Partijen zullen hierna DocMorris en [verweerster] genoemd worden.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het verzoekschrift
-
het verweerschrift.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.
2 De beoordeling
2.1.
Partijen zijn na het ontstaan van het geschil overeengekomen dat de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, bevoegd is. De kantonrechter stelt vast dat hij op basis van die overeenkomst rechtsmacht heeft en (relatief) bevoegd is.
2.2.
Op de arbeidsovereenkomst tussen partijen is het Nederlandse recht van toepassing omdat partijen dat zijn overeengekomen en omdat [verweerster] haar werkzaamheden te Heerlen verrichtte.
2.3.
[verweerster] , geboren op [geboortedatum] , is op grond van een arbeidsovereenkomst sinds 6 juni 2006 in dienst van DocMorris in de functie van DataEntry Employee,
tegen een brutoloon van (laatstelijk) € 1.686,94 per maand exclusief emolumenten.
2.4.
DocMorris verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden met ingang van 1 augustus 2020 wegens een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van haar in redelijkheid niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Zij benadrukt daarbij dat zowel DocMorris als [verweerster] daarvan geen verwijt valt te maken en er geen sprake is van een dringende reden.
2.5.
[verweerster] heeft verweer gevoerd maar niettemin wel erkend dat sprake is van de door DocMorris gestelde verstoorde arbeidsverhouding.
2.6.
De kantonrechter is van oordeel dat, zonder dat [verweerster] daarvan een verwijt valt te maken, de arbeidsverhouding tussen partijen zodanig verstoord is dat van DocMorris niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Verder staat vast dat herplaatsing van [verweerster] in een andere passende functie binnen DocMorris niet mogelijk is. De arbeidsovereenkomst zal daarom (op grond van art. 7:671b lid 1 onder a en 7:669 lid 3 onder g BW) ontbonden worden met ingang van 1 augustus 2020.
2.7.
Partijen zijn het erover eens dat [verweerster] recht heeft op een “all-in beëindigingsvergoeding” van € 8.600,00 bruto, welke vergoeding volgens [verweerster] gelijk is aan de transitievergoeding. DocMorris zal worden veroordeeld tot betaling van deze vergoeding.
2.8.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
3 De beslissing
De kantonrechter
3.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 augustus 2020,
3.2.
veroordeelt DocMorris om aan [verweerster] een vergoeding te betalen van € 8.600,00 bruto,
3.3.
compenseert de kosten van deze procedure in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: