RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8562717 \ CV EXPL 20-2633
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 13 juli 2020
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTRAK VOERENDAAL B.V.,
gevestigd te Voerendaal,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde mr. E. van Otterloo,
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
,
wonende te [woonplaats] aan [adres] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
gemachtigde mr. A.J.E. Verschuren.
Partijen zullen hierna Intrak en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.
1 De procedure in conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 9
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 en 2
- producties 10 t/m 15 van Intrak
- producties 3 en 4 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 juni 2020 waarbij Intrak werd vertegenwoordigd door haar bestuurder [naam bestuurder] (verder: [naam bestuurder] ) die werd vergezeld van [naam voormalig interimbestuurder] en [naam vertegenwoordiger] , de voormalige interimbestuurder van Intrak respectievelijk de vertegenwoordiger van Intrak Voerendaal, bijgestaan door
mr. van Otterloo voornoemd en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bijgestaan door mr. Verschuren voornoemd zijn verschenen
- de pleitnota van mr. van Otterloo voornoemd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten in conventie en in reconventie
2.1.
Tussen Intrak als werkgever en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als werknemer is op 19 september 2016 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten. In de periode van 19 september 2016 tot en met 31 mei 2019 was de functie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [functie] .
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 1 april 2018 de eenmanszaak [naam eenmanszaak] opgericht.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op enig moment zijn arbeidsovereenkomst met Intrak opgezegd. In dat kader heeft op 11 juli 2019 een zogenoemd exitgesprek plaatsgevonden waarbij de heer [naam voormalig interimbestuurder] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanwezig waren.
2.4.
Intrak heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij brief van 2 april 2020 gesommeerd om (concurrerende) werkzaamheden die in strijd zijn met art. 12 van de arbeidsovereenkomst te staken en om de volgens Intrak verbeurde boetes van € 312.500,00 te betalen aan Intrak.
3 Het geschil
3.1.
Intrak vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen:
I. tot onverkorte nakoming van het concurrentie- en relatiebeding op grond van art. 12 van de arbeidsovereenkomst onder verbeurte van een dwangsom van € 2.000,00 per dag of deel van een dag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen,
II. tot betaling aan Intrak van de verbeurde contractuele boetes van € 376.500,00 te vermeerderen met € 1.000,00 per dag vanaf 5 juni 2020 althans een in goede justitie te bepalen bedrag,
III. tot betaling aan Intrak van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening,
IV. tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Intrak legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding schendt, zij schade lijdt en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] boetes heeft verbeurd.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert bij vonnis afwijzing van de vorderingen van Intrak primair omdat de bedingen niet rechtsgeldig zijn overeengekomen en subsidiair op basis van rechtsverwerking en, ten aanzien van het concurrentiebeding:
- meer subsidiair te bepalen dat het concurrentiebeding niet is overtreden,
- nog meer subsidiair dat het concurrentiebeding met onmiddellijke ingang wordt geschorst tot het moment dat er in de bodemprocedure is beslist,
- dan wel nog meer subsidiair de boetes te matigen tot nihil dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag en,
ten aanzien van het relatiebeding:
- meer subsidiair het relatiebeding met onmiddellijke ingang te schorsen tot het moment dat er in een bodemprocedure is beslist,
- nog meer subsidiair de boetes te matigen tot nihil dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan zijn vordering ten grondslag dat er geen concurrentie-en relatiebeding is overeengekomen en dat Intrak haar rechten heeft verwerkt.
3.5.
Over en weer wordt verweer gevoerd.
3.6.
Op de inhoud van de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang worden ingegaan.
4 De beoordeling in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang van de vorderingen in conventie en die in reconventie zullen deze gezamenlijk beoordeeld worden.
de arbeidsovereenkomst van 19 september 2016
4.2.
Tussen partijen is onder meer de inhoud van de arbeidsovereenkomst van
19 september 2016 in geschil.
4.3.
Intrak voert aan dat de eerder tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst uit 2011 zes pagina’s telde waarbij het boete,- het concurrentie- en het relatiebeding is opgenomen en waarbij pagina vier begint met art. 11.2 en eindigt met art. 13.1. De overeenkomst van 19 september 2016 begint op pagina vier met art. 12 en eindigt met
art. 14. Als Intrak pagina vier van de overeenkomst uit 2011 in de overeenkomst van 2016 had geschoven dan had de paginanummering noch de tekst geklopt want dan zou art. 11.2 tweemaal zijn opgenomen: eenmaal op pagina drie en eenmaal op pagina vier. De arbeids-overeenkomst van 19 september 2016 telde vijf pagina’s waarvan de nummering en de inhoud doorloopt. Indien pagina vier had ontbroken, had dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moeten opvallen.
4.4.
De betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dat hij bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst op 19 september 2016 geen concurrentie- en relatiebeding met Intrak is overeengekomen treft geen doel. Dat in het exemplaar dat Intrak bij dagvaarding (productie 1) heeft overgelegd het concurrentie- en relatiebeding zijn ingevoegd c.q. er stukken van de oude arbeidsovereenkomst zijn tussengevoegd is, zonder nadere onderbouwing die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet heeft gegeven, te summier. Het lag op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om te stellen en aan-nemelijk te maken wat er volgens hem - als het al niet deze bedingen waren - dan wél op pagina vier van die arbeidsovereenkomst stond. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaarde, desgevraagd, dat hij dat niet meer weet. Dat vindt de kantonrechter ongeloofwaardig nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegelijk stelt dat hij bij het sluiten van de overeenkomst op 19 september 2016 extra heeft opgelet of er een concurrentie- en relatiebeding was opgenomen en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat had moeten zijn opgevallen. Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt derhalve verworpen.
4.5.
Met inachtneming van het vorenvermelde heeft Intrak voldoende aannemelijk en inzichtelijk gemaakt dat in een bodemprocedure ook wordt geoordeeld dat partijen bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst op 19 september 2016 de navolgende concurrentie,- relatie- en boetebedingen zijn overeengekomen:
Artikel 12: Concurrentie- en relatiebeding
“Het is de werknemer verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende
24 maanden na het eindigen van de arbeidsovereenkomst in de regio, waarin hij gedurende de vervulling van zijn functie werkzaam is geweest, direct of indirect in dienst te treden bij of op enigerlei wijze werkzaamheden te verrichten voor een onderneming die gelijke of gelijksoortige producten vervaardigt, aanbiedt of verhandelt of die gelijke diensten verleent als de werkgever of aan haar gelieerde ondernemingen, doet of voor eigen rekening gelijke of gelijksoortige werkzaamheden te verrichten.
Werknemer zal tijdens de looptijd van zijn dienstbetrekking, alsmede gedurende een periode van twee jaren na het einde van zijn dienstbetrekking, noch voor eigen rekening, noch voor rekening van derden, noch ook anderszins werkzaam zijn ten behoeve van cliënten van werkgever en aan haar gelieerde ondernemingen. Onder cliënten van werkgever en aan haar gelieerde ondernemingen dient in dit verband te worden verstaan natuurlijke personen en rechtspersonen met hun gelieerde ondernemingen, die gedurende een periode van drie jaren voorafgaande aan het einde van de dienstbetrekking te eniger tijd cliënt zijn geweest van werkgever
dan wel van haar gelieerde ondernemingen.
Artikel 13: Boete
13.1
Indien de werknemer het in de artikelen 11 en 12 bepaalde overtreedt en/of niet nakomt, verbeurt hij aan de werkgever een direct opeisbare boete ten bedrag van € 500,-- voor iedere overtreding, alsmede een bedrag van
€ 1.000,-- voor iedere dag – ongeacht of hierop gebruikelijk wordt gewerkt of niet – dat de overtreding/niet-nakoming voortduurt.
De boete zal verschuldigd zijn door het enkele feit der overtreding of niet-nakoming, maar laat onverminderd het recht van de werkgever nakoming van deze overeenkomst te verlangen en laat onverminderd het recht van de werkgever tot het vorderen van volledige schadevergoeding.
13.2
Voor zover de boete ziet op overtreding van artikel 1, is deze rechtstreeks aan de werkgever verschuldigd en strekt deze tot voordeel. Met het bepaalde in dit lid wordt uitdrukkelijk afgeweken van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3-5 BW.”
schending van het concurrentie- en relatiebeding
4.6.
Intrak voert aan dat haar voormalige bestuurder [naam voormalig interimbestuurder] tijdens het exitgesprek met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder meer over het concurrentie- en het relatiebeding heeft gesproken en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er op heeft gewezen dat hij bij benadering door een klant van Intrak geen opdracht van die klant mocht aannemen en zelf niet actief klanten van Intrak mocht benaderen. Mede gelet op dat exitgesprek en op het feit dat [naam bestuurder] bezig was om Intrak over te nemen waarvan de koopovereenkomst ter zake pas op 19 december 2019 is gesloten, is een en ander aan de aandacht van [naam bestuurder] ontsnapt totdat hij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in januari 2020 bij Intraks klant Mechanisatiebedrijf J. Hermans B.V. aan een tractor zag werken. [naam bestuurder] heeft vervolgens onderzoek verricht en geconstateerd dat er sinds het vertrek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten aanzien van een aantal klanten van Intrak, waaronder Mondo Verde en de Gemeente Kerkrade, sprake is geweest van een forse omzetterugval waardoor zij schade heeft geleden. Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] werkzaamheden verricht bij klanten van Intrak volgt ook uit de facebookberichten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat Intrak wist dat hij als zelfstandige in dezelfde branche zou beginnen. Dat heeft hij tijdens het exitgesprek aan [naam voormalig interimbestuurder] te kennen gegeven. Ondanks die mededeling heeft [naam voormalig interimbestuurder] het niet gehad over een concurrentie- en relatiebeding en is er toen enkel gesproken over de afrekening c.q. verrekening van zijn opleidingskosten. Hij heeft openlijk voor de betreffende klanten gewerkt en nu Intrak bijna een jaar heeft gewacht voordat zij hem aanschreef, heeft Intrak het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat Intrak geen beroep op die bedingen zou doen en heeft zij haar rechten ter zake verwerkt.
4.7.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt voorts dat hij, omdat hij niet wist dat er een concurrentie-en relatiebeding gold, werkzaamheden heeft verricht voor Mondo Verde, Rothy (een vriendendienst), Creemers Loonbedrijf, Dressuurstal Rutten en Van Geleuken Infra en een offerte heeft opgesteld voor de Gemeente Kerkrade en van die gemeente een opdracht heeft aanvaard. Mondo Verde en Rothy waren geen klanten (meer) van Intrak en hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] benaderd, Van Geleuken Infra werkt met Hurkmans, Creemers loonbedrijf werkt niet meer met de producten van Intrak en Dressuurstal Rutten is klant van Intrak Weert en betreft geen relatie van Intrak Voerendaal. Via een vriend die een grondverzetbedrijf heeft, heeft hij klanten gekregen; hij heeft de klanten niet zelf benaderd.
4.7.2.
Verder is het concurrentie- en relatiebeding dermate ruim opgezet, zowel in duur als in afstand, waardoor hij in een bodemprocedure vernietiging zal vorderen. Hij wordt door handhaving van concurrentie- en relatiebeding onredelijk benadeeld, een benadeling die voor hem zwaarder weegt dan voor Intrak. Daarnaast beschikt hij niet over het gehele klantenbestand van Intrak en draagt hij geen kennis van gevoelige bedrijfsinformatie waardoor hij het bedrijfsdebiet van Intrak niet aantast. Wat de boetes betreft vraagt hij matiging tot nihil aangezien de billijkheid dat klaarblijkelijk eist, temeer nu Intrak niet concreet heeft aangegeven noch heeft onderbouwd welke schade zij heeft geleden. Die schade is in ieder geval niet gelijk aan de door hem gegenereerde opbrengst. Bovendien zal vasthouden aan het boetebeding leiden tot zijn persoonlijk faillissement. Wat het relatie-beding betreft vormt de voor hem onbekende omvang en inhoud van het klantenbestand van Intrak een onredelijk grote belemmering om zijn werk te kunnen uitvoeren.
4.8.
Gelet op het in r.o. 4.4. overwogene en op de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met name ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor de in r.o. 4.6.1. vermelde bedrijven en ten aanzien van zijn verwijzing naar de door hem gegenereerde omzet van Mondo Verde en de Gemeente Kerkrade (producties 3 en 4), staat genoegzaam vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in strijd met het concurrentie- en relatiebeding heeft gehandeld en stelselmatig en duurzaam het debiet van Intrak heeft aangetast. Het lag op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om de klanten van Intrak te weren en die klanten ook niet actief te benaderen. In het verlengde daarvan is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond van art. 13 van de arbeidsovereenkomst de overeengekomen boetes verschuldigd. Of en in hoeverre er over het concurrentie- en relatiebeding tussen [naam voormalig interimbestuurder] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tijdens het exitgesprek is gesproken kan in het midden blijven.
4.9.
Het beroep van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op rechtsverwerking slaagt niet. Voor rechtsverwerking is enkel een tijdsverloop niet voldoende; er moeten ook bijzondere omstandigheden zijn waardoor bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat Intrak haar aanspraak niet (meer) geldend zal maken, of waardoor de positie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard als Intrak haar aanspraak alsnog geldend zou maken. Intrak heeft zich niet gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht.
4.10.
De verweren van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dat hij zijn werkzaamheden te Landgraaf en niet in de regio Voerendaal heeft verricht, dat Intrak die regio thans oprekt door er regio
Zuid-Oost Limburg van te maken en dat hij, gelet op daarop, het concurrentie- en relatiebeding niet heeft geschonden en geen boetes heeft verbeurd, treffen evenmin doel. Tot de regio Zuid-Oost Limburg behoren immers de gemeenten Voerendaal als Parkstad die hemelsbreed negen kilometer van elkaar liggen en beide gemeenten maken onderdeel uit van Parkstad Limburg. Dat het beding in een bodemprocedure vernietigd zal worden omdat het qua duur en afstand te ruim is opgezet, is verder niet nader toegelicht en ook niet aannemelijk geworden.
4.11.
Intrak vordert vanaf 1 juni 2019 tot en met 5 juni 2020 € 376.500,00 aan verbeurde boetes. Uit de stelling van [naam bestuurder] volgt dat hij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in januari 2020 aan het werk heeft gezien bij Mechanisatiebedrijf J. Hermans B.V. Uit de overzichten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf volgt dat hij op 26 juni 2019 voor het eerst en op 13 oktober 2019 voor het laatst omzet heeft gegenereerd uit werkzaamheden voor de Gemeente Kerkrade en van 18 juli 2019 tot in ieder geval 31 mei 2020 voor Mondo Verde. Rekening houdend met het feit dat de inhoudelijke discussie over het tijdsbestek en de duur waarbinnen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in strijd met het concurrentie- en relatiebeding heeft gehandeld zich niet voor eenvoudige beoordeling in kort geding leent, zal de kantonrechter een voorschot op de gevorderde boete toekennen en dit vaststellen op € 100.000,00. De stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij hierdoor failliet dreigt te raken levert geen grond voor toewijzing van de gevorderde schorsing of matiging van de boetes ter zake het concurrentie- en het relatiebeding.
4.12.
De vorderingen in conventie zullen met inachtneming van het overwogene worden toegewezen en de reconventionele vorderingen zullen worden afgewezen.
4.13.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in conventie en in reconventie. De kosten aan de zijde van Intrak worden met toepassing van het liquidatietarief in conventie begroot op:
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 124,00
- gemachtigde salaris € 720,00
Totaal € 930,85,
en in reconventie begroot op € 360,00 aan salaris gemachtigde van Intrak.
5 De beslissing
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] jegens Intrak tot onverkorte nakoming van het concurrentie- en relatiebeding ex art. 12 van de arbeidsovereenkomst onder verbeurte van een dwangsom van € 2.000,00 per dag of deel van een dag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen met een maximum verbeurte van
€ 100.000,00,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling aan Intrak van een voorschot op de verbeurde contractuele boetes van € 100.000,00,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure, tot aan dit vonnis aan de zijde van Intrak gerezen en begroot op € 930,85,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde,
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure, tot aan dit vonnis aan de zijde van Intrak gerezen en begroot op € 360,00,
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.
type: YT