Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat er in deze zaak onvoldoende (betrouwbaar) wettig bewijs is om tot de overtuiging te komen dat de verdachte degene is geweest die telkens de tenlastegelegde branden zou hebben gesticht, of die daarbij een zodanig aandeel heeft gehad dat hij als medepleger van een of meerdere brandstichtingen is aan te merken. Daartoe voert zij aan dat er allereerst geen enkel objectief (technisch/forensisch) bewijs is dat de branden (telkens) zijn ontstaan door brandstichting. Verder is er geen sprake van voldoende wettig, betrouwbaar en overtuigend (objectief) bewijs waaruit niet anders dan kan worden afgeleid dat de beweerdelijke brandstichtingen, in hun ‘uiterlijke verschijningsvorm’ en/of naar de ‘aard’ en het ‘brandverloop’, zijn gepleegd door meer dan één persoon. Er is geen sprake van een specifieke modus operandi. Er is geen voldoende wettig bewijs op grond waarvan boven redelijke twijfel verheven de vermeende betrokkenheid van de verdachte bij de hem tenlastegelegde feiten komt vast te staan. Er wordt niet voldaan aan het zogenaamde ‘bewijsminimum’: de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1] staat ‘alleen’. De verklaringen van getuige [getuige 5] kunnen niet als steunbewijs dienen. Ze zien op verklaringen van ‘horen zeggen’ van [medeverdachte 1] .
Ten aanzien van de resultaten van het onderzoek naar de telecomgegevens acht de verdediging de resultaten van het onderzoek van [telecommunicatie expert] en de conclusies/analyse van [verbalisant] onbetrouwbaar, te stellig en (bovendien) ingegeven door tunnelvisie en reeds daarmee niet bruikbaar als (steun-)bewijs. Dit standpunt wordt ondersteund door de rapportage van het NFI. De processen-verbaal ter zake kunnen niet voor het bewijs worden gebezigd.
De verdediging stelt zich ten aanzien van de tenlastegelegde autobrand van een Volkswagen Caddy op 7 augustus 2014, de palletbrand van 16 augustus 2014 en de coniferenbrand van 19 augustus 2014 telkens op het standpunt dat de verdachte een ‘alibi’ heeft. Verdachte zou volgens zijn moeder en/of zijn vader thuis zijn geweest op het moment dat de branden zouden zijn ontstaan.
Ten aanzien van de ‘ [naam café] -brand’ heeft de verdachte ter terechtzitting een aannemelijke verklaring afgelegd met betrekking tot de ‘112-telefoon’. De verdachte heeft de mobiele telefoon aan [medeverdachte 1] uitgeleend. Dat verdachte deze telefoon vaker uitleende, blijkt ook uit de verklaringen van de getuigen [getuige 6] en [getuige 7] .
Kortom, de verdediging stelt zich op het standpunt dat de verdachte van alle tenlastegelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
Het oordeel van de rechtbank
1
3.3.1
De rechtbank spreekt de verdachte integraal vrij van de aan hem tenlastegelegde feiten 2 (strobalen), 3 (coniferenhaag) en 4 (palletfabriek) onder parketnummer 03/721498-14 en van het aan hem tenlastegelegde feit 1 (VW Caddy) onder parketnummer 03/702525-15.
Het procesdossier bevat ten aanzien van de tenlastegelegde brandstichtingen met betrekking tot de strobalen, een coniferenhaag en een Volkswagen Caddy, uitsluitend één bewijsmiddel dat de verdachte rechtstreeks koppelt aan de tenlastegelegde brandstichtingen, te weten de belastende verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] . In algemene zin merkt de rechtbank op dat naar het oordeel van de rechtbank de enkele verklaring van [medeverdachte 1] onvoldoende is om tot een bewezenverklaring van de betrokkenheid van de verdachte te komen, tenzij de verklaring voldoende gedetailleerd is én voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen. Naar het oordeel van de rechtbank is dit hier niet het geval.
Met betrekking tot de Caddy overweegt de rechtbank nog dat zij in tegenstelling tot de officier van justitie geen steunbewijs vindt in de verklaring van [getuige 4] nu hij verklaart over een auto die in brand zou staan bij zijn moeder om de hoek. Zijn moeder woont op de [adres 4] te Brunssum, terwijl deze Caddy in brand stond op de Klingbemden te Brunssum, zijnde op zo’n 2,7 km afstand van de [adres 4] . Gelet hierop gaat de rechtbank ervan uit dat de verklaring op een andere brand betrekking heeft.
De verklaring van [medeverdachte 1] is ten aanzien van de brandstichting op het terrein van de palletfabriek (feit 4) weinig concreet en bevat informatie die [medeverdachte 1] niet zelf heeft waargenomen, maar verkregen heeft van de verdachte. [medeverdachte 1] verklaart namelijk dat hij van de verdachte heeft gehoord dat laatstgenoemde met de medeverdachte [medeverdachte 2] brand zou hebben gesticht bij de palletfabriek. Over hoe de brand precies is gesticht en wat de rol van de verdachte daarbij is geweest, kan [medeverdachte 1] niet verklaren. Daarnaast vindt de verklaring van [medeverdachte 1] onvoldoende bevestiging in andere (onafhankelijke) bewijsmiddelen. De getuige [getuige 5] verklaart immers met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte alleen over hetgeen zij van [medeverdachte 1] en de verdachte heeft gehoord, maar niet over de wijze waarop de brand is gesticht en welke rol de verdachte daarbij daadwerkelijk heeft vervuld. Hetgeen zij van verdachte zelf heeft gehoord betreft namelijk enkel de zorgen die verdachte nadien zou hebben gehad over de eventuele aanwezigheid van camera’s ter plaatse, hetgeen geen direct bewijs van betrokkenheid van de verdachte oplevert. Ditzelfde geldt voor de verklaring van de getuige [getuige 8] .
Ook het proces-verbaal onderzoek telecommunicatie brandstichtingen van verbalisant [verbalisant] , in combinatie met het rapport van bevindingen van telecommunicatie-interceptie expert van de politie [telecommunicatie expert] , bevat richting de verdachte onvoldoende belastend bewijsmateriaal, gelet op de kritische bevindingen en opmerkingen van de getuige-deskundige NFI-deskundige [NFI-deskundige] daarover.
Anders dan bij feit 4 is de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] ten aanzien van de feiten met betrekking tot de brandstichting van de strobalen, de coniferenhaag en de Volkswagen Caddy wel gedetailleerd. [medeverdachte 1] verklaart dat hij samen met de verdachte de branden heeft gesticht en verklaart welk aandeel de verdachte hierin heeft gehad. De verklaring van [medeverdachte 1] staat wat de betrokkenheid van de verdachte betreft desalniettemin ook hier op zichzelf en wordt niet ondersteund door ander bewijsmateriaal uit het procesdossier, reden waarom de rechtbank de verklaring van [medeverdachte 1] ook hier onvoldoende acht om te komen tot een bewezenverklaring van de betrokkenheid van de verdachte bij het in brand steken van de strobalen, de coniferenhaag en de Volkswagen Caddy.
Gelet op het voorgaande spreekt de rechtbank de verdachte vrij van voormelde tenlastegelegde feiten.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1. primair (03/721498-14)
op 21 juli 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met aanmaakblokjes en vervolgens deze aanmaakblokjes in/onder een personenauto (te weten een BMW 320d) (geparkeerd op de Dorpsstraat te Bingelrade) te plaatsen, ten gevolge waarvan genoemde auto gedeeltelijk is verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor genoemde auto en gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
2 primair (03/702525-15)
op 1 juli 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met aanmaakblokjes en deze aanmaakblokjes in een pand, gelegen aan de [adres 2] te Schinveld, te deponeren, ten gevolge waarvan genoemd pand is verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor genoemd pand en in het pand aanwezige goederen te duchten was;
3 primair (03/702525-15)
op 11 augustus 2014 in de gemeente Brunssum, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met aanmaakblokjes en vervolgens deze aanmaakblokjes tegen een pand, gelegen aan de [adres 3] te gooien en/of te deponeren, ten gevolge waarvan voornoemd pand gedeeltelijk is verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor genoemd pand en in het pand aanwezige goederen te duchten was.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing
- -
spreekt de verdachte vrij van de onder parketnummer 03/721498-14 tenlastegelegde feiten 2, 3 en 4;
- -
spreekt de verdachte vrij van het onder parketnummer 03/702525-15 tenlastegelegde feit 1;
- -
veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een gevangenisstraf van 18 maanden;
- -
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
Feit 2, feit 3 en feit 4 (03/721498-14) en feit 2 (03/702525-15):
- -
bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde partij 6] , [benadeelde partij 3] , [naam vof benadeelde partij 2] v.o.f. niet-ontvankelijk zijn;
- -
bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet ontvankelijk is en dat zij haar vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- -
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
Feit 1 primair (03/721498-14):
- -
veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , wonende te [woonplaats] , te betalen € 4280,03;
- -
bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] , van € 4280,03, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 52 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- -
bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- verklaart verbeurd de volgende inbeslaggenomen voorwerpen:
- (2371695) 5 aanmaakblokjes (Quicklight);
- gelast de teruggave van het volgende inbeslaggenomen voorwerp aan de veroordeelde:
- (2377943) 1 GSM Iphone Apple.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C.A. Wilschut, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en
mr. M.E. Notermans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. Klompe, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 september 2017.
Buiten staat
Mr. M.E. Notermans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is onder parketnummer 03/721498-14 ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 21 juli 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) deze aanmaakblokjes in een (personen)auto (te weten een BMW 320d) (geparkeerd op de Dorpstraat te Bingelrade) te plaatsen, ten gevolge waarvan genoemde auto geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor genoemde auto en omringende, geparkeerd staande, auto's en het daar bevindende ontmoetingscentrum, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 21 juli 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een (personen)auto, te weten een BMW 320d, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 4 augustus 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) die aanmaakblokjes in een of meer strobalen heeft geplaatst, ten gevolge waarvan voornoemde strobalen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor omringende strobalen en/of een aanhangwagen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 4 augustus 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk meerdere strobalen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 19 augustus 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) die aanmaakblokjes in een coniferenhaag heeft geplaatst,
ten gevolge waarvan die coniferenhaag geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand,
in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die coniferenhaag en/of omliggende beplanting en/of aangrenzend tuinhuisje en/of bijbehorende woning, gelegen aan [adres 1] te Schinveld, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 19 augustus 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een coniferenhaag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4.
hij op of omstreeks 16 augustus 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) die aanmaakblokjes in een of meer pallets heeft geplaatst, ten gevolge waarvan een grote hoeveelheid pallets geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor meerdere pallets en/of een of meer loodsen op het terrein van de palletfabiek [benadeelde partij 6] Pallets, gelegen aan de [adres 5] te Bingelrade, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
Aan de verdachte is onder parketnummer 03/702525-15 ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 7 augustus 2014 in de gemeente Brunssum ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) deze aanmaakblokjes in/onder een (personen)auto, te weten een Volkswagen Caddy, gekentekend [kenteken] , te plaatsen, ten gevolge waarvan genoemde auto geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor genoemde auto en/of zich in de auto bevindende goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen,
te duchten was;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 7 augustus 2014 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een (personen)auto, te weten een Volkswagen Caddy, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Terberg Leasing B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 1 juli 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) deze aanmaakblokjes in een pand, gelegen aan de [adres 2] te Schinveld, te gooien en/of te deponeren, ten gevolge waarvan genoemd pand geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor genoemd pand en en/of de bij het pand behorende stal en/of in het pand aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 1 juli 2014 in de gemeente Onderbanken, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een pand, gelegen aan de [adres 2] te Schinveld, en/of goederen welke in genoemd pand aanwezig waren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 11 augustus 2014 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof, en/of (vervolgens) deze aanmaakblokjes in een pand, gelegen aan de [adres 3] te gooien en of deponeren, ten gevolge waarvan voornoemd pand geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor genoemd pand en
in het pand aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 11 augustus 2014 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een pand, gelegen aan de [adres 3] , en/of goederen, geplaatst in genoemd pand, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Hondenvereniging De Doorbijters, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.