3.3.1
Het bewijs
Verdachte verklaarde ter terechtzitting van 31 augustus 2018 dat hij de persoon is die door aangeefsters [slachtoffer] en [slachtoffer 2] wordt omschreven als de [bijnaam verdachte] of de [bijnaam verdachte] .
[slachtoffer]
2 deed op 7 juni 2017 aangifte van verkrachting en verklaarde als volgt:
Afgelopen vrijdag (de rechtbank begrijpt: 2 juni 2017) zouden [slachtoffer 2] en ik een terrasje gaan pikken in Sittard. Rond 23.30 uur zaten wij op een terras op de Markt. Opeens zagen wij een jonge man. Dit bleek een bekende van [slachtoffer 2] te zijn. Dat was [bekende van slachtoffer 2] . Hij bevond zich in het gezelschap van nog twee jongens. Tussen 24.00 en 00.30 uur kwamen die jongens bij ons zitten en rond 01.00 uur zijn we weggegaan. Wij wilden met zijn allen nog iets drinken en wij besloten naar Eindhoven te gaan.
We zijn toen eerst naar Roermond gereden om de auto te wisselen. Een van de jongens had Ramadan en wilde naar huis. De [bijnaam verdachte] kwam toen met een BMW naar ons toe gereden en wij zijn toen in die auto gaan zitten. Die [bijnaam verdachte] reed. We zijn toen naar een tankstation in Duitsland gereden. Die [bijnaam verdachte] heeft daar wodka en Fanta gekocht. Dat was rond 02.00 uur. Die [bijnaam verdachte] reed als een gek. Wij zijn toen bij de Maas in Roermond, in een natuurgebied, gestopt. Vervolgens ben ik met die [bijnaam verdachte] achter in de auto gaan zitten. Wij hebben wat gepraat en hier heb ik met die [bijnaam verdachte] gezoend. Ik wilde niet met hem tongzoenen. Hij wilde dat wel. Wij hebben hier met elkaar over gesproken.
[slachtoffer 2] en [bekende van slachtoffer 2] zaten buiten op een bankje naast de auto. Zij zijn toen in de auto gaan zitten. Die [bijnaam verdachte] en ik zijn toen op het bankje gaan zitten. Vervolgens zijn [slachtoffer 2] en ik weer in de auto gaan zitten. Ik zat op de achterbank achter [slachtoffer 2] , die op de bijrijdersstoel zat. Die jongens zaten nog even buiten.
Op een gegeven moment werd die [bijnaam verdachte] kwaad. Hij begon te schreeuwen en te roepen. Hij deelde mede dat hij vrouwen en Nederlanders haatte, dat de politie hem ook kende. Hij had verder de pik op mij omdat ik de enige Nederlandse in het gezelschap was. Wij zijn toen gaan rijden. Die [bijnaam verdachte] is toen naar een plek gereden waar hij ons uit de auto wilde zetten. Hij trok mij uit de auto. Ik ben toen over de stoep gerold. [slachtoffer 2] is mij toen achterna gekomen. Toen wilde die [bijnaam verdachte] dat wij weer zouden instappen. Die [bijnaam verdachte] is weer gaan rijden.
Er was een moment dat ik met [slachtoffer 2] in de auto zat en dat die [bijnaam verdachte] heel hard reed. Hij reed zo hard en roekeloos dat ik bang was dat we het niet zouden overleven.
Voor mijn gevoel stopten we na enkele meters. Ik weet nog dat wij in de buurt van een slagboom nabij het water stonden. [slachtoffer 2] en ik moesten toen onze telefoons inleveren. Hij zei letterlijk dat wij onze telefoons moesten afgeven.
De deur ging open en hij heeft mij met een vuist tegen de kin geslagen.
Buiten de auto heeft hij gezegd dat als wij zouden weglopen dat wij problemen zouden krijgen.
[bekende van slachtoffer 2] moest toen gaan rijden. Die [bijnaam verdachte] kwam toen naast mij zitten op de achterbank. Ik zag dat hij zijn broek en zijn onderbroek op zijn knieën had. Ik hoorde dat hij letterlijk tegen mij zei dat ik hem moest pijpen. Ik voelde dat hij met zijn handen mijn hoofd naar beneden duwde. Ik deelde hem mede dat ik niet wilde. Hij duwde nog een aantal keren mijn mond in de richting van zijn penis. Ik wild dit echt niet. Vervolgens ben ik met mijn handen aan zijn penis gaan zitten en heb ik hem afgetrokken. Hij wilde dat ik mijn T-shirt uitdeed. Dat was een bevel. Dat heb ik gedaan, maar ik heb mijn bh aangehouden. Hij had ons die avond al meerdere malen met de dood bedreigd. Ik was verstijfd en durfde niets meer te ondernemen. Ik had het gevoel dat hij ons zou vermoorden. Hij reed ook als een malloot.
Hij zei dat ik mijn broek moest uitdoen. Dat was weer een bevel, dus ik deed mijn broek uit tot op mijn knieën en hij help mij daar nog mee. Ik heb de onderbroek ook gelijk naar beneden gedaan. Ik was compleet machteloos. Ik zat gewoon op mijn kont met mijn voeten naar beneden. Hij heeft mij toen omgedraaid. Ik zat toen op mijn zijkant. Hij heeft toen zijn penis in mijn vagina gebracht. Ik heb nog een aantal keren auwa geroepen, omdat het zo’n pijn deed. Hij is op en neer gegaan met zijn penis in mijn vagina. Dat heeft hij een tijdje gedaan. Die [bijnaam verdachte] trok zich er niets van aan en hij duwde gewoon te diep en te hard. Ik dacht alleen nog maar aan thuis komen. Ik hoopte dat hij ons liet gaan en niet zou vermoorden.
Ik dacht dat hij ons zou vermoorden omdat hij mij al geslagen had. [slachtoffer 2] en ik waren geen partij voor hem. Hij was lang en breed. De verkrachting heeft een aantal minuten geduurd. Toen hij stopte met penetreren, zei hij dat hij in mijn mond wilde klaarkomen. Hij heeft mijn mond naar zijn penis gebracht en ik heb zijn penis in mijn mond genomen. Ik heb hem toen gepijpt. Het penetreren is allemaal tijdens het autorijden gebeurd.
Die [bijnaam verdachte] is weer gaan rijden en [bekende van slachtoffer 2] kwam naast mij zitten. Ik was de hele tijd aan het snikken en huilen. Ik hoorde dat die [bijnaam verdachte] tegen mij zei dat ik hiermee moest stoppen. Hij deelde mij mede dat er wat zou gebeuren.
Wij zijn toen naar Sittard gereden. Het was toen rond 05.30 uur. Die [bijnaam verdachte] deelde mede dat hij geld wilde hebben om ons naar huis te brengen. Hij vroeg eerst 10 euro. Vervolgens deelde hij mede dat hij 50 euro nodig had. [slachtoffer 2] is toen uit de auto gestapt, heeft 50 euro gepind en dat aan die [bijnaam verdachte] gegeven. Die [bijnaam verdachte] wilde ons niet laten gaan als wij geen 50 euro zouden geven. Verder wilde hij ons ook niet naar huis brengen. [slachtoffer 2] heeft hem dat geld gegeven. Wij zijn toen via Sittard naar Brunssum gereden.
In het informatieve gesprek3 met de politie heeft aangeefster [slachtoffer] voorts verklaard dat:
- -
de verdachte aangaf dat zij hem geil maakte en dat hij opgewonden was;
- -
dat er hoe dan ook iets ging gebeuren. De verdachte wilde hoe dan ook seks hebben, maakte niet uit met wie;
- -
nadat haar broek omlaag gedaan was, zij door de verdachte op haar rug werd gelegd op de achterbank. Hij deed haar benen omhoog en duwde vervolgens zijn penis in haar vagina;
- verdachte had gezegd dat zij niet mochten wegrennen, omdat hij hen anders zou doodrijden.
In een nader verhoor4 verklaarde aangeefster [slachtoffer] voorts dat:
[slachtoffer 2]
5 deed op 7 juni 2017 aangifte en verklaarde als volgt:
U houdt mij voor dat ik in de avond/nacht van vrijdag 2 op zaterdag 3 juni 2017 op stap ben geweest met mijn vriendin [slachtoffer] en dat wij met twee andere jongens in een auto zijn gaan rijden, waarbij het een en ander gebeurd is. U vraagt mij waarvan ik aangifte kom doen.
Dat heel veel tegen ons is gedaan. Toen wij bijvoorbeeld naar huis wilden, mochten we niet naar huis. Verder de bedreigingen: dat hij ons kapot zou slaan als we weg zouden lopen; dat we geen aangifte mochten doen, omdat hij ons allemaal kapot zou maken. Verder voor het geld dat ik heb moeten pinnen. Dan ook voor het gevaarlijk rondrijden. Ook doe ik aangifte van fysiek geweld: hij heeft ons uit de auto gegooid. Hij trok mij uit de auto.
Rond 01.00 uur gingen wij uit Sittard weg. Omdat de [bijnaam verdachte] nog wodka wilde hebben, is een tussenstop gemaakt in Heinsberg bij een tankstation. Toen zijn we naar Roermond gereden, [bekende van slachtoffer 2] reed. Het was ergens aan het water. We gingen chillen. [slachtoffer] en de [bijnaam verdachte] zaten buiten op een bankje. Ik zat met [bekende van slachtoffer 2] in de auto. Ik zag dat de [bijnaam verdachte] een beetje aanhankelijk was naar [slachtoffer] , maar ik zag ook dat [slachtoffer] er geen zin in had. Toen switchten we.
Op een gegeven moment is die [bijnaam verdachte] getript. Ik weet niet waarom. Ineens ging alles om [slachtoffer] . Toen zei de [bijnaam verdachte] dingen als dat vrouwen hem niet kunnen bezeiken en als we nog geen psycho hadden meegemaakt dan zouden we dat nu meemaken. Hij ging toen ook staan en druk doen met zijn armen en om zich heen slaan, een soort boksen. Hij gooide de deuren van de auto dicht enzo. En vervolgens moesten wij instappen. Toen werd ik bang. [slachtoffer] en ik zaten achterin, de [bijnaam verdachte] reed en [bekende van slachtoffer 2] was bijrijder. Vanaf het water gingen we naar een huis met een oprijlaan. In die rit heeft hij keihard gereden. [slachtoffer] en ik begonnen te huilen en we hebben gevraagd of hij ons wilde laten gaan, maar we mochten van de [bijnaam verdachte] niks zeggen. Hij zei ook dat we niet mochten huilen. Toen we op die oprit kwamen, zei de [bijnaam verdachte] steeds dat we eruit moesten. Hij zei dat hij [slachtoffer] wilde laten staan. [slachtoffer] boeide hem niet, omdat ze Nederlands was en hij heeft een hekel aan Nederlanders.
De [bijnaam verdachte] stapte uit en liep achter de auto langs en trok de achterdeur open aan de kant van [slachtoffer] . Hij pakte [slachtoffer] agressief aan haar linker arm vast en trok [slachtoffer] zo uit de auto. Ze viel heel raar. Ze rolde eigenlijk uit de auto. [slachtoffer] kwam op de grond terecht en begon te huilen. Toen ik haar wilde vastpakken, trok de [bijnaam verdachte] mij aan de arm en trok mij door dezelfde deur als [slachtoffer] naar buiten. De dag erna had ik aan mijn rechterarm/schouder heel veel spierpijn. [bekende van slachtoffer 2] wilde [slachtoffer] troosten, maar dat mocht niet van de [bijnaam verdachte] .
De [bijnaam verdachte] commandeerde tegen [bekende van slachtoffer 2] dat hij in de auto moest stappen. De [bijnaam verdachte] reed keihard weg en [slachtoffer] en ik stonden midden op de oprit. Ineens kwam de [bijnaam verdachte] keihard achteruit terug gereden. De [bijnaam verdachte] of [bekende van slachtoffer 2] zei dat we weer in moesten stappen. We stapten allebei in. Toen reed de [bijnaam verdachte] naar een plek met een elektriciteitshuisje en een bootje.
Hoe hij reed was levensgevaarlijk. Ik dacht dat het klaar was geweest. Omdat hij eerder had gezegd dat hij ons kapot zou maken. We moesten op dat moment uitstappen. De [bijnaam verdachte] ging voor ons staan en zei toen: “Het maakt mij niet uit wíe het doet, kies maar, maar er gaat niemand naar huis voordat er iets gebeurt. Er gaat iets gebeuren vandaag en mijn geduld is op.” Hij wilde seks. Dat zei hij. Volgens mij had hij eerder als eens iets gezegd van: “Een van jullie twee gaat het doen.” Hij zei ook dingen als: “Maak me niet kwaad,” “ren niet weg, want ik ren sneller dan jullie” en “als jullie wegrennen, sla ik jullie neer.”
Het volgende moment zag ik dat de [bijnaam verdachte] en [slachtoffer] achter in de auto zaten. Ik trok toen de deur achter de bijrijder open en zei tegen [slachtoffer] : “ [slachtoffer] , dit ga je niet doen.” Op dat moment flipte de [bijnaam verdachte] helemaal uit. Hij stormde echt de auto uit en rende in mijn richting. [slachtoffer] wilde op dat moment uitstappen en ik zag dat de [bijnaam verdachte] [slachtoffer] vol in het gezicht sloeg met een vuist, waardoor ze terug in de auto viel. Ik wilde [slachtoffer] helpen, maar de [bijnaam verdachte] sloeg mij weg.
De [bijnaam verdachte] zei tegen [bekende van slachtoffer 2] dat hij moest rijden en zei dat ik voorin moest gaan zitten. De [bijnaam verdachte] ging achter de bestuurderstoel zitten en [slachtoffer] achter mij. De [bijnaam verdachte] zei tegen [bekende van slachtoffer 2] dat hij naar Sittard moest rijden. Ik zag dat de [bijnaam verdachte] zich aan het aftrekken was. Toen moest [slachtoffer] haar broek uittrekken, dat zei de [bijnaam verdachte] . Op een gegeven moment keek ik om. Ik zag toen dat zij seks hadden. Hij hing over haar heen. Ik zag dat zijn geslachtsdeel bij [slachtoffer] in de vagina ging. Hij zag dat ik het zag en toen moest ik me van hem omdraaien. Op een gegeven moment hoorde ik dat het klaar was.
Toen we bijna bij Sittard waren, vroeg de [bijnaam verdachte] naar mijn geld. Hij zei: “Denk maar niet dat ik met lege handen naar huis ga.” Hij vroeg hoeveel geld ik op de bankrekening had staan. Hij zei dat we naar de bank zouden gaan en dat hij dan kon zien hoeveel geld ik had. Ik mocht niet liegen, want als ik zou liegen, zou hij mijn hele bankrekening leeghalen. Even later zei hij dat hij 50 euro wilde hebben, want anders mocht [slachtoffer] niet weg. De [bijnaam verdachte] stopte op het Tempelplein bij de Rabobank. Ik was alleen toen ik ging pinnen. Ik heb 50 euro gepind. Ik gooide het briefje naar de [bijnaam verdachte] toe. Hij zei toen dat ik het briefje netjes aan hem moest geven. Ik zei niks en pakte het briefje gaf dat in zijn handen. Hij bracht ons toen met de auto vanuit Sittard naar Brunssum.
In een eerder verhoor als getuige6 verklaarde aangeefster [slachtoffer 2] voorts dat:
- -
toen ze uit de auto waren, zij niet mochten weg rennen, want dan zou hij hen iets aan doen;
- -
de [bijnaam verdachte] allemaal vieze dingen zei als: “Je hebt nog nooit een echte lul in je gehad, nu wel, je hebt geluk gehad, want ik kan je zo pijn doen dat je een week niet kan lopen;”
- -
de [bijnaam verdachte] heel vaak zei: "ik ben psycho, ik heb schijt aan vrouwen, jullie zijn niks voor me, ook al heb ik een dood zusje en moeder, toch heb ik schijt aan vrouwen, ik ben echt psycho, ik heb heel veel meegemaakt;”
- -
toen de seks met [slachtoffer] was geweest de [bijnaam verdachte] naar Sittard is gereden en in die tussentijd niemand mocht huilen en niemand [slachtoffer] mocht troosten, anders zou diegene de auto uit gegooid worden.
[bekende van slachtoffer 2]
7 verklaarde, zakelijk weergegeven, als volgt:
Op zaterdag 3 september 2017 was ik met [vriend van bekende slachtoffer] en [verdachte] in Sittard en daar zag ik een meisje dat ik kende. Dat meisje zat met een ander meisje. Ik stelde voor om ergens anders heen te gaan. Die meiden vonden dat goed en [vriend van bekende slachtoffer] zette ons in Roermond af. Daarna stapten we over in de BMW van [verdachte] en reden we naar Heinsberg (Duitsland). Daarna gingen we naar Roermond, naar een soort Maas ofzo, in Herten.
Opeens wou [verdachte] seks van een van die twee meiden en toen sloeg die door. Die meiden waren alletwee aan het janken. Wat [verdachte] deed is niet te beschrijven. Het was alsof er een duivel in hem zat. Hij wilde gewoon seks hebben en dat meisje wou niet. Ze waren wel een beetje met elkaar aan het kussen. [verdachte] en [slachtoffer] , maar ze wou niet meer. Hij sloeg haar ook, dat heb ik gezien. [slachtoffer] huilde.
We reden op een gegeven moment naar Sittard en hij vroeg aan die andere, [slachtoffer 2] , hoeveel geld ze op de bank had. Dat meisje was doodsbang. [slachtoffer] moest in de auto blijven en [slachtoffer 2] moest geld pinnen.
Bij [verdachte] kwamen er de hele tijd alleen maar bedreigingen uit, zware bedreigingen. Hij zei ook een keer: “Als ik nog één keer snuf snuf hoor, sla ik je neus erin.” Ik ben een man, maar ik kon niks doen, ik was doodsbang.
Nadat [vriend van bekende slachtoffer] ons had afgezet, stapten [slachtoffer 2] , [slachtoffer] , [verdachte] en ik in de BMW. [verdachte] was de bestuurder. We ging naar een tankstation in Heinsberg. Vanuit het tankstation ben ik gaan rijden naar Roermond. [verdachte] ging met [slachtoffer] achterin zitten. Ik reed naar Herten-Ool, we waren aan het water. Ik zat toen achter in de auto met [slachtoffer 2] . [verdachte] en [slachtoffer] zaten op een bankje. Volgens mij was [slachtoffer] haar levensverhaal tegen [verdachte] aan het vertellen. Ik hoorde dat [verdachte] iets riep van “fuck exen.” Ik merkte aan hem dat hij kennelijk boos werd omdat hij niet kon scoren. Hij had ook zijn zinnen gezet op seks hebben. Daarna reden we weg. Ik reed en [verdachte] en [slachtoffer] gingen op de achterbank zitten. Opeens werd [verdachte] boos en wilde hij rijden. Toen hij reed, reed als hij een gestoorde. Hij ging driften, reed met hoge snelheid, remde, trok op en reed super agressief. Op een gegeven moment trapte hij echt volop op de rem en schreeuwde naar die meisjes dat hij één van die twee wilde neuken. Hij wilde seks, hij riep van alles. Die meiden wilden geen seks, maar hij was heel bedreigend. Hij zei dingen als “Ik sla je neus in” en “Meisjes als jullie moeten ze de kop afschieten.” Ik zag aan de meisjes dat ze doodsbang waren. [verdachte] heeft [slachtoffer] ook geslagen, volgens mij in haar gezicht.
[verdachte] zei: “Jullie mogen nadenken wie wat gaat doen.” Dat heeft hij een paar keer gezegd en constant dreigde hij daarbij. Opeens moest ik weer gaan rijden van [verdachte] . Ik moest rustig rijden want hij wilde haar doen. Hij wilde haar neuken. [slachtoffer 2] zat naast mij en huilde. U vraagt mij hoe ik weet dat er seks was. 100% zeker dat er seks was. Korte seks. Ik hoorde het aan de geluiden dat hij erin zat.
U vraagt mij hoe het verder gaat als er seks tussen [slachtoffer] en [verdachte] is geweest. [verdachte] wilde weer gaan rijden. Volgens mij reden we richting Sittard. [verdachte] was op ons alle drie boos en we moesten onze telefoons afgeven. We kwamen aan bij de Rabobank in Sittard. [slachtoffer] moest in de auto blijven zitten en [slachtoffer 2] moest naar de bank lopen. Hij zei tegen [slachtoffer 2] : “Probeer maar niet weg te rennen, want ik ben atleet.” Hij zei dat dreigend en [slachtoffer 2] ging naar de bank en pinde volgens mij 50 euro. Toen ze terug kwam gaf ze dat aan [verdachte] . Daarna reden we naar Brunssum.
Het klopt dat de meisjes ergens door [verdachte] uit de auto zijn gegooid. Hij trok ze uit de auto en toen moesten ze er weer in. Het klopt dat wij ineens keihard wegreden toen de meiden uit de auto waren getrokken. En toen reed hij in zijn achteruit weer keihard terug. Volgens mij was dat in Herten in het dorp.
Verbalisanten [verbalisant 1], hoofdagent van politie eenheid Limburg, en [agent], agent van politie eenheid Limburg, relateerden als volgt: 8
Op 9 juni 2017, omstreeks 16.00 uur, hoorden wij dat assistentie werd verzocht in het cellencomplex van het politiebureau te Roermond. Op de begane grond aangekomen, hoorden wij dat er een verdachte gevlucht was. Desgevraagd hoorde ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat het verdachte [verdachte] betrof. Op enig moment hoorden wij dat collega [collega verbalisant] riep dat zij hem in zicht hadden. Wij renden samen met collega [collega 2 verbalisant] in de richting van de door collega [collega verbalisant] aangewezen plek. Wij zagen dat de ons ambtshalve bekende verdachte [verdachte] zich in de bosschage achter een hekwerk bevond, gelegen achter de woning aan de Kappellerlaan 44 te Roermond. Ik, verbalisant [agent] , riep de verdachte aan, sommeerde hem om over het hekwerk te klimmen, waaraan hij voldeed, en boeide hem vervolgens. Tijdens het transport uitte de verdachte meerdere bedreigingen alsmede beledigingen ten opzichte van ons alsmede collega [collega 2 verbalisant] . Wij hoorden dat de verdachte meerdere keren zei, in de richting van verbalisanten [agent] , [verbalisant 1] en collega [collega 2 verbalisant] :
- Hoerenzoon;
- Hoer;
- Hoeren;
- Hoerenkinderen;
- Ik vind jullie wel;
- Ben maar blij dat jullie me goed vast hebben, want ik sla jullie de tanden uit te bek;
- Wacht maar, als ik vrij kom, ik vergeet jullie niet, ik zoek jullie op;
- Wacht maar, ik maak jullie kapot.
Wij voelden ons door de woorden van verdachte [verdachte] beledigd, bedreigd en in onze eer en goede naam aangetast.
Tijdens het overbrengen hoorde ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat verdachte [verdachte] het navolgende zei en hierbij in mijn richting keek en mij aan bleef kijken: “Wat denk je nou vieze hoer? Ik neuk ieder weekend meisjes zoals jij.” Ik voelde mij hierdoor beledigd en in mijn eer en goede naam aangetast.
Verbalisant [collega 2 verbalisant], hoofdagent van politie eenheid Limburg, relateerde voorts dat zij hoorde dat de verdachte tijdens het transport het volgende zei in de richting van haar en collega’s [agent] en [verbalisant 1] :
- Hoerenzoon;
- Hoer;
- Hoeren;
- Hoerenkinderen;
- Ik vind jullie wel;
- Ben maar blij dat jullie me goed vast hebben, want ik sla jullie de tanden uit te bek;
- Wacht maar, als ik vrij kom, ik vergeet jullie niet, ik zoek jullie op;
- Wacht maar, ik maak jullie kapot.
Zij relateerde tevens dat zij zich door de woorden van verdachte [verdachte] beledigd, bedreigd en in haar eer en goede naam aangetast voelde. Tot slot relateerde zij dat zij tijdens het overbrengen hoorde dat verdachte [verdachte] het navolgende zei en hierbij in de richting van collega [verbalisant 1] keek: “Wat denk je nou vieze hoer? Ik neuk ieder weekend meisjes zoals jij.”
3.3.2
De overwegingen van de rechtbank
Op grond van de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven weergegeven bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde heeft begaan. Daartoe overweegt zij in het bijzonder als volgt.
3.3.2.1 De verklaringen [bekende van slachtoffer 2] en [slachtoffer 2]
De raadsman heeft betoogd dat de verklaring van [bekende van slachtoffer 2] onvoldoende steun biedt voor een bewezenverklaring van de verkrachting, omdat deze getuige de vermeende verkrachting zelf niet heeft waargenomen.
Hoewel [bekende van slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij niet heeft gezien dat verdachte en [slachtoffer] seks hadden op de achterbank van de auto, blijkt uit zijn verklaring ook dat hij vanwege de geluiden die hij hoorde er niet aan twijfelt dat [slachtoffer] op de achterbank door verdachte werd verkracht. Naar het oordeel van de rechtbank biedt die verklaring, zoals ook hiervoor weergegeven in de bewijsmiddelen, dan ook voldoende steun aan de verklaringen van [slachtoffer] en [slachtoffer 2] . De rechtbank verwerpt dit verweer van de raadsman dan ook.
Voorts heeft de raadsman betoogd dat de verklaring van [slachtoffer 2] onvoldoende betrouwbaar is, omdat zij in haar eerste verklaring bij de politie verzweeg dat zij die avond seks had met [bekende van slachtoffer 2] en omdat het hoogst onaannemelijk is dat zij de verkrachting vanuit de bijrijdersstoel zou hebben kunnen zien.
De rechtbank heeft geconstateerd dat aangeefster [slachtoffer 2] inderdaad in eerste instantie niet waarheidsgetrouw heeft verklaard over de seks tussen haar en getuige [bekende van slachtoffer 2] . Voorstelbaar is echter dat [slachtoffer 2] hierover uit schaamte voor haar ouders niet wilde spreken. Zij heeft dit in haar latere verklaringen uitgelegd en rechtgezet. Naar het oordeel van de rechtbank doet deze bijstelling van haar verklaring op geen enkele wijze af aan de betrouwbaarheid daarvan. Verder verwerpt de rechtbank de stelling van de raadsman dat [slachtoffer 2] de seksuele contacten niet kan hebben gezien omdat zij klein is en de bijrijdersstoel hoog was. [slachtoffer 2] heeft duidelijk verklaard over hoe zij twee keer over haar schouder heeft gekeken en op die momenten zicht had op verdachte en [slachtoffer] die zich op de achterbank bevonden. Zelfs als het zo zou zijn dat de bijrijdersstoel hoog was, hoefde zij hier niet over heen te kijken op de momenten dat zij over haar schouder (tussen de twee stoelen) naar achteren keek. De rechtbank ziet dan ook geen enkele reden om aan te nemen dat [slachtoffer 2] niet kan hebben gezien waarover zij heeft verklaard.
3.3.2.2 Feit 2: diefstal en/of afpersing
De rechtbank ziet zich voorts nog voor de vraag gesteld of het afpakken van aangeefsters telefoons en 50 euro diefstal met geweld, afpersing of beide oplevert. De rechtbank merkt op dat het bij diefstal met geweld in het bijzonder gaat om een wegnemingshandeling van de dader. Bij afpersing daarentegen staat niet de wegnemingshandeling van de dader centraal, maar de handeling van het slachtoffer die door dwang, geweld of bedreiging met geweld bewerkstelligd wordt. Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat verdachte door middel van intimidatie bestaande uit dreigementen, de slachtoffers heeft gedwongen tot de afgifte van de telefoons en het geld. Er is dus sprake van afpersing.