In de beleidsregels van het UWV is met betrekking tot het verbetertraject tot uitdrukking gebracht dat de werkgever verplicht is voldoende contact te hebben met de werknemer om verbetering teweeg te brengen in zijn functioneren. Dat contact moet gericht zijn op verbetering en mag zich niet beperken tot het enkele registreren of rapporteren van het gesteld tekortschietend functioneren. Concreet betekent dat voor aanvang van het verbetertraject een plan van aanpak, ook wel een verbeterplan genoemd, moet worden opgesteld. In het verbeterplan moet de werkgever aan de hand van concrete voorbeelden op een inzichtelijke wijze toelichten waar het bij het functioneren van de werknemer precies aan schort, wat de werkgever precies van de werknemer in zijn functie verwacht en op welke wijze of met welke instrumenten de werkgever verwacht dat de beoogde verbetering moet worden bereikt.
Door Sitech is geen verbeterplan in de hiervoor bedoelde zin opgesteld. Weliswaar zijn sinds 2014 ontwikkelpunten genoemd maar de formulieren waarin dit is gebeurd bevatten geen wijze van begeleiding en evenmin een termijn die aan [werknemer] werd geboden om zijn functioneren te verbeteren. Van een deugdelijk verbeterplan was derhalve geen sprake. Voorts is niet onderbouwd gesteld dat er door Sitech in het kader van het verbetertraject cursussen zijn aangeboden. Van de benoemde cursussen heeft [werknemer] onweersproken aangevoerd dat die algemeen aangeboden werden zodat niet vaststaat dat Sitech aan [werknemer] een cursusaanbod heeft gedaan dat specifiek was gericht op verbetering van de door Sitech benoemde ontwikkelpunten.
Waar enerzijds op de te ontwikkelen punten specifiek gerichte cursussen niet voldoende onderbouwd zijn gesteld, heeft Sitech wel onweersproken gesteld dat [werknemer] in afwijking van hetgeen bij project managers gebruikelijk was ‘dedicated’ werd aan een opdrachtgever en daardoor zijn werklast (en het rendement dat hij voor Sitech opleverde) sterk teruggebracht werd. Dit leidt echter niet tot de conclusie dat daarmee aan [werknemer] voldoende gelegenheid is geboden om te verbeteren. Immers heeft deze interventie daadwerkelijk effect, ook Sitech stelt dat er verbetering te zien was. Dat dit voor Sitech onvoldoende was, mogelijk ook in het licht van de investering, moge wellicht zo zijn, maar bij ontbreken van heldere afspraken wat betreft doelstellingen, te bereiken niveau en periode waarbinnen dit moest gebeuren, kan niet gezegd worden dat dit voldoende duidelijk was voor [werknemer] zodat hij moest begrijpen wat de gevolgen waren van eind 2016 nog niet voldoen aan de -overigens niet volledig omschreven- normen.
Conclusie is dan ook dat het verbetertraject onvoldoende vorm gegeven is. Dit klemt te meer gelet op het vervolg, het zogenoemde 2de kans traject. Daarbij is van belang dat binnen Sitech, zo is onweersproken gesteld, bij niet functionerende werknemers een stappenplan wordt gevolgd waarvan allereerst een verbetertraject binnen de eigen functie deel uitmaakt, maar vervolgens een zogenoemd ‘2de kans’-traject gevolgd wordt. Dit laatste valt onder de herplaatsingsverplichting die in het kader van een ontbinding op basis van de d-grond eveneens onderzocht dient te worden.