Partijen zullen hierna Woonpunt en [verweerder] genoemd worden.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het op 19 juli 2018 ter griffie ontvangen verzoekschrift
-
het verweerschrift, tevens inhoudend een voorwaardelijk tegenverzoek
-
de van de zijde van WSP ingezonden nadere bijlagen
-
de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 25 september 2018, waar beide partijen de respectieve standpunten nader hebben toegelicht aan de hand van een pleitnota.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.
2 De beoordeling
2.1.
[verweerder] , geboren op [geboortedag] 1963, is sinds 1 november 1996 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst van Woonpunt, laatstelijk in de functie van projectmedewerker vastgoed tegen een laatstelijk verdiend loon van € 4.423,00 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
2.2.
Woonpunt verzoekt de tussen haar en [verweerder] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel d BW, zonder toekenning van een vergoeding.
2.3.
[verweerder] heeft tegen toewijzing van het thans aan de kantonrechter gerichte verzoek tot ontbinding verweer gevoerd. Niettemin berust hij in de ontbinding, zij het onder toewijzing van een vergoeding.
2.4.
Vooropgesteld wordt dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van een redelijke grond voor ontbinding, en wel als bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel g, BW, te weten een verstoorde arbeidsverhouding, zonder dat daarbij is gebleken dat die verstoorde verhouding aan één der partijen te wijten is, maar die wel zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet meer kan worden gevergd om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, en dat er geen mogelijkheid tot herplaatsing van
[verweerder] is. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst dan ook ontbinden.
2.6.
De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
3 De beslissing
De kantonrechter
3.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van
1 februari 2019,
3.2.
veroordeelt Woonpunt om aan [verweerder] een all-in vergoeding ad € 100.000,00 te betalen,
3.3.
verstaat dat [verweerder] geacht wordt zijn vakantiedagen te hebben opgenomen,
3.4.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: