1.1.
Dit blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 15 juli 2020;
- de bij brief van 27 juli 2020 ingediende aanvullende stukken van [verzoekster sub 1] ;
- het verweerschrift, alsmede een zelfstandig verzoek, binnengekomen bij de rechtbank op 27 juli 2020;
- de brief van 27 juli 2020 van mr. E. Ramakers, advocaat van de moeder van de kinderen;
- de mondelinge behandeling, welke heeft plaatsgevonden op 28 juli 2020 en waarbij zijn verschenen:
- de heer [naam voorzitter van het bestuur] , voorzitter van het bestuur (raad van toezicht) van [verzoekster sub 1] , bijgestaan door mr. Oudenhoven en mr. L.P.H. Hameleers;
- mw. [verzoekster sub 2] en mw. [verzoekster sub 3] , beiden lid van het bestuur van [verzoekster sub 1] , alsmede in hoedanigheid van verzorgers, bijgestaan door mr. Oudenhoven en mr. L.P.H. Hameleers;
- mw. [naam jeugdzorgwerker] , mw. [naam teamleider] , respectievelijk jeugdzorgwerker en teamleider bij de GI, bijgestaan door mr. Meijers;
- mw. [naam vertegenwoordigster raad] , vertegenwoordigster van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad).