Vervolgens is [verweerder] via [verzoeker] in de periode april 2016 tot oktober 2016 ingeleend door hoveniersbedrijf BMM, waarvan directeur [naam directeur] de navolgende op 17 februari 2017 gedateerde verklaring heeft opgesteld:
“[verzoeker] mij heeft gevraagd om zijn broertje [verweerder] een kans te geven in mijn bedrijf. Ik was ervan op de hoogte dat [verzoeker] , [verweerder] op basis van een 0 uren oproepcontract op zijn loonlijst had staan, [verzoeker] had me al verteld dat ik er kort op moest zitten. Ivm verleden, maar vertelde er ook bij dat [verweerder] graag in de aanleg van tuinen werkte en hier ook als hij zin had, goed in was, maar dat hij hier zelf geen werk in had. Ik zei die uitdaging graag aan te willen gaan en dacht toen nog dat ik dit wel geregeld zou krijgen. Niet wetende wat me nog
te wachten stond.
[verweerder] was stelselmatig te laat of niet aanwezig was op het werk. Het gaat dan echt niet om een paar keer in de tijd van 1-4-2016 t/m 1-10-2016, maar meerdere malen per week. Al mijn werknemers (15 vaste en 10-15 inhuur) kunnen dit bevestigen. Op een gegeven moment merkte ik zelfs dat het personeel zich eraan begon te ergeren en tegen elkaar zeiden, dat zal wel weer een vriendje van [naam directeur] zijn. Ik kon het echt niet langer tolereren. Na meerdere gesprekken met hem was op 27 juni 2016 de maat voor mij vol en heb ik heb naar huis gestuurd. Ik kon hem niet een hand boven de kop blijven houden, met zo’n 30-35 man is dit echt niet mogelijk! Hij beloofde verbetering, maar op 5 juli 2016 gaat het wederom mis. Ik stuur hem een app met de tekst.
[verweerder] kunnen we afspreken dat dit de laatste keer is dat je je verslaapt? Je brengt ons zo in een lastige situaties. Ik reken erop
Groet.
Echter op 11 juli 2016 gaat het wederom mis, ik zeg hem nu dat hij voorlopig niet meer hoeft te komen en heb wederom een gesprek met hem. (…)
Op donderdag 22 juli 2016 begint hij echt aan zijn aller laatste kans! In de periode die volgt werk hij meer niet dan wel, vakantie, verzorgen vrouw, ziekenhuis.
12 oktober 2016 wil hij een gesprek. In dit gesprek wordt alles op tafel gegooid en gezegd. Hij beloofd ook zijn best te doen en vooral op tijd aanwezig te zijn. De brief of wat het moge zijn in productie 19, wat ik van [verzoeker] ontvangen heb zegt mij niets en heb ik nooit gezien. 13 oktober 2015 komt hij werken en 14 oktober 2016 is hij wederom ziek zegt hij. De hele dag heeft hij de telefoon niet opgenomen. Pas op het einde van de dag heb ik hem aan de lijn gekregen. Ik heb gevraagd of het gesprek eigenlijk wel zin had gehad. Hij zei dat hij maandag gewoon weer aanwezig zou zijn. Ik heb hem ook echt gezegd dat dat heel belangrijk was. Toen hij op 17 oktober 2016 weer niet verscheen had ik er ook echt helemaal genoeg van. Voor de zoveelste keer moesten we alles voor [verweerder] omgooien en konden andere het voor hem opknappen. Toen ben ik aan de telefoon ook volledig uit mijn slof geschoten en heb hem gezegd dat hij absoluut niet meer hoefde te komen.
in 18 jaar tijd dit nog nooit heb meegemaakt, iemand met deze mentaliteit en zo onverantwoordelijk. Altijd maar naar andere wijzen en nooit het probleem bij zichzelf zoeken. Ziek, te laat komen, niet komen je kon er niets op plannen.”