3.1.
[eiser] vordert - na eiswijziging - bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
1. te verklaren voor recht dat het onderhavige kettingbeding, voor het eerst aangegaan hij notariële akte d.d. 17 december 1993, ingeschreven in register 4 deel 8762 nummer 22, in artikel 7, en dat thans tussen partijen van kracht is, nietig is;
2. het onderhavige kettingbeding, zoals dat thans tussen partijen geldt, te ontbinden;
dan wel,
meer subsidiair:
3. te verklaren voor recht dat het overeengekomen kettingbeding dient te worden uitgelegd dat het [eiser] vrijstaat de aan hem ter beschikking staande (rechts)middelen te benutten bij het redelijke vermoeden dat [gedaagde] de op hem toepasselijke wet- en regelgeving schendt, alsmede dat het [eiser] vrijstaat de aan hem ter beschikking staande (rechts)middelen te benutten indien [gedaagde] voornemens is, dan wel daartoe een formeel verzoek heeft ingediend tot het wijzigen en/of uitbreiden en/of aanpassen in welke vorm dan ook, zonder dat [gedaagde] hiertoe op grond van het bewaren van de continuïteit in zijn onderneming een redelijk belang heeft;
dan wel,
nog meer subsidiair:
4. de gevolgen van het onderhavige kettingbeding te wijzigen, met dien verstande dat het [eiser] vrijstaat om de aan hem ter beschikking staande (rechts)middelen te benutten bij een redelijk vermoeden dat [gedaagde] de op hem toepasselijke wet- en regelgeving schendt, alsmede dat de verplichting om het beding aan rechtsopvolgers over te dragen, komt te vervallen;
5. zowel primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair [gedaagde] in de proceskosten te veroordelen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf dagtekening vonnis en indien voldoening uitblijft de nakosten ter hoogte van EUR 131,-- te vermeerderen met EUR 68,-- in geval van betekening.