Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLIM:2020:7685

Rechtbank Limburg
07-10-2020
15-10-2020
8637342 \ CV EXPL 20-3282
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Telefonie, bik afwijzen, verzuimdata onduidelijk

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 8637342 \ CV EXPL 20-3282

Vonnis van de kantonrechter van 7 oktober 2020

in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

T-MOBILE NETHERLANDS B.V., tevens h.o.d.n. TELE2,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

eisende partij,

gemachtigde Landelijke AssociatieVan Gerechtsdeurwaarders B.V.,

tegen:

[gedaagde] ,

wonende [adres] ,

[woonplaats] ,

gedaagde partij,

procederende in persoon.

Partijen zullen hierna T-Mobile en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- het verzoek om uitstel van [gedaagde] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 Het geschil

2.1.

T-Mobile vordert – samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 1.103,75, te vermeerderen met rente en kosten.

2.2.

T-Mobile heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd – verkort weergegeven – dat tussen [gedaagde] en T-Mobile een overeenkomst tot stand is gekomen en dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst.

2.3.

T-Mobile heeft op grond van de met [gedaagde] gesloten overeenkomst verschuldigde bedragen bij [gedaagde] in rekening gebracht.

[gedaagde] heeft een bedrag groot € 1.063,75 onbetaald gelaten. Voorts stelt zij dat [gedaagde] aan haar een vergoeding van € 40,00 voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is.

2.4.

[gedaagde] heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord.

3 De beoordeling

3.1.

[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn. Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).

3.2.

De stellingen van T-Mobile komen er kort en goed gezegd op neer dat sprake is van een overeenkomst die bestaat uit een goederenkredietovereenkomst en een overeenkomst ter zake van het verstrekken van telecommunicatiediensten. De overeenkomsten (met een looptijd van 24 maanden) zijn op 23 augustus 2018 ingegaan en (volgens de eindfactuur) per 28 februari 2019 beëindigd.

Openstaande facturen vóór ontbinding

3.3.

Van de openstaande facturen ziet een bedrag groot € 529,29 op reguliere abonnementstermijnen, toestelbetaling, verbruikskosten en overeengekomen aansluitkosten. Dit bedrag komt de kantonrechter onrechtmatig noch ongegrond voor zodat dit voor toewijzing gereed ligt.

Het goederenkrediet

3.4.

Vaststaat dat tussen [gedaagde] en T-Mobile een overeenkomst is gesloten waarbij aan [gedaagde] een telefoontoestel is verstrekt. In de overeenkomst is een toestelwaarde van € 576,00 opgenomen. Op basis van een overeenkomst van 24 maanden heeft een bedrag van € 24,00 per maand betrekking op het verstrekte toestel.

Nu de goederenkredietovereenkomst per 28 februari 2019 is geëindigd zal de kantonrechter over de resterende termijn tot 22 augustus 2020 het gevorderde bedrag groot € 432,00 toewijzen.

De overeenkomst tot levering van mobiele telecommunicatiediensten

3.5.

Ten aanzien van de door T-Mobile gevorderde resterende maandtermijnen die betrekking hebben op de geleverde telecommunicatiediensten beroept T-Mobile zich op een beding dat is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. De rechter dient daarom op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. 4 juni 2009, C 243/08) ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is.

3.6.

Gezien de door T-Mobile verstrekte gegevens moet worden geoordeeld dat het in rekening brengen van de resterende maandtermijnen terwijl [gedaagde] geen gebruik meer kan maken van de diensten van T-Mobile, moet worden beschouwd als een boete die niet in redelijke verhouding staat tot het nadeel dat T-Mobile lijdt. Dit leidt tot de conclusie dat het beding onredelijk bezwarend is. Het beding moet daarom op grond van artikel 3:40 jo 6:233 onder a BW als nietig worden beschouwd.

3.7.

Als uitgangspunt geldt dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en aan T-Mobile op grond van artikel 6:277 BW de schade moet vergoeden die deze lijdt doordat ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.

In dit geval kan de door T-Mobile geleden schade niet nauwkeurig berekend worden. Ingevolge artikel 6:97 BW zal deze worden geschat op 50% van de resterende maandtermijnen, exclusief btw. De kantonrechter heeft de ervaring dat een aldus begrote vordering overeenkomt met een gangbare schatting van de geleden schade. Voor zover een hoger bedrag aan schadevergoeding is gevorderd is het meerdere niet toewijsbaar.

3.8.

De toe te wijzen hoofdsom is als volgt samengesteld:

- € 529,29 € 529,29 aan openstaande facturen voor ontbinding

- € 432,00 € 432,00 afbetaling goederenkrediet

- € 102,46 € 102,46 aan schadevergoeding ter zake de termijnen na ontbinding tot aan het contractuele einde van de overeenkomst ter zake de telecommunicatiediensten

totale hoofdsom € 1.063,75.

3.9.

T-Mobile maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Alvorens aanspraak bestaat op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, moet kunnen worden vastgesteld dat en met ingang van welke datum [gedaagde] in verzuim is. Volgens de overgelegde facturen zou het bedrag van de factuur omstreeks een in de factuur vermelde datum automatisch worden afgeschreven. Nu de daadwerkelijke verzuimdata onduidelijk zijn kunnen de buitengerechtelijke incassokosten niet worden toegewezen.

3.10.

[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van T-Mobile worden begroot op:

  • -

    dagvaarding € 86,85

  • -

    griffierecht € 499,00

  • -

    salaris gemachtigde € 120,00 (1 x tarief € 120,00)

totaal € 705,85

4 De beslissing

De kantonrechter

4.1.

veroordeelt [gedaagde] om aan T-Mobile tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 1.063,75, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 15 juni 2020 tot de dag van volledige betaling,

4.2.

veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van T-Mobile gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 705,85,

4.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

4.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.

type: JEC

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.