “Tussen de Bergen” in Roermond het meest recht aan de belangen van zowel [gedaagde] als [eiser 3] . Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat op deze wijze enerzijds tegemoet is gekomen aan de wens van [eiser 3] om Roermond als laatste bestemming voor vader te kiezen, en anderzijds aan de wens van [gedaagde] - die met zijn vader gedurende de laatste jaren voor zijn dood intensief contact heeft gehad - om de as te verstrooien. Bovendien wordt de as verstrooid in de nabijheid van de laatste rustplaats van meerdere familieleden en vormt het strooiveld naar het oordeel van de kantonrechter een neutrale plek voor beide zoons om hun vader te gedenken.

4.9.

De kantonrechter heeft eveneens vastgesteld dat [eiser 3] en [gedaagde] het erover eens zijn dat hun ouders na hun dood bij elkaar wilden blijven. Het geschil dat partijen nu hebben gaat niet over de lijkbezorging van moeder. Gelet op de hoog gevorderde leeftijd van moeder en haar vergevorderde ziekte is dit echter een vraag die zich naar verwachting op niet al te lange termijn zal aandienen. Of partijen over de lijkbestemming van moeder overeenstemming kunnen bereiken weet de kantonrechter niet maar gelet op het feit dat partijen in dit geschil toch in staat zijn gebleken wezenlijk naar elkaar op te schuiven is het wellicht niet onmogelijk. De kantonrechter acht het daarom belangrijk dat partijen nog de kans krijgen om samen te bepalen wat er met hun beider ouders gebeurd. Enkel als zij daarin niet slagen dient het oordeel van de kantonrechter – ten aanzien van [X] – bepalend te zijn. De kantonrechter zal dan ook bepalen dat [gedaagde] pas tot het verstrooien van de as mag overgaan 6 maanden na het overlijden van [eiser 1] , zodat de mogelijkheid bestaat om de as van beide ouders tezamen te verstrooien of alsnog gezamenlijk een andere wijze voor de lijkbezorging te bepalen.

4.10.

Gelet op de verstoorde verstandhouding tussen [eiser 3] en [gedaagde] zal de kantonrechter bepalen dat de urn met daarin de resten van [X] in bewaring zal blijven bij Van Deursen Uitvaartverzorging te Weert totdat tot verstrooiing van de as zal worden overgegaan. Indien hieraan kosten zijn verbonden zullen deze door beide partijen in gelijke delen worden gedragen.

4.11.

De kantonrechter acht geen termen aanwezig partijen toe te laten tot nadere bewijslevering.

4.12.

Gelet op de familierelatie tussen partijen zullen de proceskosten, met inbegrip van de beslagkosten, tussen hen worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.13.

De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5 De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter

5.1.

bepaalt dat de as van [X] door [gedaagde] zal worden verstrooid op het strooiveld van begraafplaats “Tussen de Bergen” te Roermond,

5.2.

bepaalt dat [gedaagde] pas tot verstrooiing van de as mag overgaan 6 maanden na het overlijden van [eiser 1] ,

5.3.

bepaalt dat de urn met daarin de resten van [X] in bewaring zal blijven bij Van Deursen Uitvaartverzorging te Weert in afwachting van verstrooiing van de as door [gedaagde] ,

5.4.

bepaalt dat de urn met daarin de resten van [X] 6 maanden na het overlijden van [eiser 1] aan [gedaagde] zal worden afgegeven,

5.5.

compenseert de proceskosten, met inbegrip van de beslagkosten, tussen partijen in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.6.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.

type: em

coll:

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.