2.1.
De Provincie vordert na wijziging van eis, samengevat, om:
I. gedaagden te veroordelen om de sub 4 van de dagvaarding genoemde perceelgedeelten met de hunnen en al het hunne binnen 1 uur na betekening van het vonnis te ontruimen en ontruimd te houden en deze perceelgedeelten aan de Provincie in gebruik te geven en te dulden dat deze perceelgedeelten door de Provincie voorafgaand aan de inschijving van het vonnis van de rechtbank d.d. 8 februari 2017 worden gebruikt ter uitvoering van het werk waarvoor onteigend is en na gereedkomen van het werk in gebruik worden genomen.
II. primair: de Provincie te machtigen om, zo gedaagden daarmee in gebreke mochten blijven, de ontruiming zelf te bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm, en te gelasten dat de kosten ter uitvoering van deze machtiging ten laste komen van gedaagden,
subsidiair: te bepalen dat gedaagden hoofdelijk een dwangsom van € 5.000,- verschuldigd zullen zijn voor iedere dag, een gedeelte van een dag als een gehele dag te rekenen, dat zij in gebreke zijn met het volledig voldoen aan het sub I gevorderde.
2.2.
De Provincie legt aan de vordering ten grondslag dat zij spoedeisend belang heeft bij en recht heeft op de gevraagde voorzieningen, omdat het vonnis van8 februari 2017, waarbij gronden van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zijn onteiegnd, onherroepelijk is geworden, en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] op oneigelijke gronden en misbruik makend van (proces)recht en bevoegdheden uitstel forceert van de descente, waarvan het proces-verbaal noodzakelijk is voor de inschrijving van het onteigeningsvonnis en derhalve voor de eigendomsoverdracht van het onteigende. Bij het werk ten behoeve waarvan onteigend wordt, bestaat een groot maatschappelijk belang. Door het uitstel komt de planning ervan, met name de werkzaamheden ten behoeve van de verlegging van de gasleiding door de Gasunie in het gedrang. Als de Gasunie niet vóór oktober 2017 haar werkzaamheden kan afronden, loopt het werk forse vertraging op waardoor schade ontstaat en het werk niet volgens plan kan worden opgeleverd.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] vordert in voorwaardelijke reconventie, voor het geval dat enige vordering van de Provincie geheel of gedeeltelijk zal worden toegewezen, samengevat, dat de voorzieningenrechter, de Provincie:
a. a) zal verbieden om middellijk of onmiddellijk actie te (doen) ondernemen ter zake de eigendommen van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] behorend tot kasteel Reijmersbeek c.q. de daartoe blijkens de akte van 1809 behorende gronden aan te tasten, te betreden of ter zake actie anderszins te (doen) ondernemen tot in hoogste instantie onherroepelijk zal zijn beslist omtrent de competentie van de Nederlandse rechter ter zake deze eigendommen alsook omtrent de inhoud en strekking van zijn rechten ter zake deze eigendommen,
b) zal veroordelen tot vrijwaring van iedere middellijke en/of onmiddellijke aantasting, betreding, actie of anderszins zijdens, in opdracht van of door toedoen van de Provincie en/of door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] niet aan de Provincie en/of haar opdrachtnemers toegelaten aantasting, betreding of actie anderszins van kasteel Reijmersbeek en daartoe blijkens de akte van 1809 behorende gronden c.q. de te onteigenen eigendommen van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] behorend tot Reijmersbeek c.q. daartoe blijkens de akte van 1809 behorende gronden,
c) zal veroordelen om, alvorens enige actie ter zake de eigendommen van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] behorend tot kasteel Reijmersbeek te ondernemen, volledig moet zijn voldaan aan de voor de realisering en ingebruikneming van het project “Buitenring” ter plaatse geldende voorwaarden zoals gesteld in A) de Nbw vergunning, B) de uitspraak van de Raad van State ter zake de Reijmersbekerweg 28 en C) het onteigeningsvonnis van 8 februari 2017,
d) zal veroordelen tot betaling van een dwangsom ad € 50.000,- per dag of gedeelte van een dag dat de Provincie handelt in strijd met de veroordelingen sub a) en/of sub b) en/of sub c).
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] legt aan de vordering ten grondslag dat zolang niet onherroepelijk is beslist op het tegen het onteigeningsvonnis van 8 februari 2017 ingestelde hoger beroep, waarbij een beslissing moet worden gegeven over de rechten die voortvloeien uit de akte van 1809, het landgoed Reijmersbeek gevrijwaard dient te blijven van elke inbreuk door derden. Daarnaast legt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] aan de vordering ten grondslag dat de Provincie eerst dient te voldoen aan een aantal uit de wet en de uitspraken van de Raad van State en de rechtbank voortvloeiende verplichtingen. Omdat zij dat nu niet doet, handelt de Provincie onrechtmatig jegens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] .