verzoekers, handelend in hun hoedanigheid van erfgenamen en vereffenaars van de nalatenschap van [erflaatster] .
1 Verloop van de procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit: - de ter griffie van deze rechtbank op 23 februari 2018 ingekomen boedelbeschrijving met bijlagen (zaaknr. 6684455 BR VERZ 18-63) en de brief van de griffier van deze rechtbank van 1 maart 2018 - het ter griffie van deze rechtbank op 31 mei 2018 ingekomen verzoekschrift met bijlagen - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 juli 2018.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald op heden.
2 Het verzoek en de beoordeling
2.1.
Op [overlijdensdatum] is te [overlijdensplaats] [erflaatster] (verder: de erflaatster), laatstelijk wonend te [woonplaats] , overleden. Bij akte van 8 januari 2018 hebben verzoekers, in hun hoedanigheid van erfgenamen, de nalatenschap beneficiair aanvaard. Door deze beneficiaire aanvaarding dient de nalatenschap van de erflaatster vereffend te worden overeenkomstig het bepaalde in art. 4:202 en verder BW.
2.2.
Verzoekers stellen dat de vereffeningswerkzaamheden van deze nalatenschap zijn afgerond op de levering van de onroerende zaak aan [naam] (verder: [naam] ) na. Aangezien de notaris hen heeft meegedeeld dat zij niet bevoegd zijn om over de nalatenschap te beschikken heeft de notaris hen geadviseerd om conform zijn ontwerpakte “Partiële verdeling registergoed” van 30 mei 2018 machtiging aan de kantonrechter te vragen om over te mogen gaan tot partiële verdeling van het tot de nalatenschap behorende registergoed zodat zij gezamenlijk bevoegd zijn om over dat registergoed te beschikken.
2.3.
De kantonrechter stelt voorop dat alle erfgenamen de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard en uit dien hoofde vereffenaars zijn. Daarbij komt dat alle erfgenamen het met elkaar eens zijn dat het deel van de erflaatster (de helft van de tot de nalatenschap behorende onroerende zaak) aan [naam] dient te worden toebedeeld, een en ander onder verrekening van de helft van de tot de nalatenschap behorende hypotheekschuld en onder overname van de restschuld door [naam] . De beneficiair benoemde erfgenamen behoeven daarvoor geen machtiging van de kantonrechter. Beschikkingsdaden behoeven alleen machtiging van de kantonrechter indien er door de rechtbank een vereffenaar is benoemd en de erfgenamen zonder diens medewerking beschikkingsdaden willen verrichten. Hiervan is geen sprake. Het verzoek is nodeloos gedaan en wordt daarom afgewezen.
3 De beslissing
De kantonrechter
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken. YT
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: