3.1.
[eisende partij] vordert in conventie – samengevat en na wijziging– veroordeling van
[X] B.V. tot:
a. betaling van het salaris over de maand juli 2016 ad € 2.893,91 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2016,
b. betaling van het vakantiegeld over de maanden mei tot en met juli 2016 ad € 463,20 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2016,
c. betaling van de opgebouwde doch niet genoten verlofuren ad € 817,57 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2016,
d. verstrekking van een schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificatie waarin de sub a tot en met c te betalen bedragen zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00,
d. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 651,07
e. betaling van de wettelijke verhoging over het sub a tot en met c gevorderde bedrag,
f. de kosten en nakosten van de procedure.
3.2.
[X] B.V. vordert – samengevat – in reconventie:
a. een verklaring voor recht dat [X] B.V. een bedrag van € 5.875,28 onverschuldigd heeft betaald aan [eisende partij] ,
alsmede [eisende partij] te veroordelen
b. tot betaling van een bedrag van € 3.086,38 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2016
c. in de kosten van de procedure, binnen 14 dagen na dit vonnis te voldoen.
Daarnaast voert [X] B.V. verweer tegen de vordering in conventie.