Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLIM:2020:9122

Rechtbank Limburg
18-11-2020
03-12-2020
8376993 CV EXPL 20-1076
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden, loonvordering, vordering is niet nader gespecificeerd, afwijzing.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2020-1463
VAAN-AR-Updates.nl 2020-1463

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 8376993 CV EXPL 20-1076

Vonnis van de kantonrechter van 18 november 2020

in de zaak van

[eiseres] ,

wonend [adres 1] ,

[woonplaats 1] ,

eisende partij,

gemachtigde mr. M.J.M.H. Nass, advocaat,

tegen

[gedaagde] ,

handelend onder de naam [handelsnaam],

wonend [adres 2] ,

[woonplaats 2] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

Partijen zullen hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 26 februari 2020 met vier producties

- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van 11 maart 2020

met twee producties

- de conclusie van repliek met een productie tevens houdende akte vermeerdering van eis

- de rolbeslissing waarbij het recht om een conclusie van dupliek te nemen is

vervallen verklaard en dat vonnis zal worden gewezen.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] is op 10 januari 2019, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en voor 0 uren per week, bij [gedaagde] in dienst getreden in de functie van allround beveiliger. De arbeidsovereenkomst is inmiddels beëindigd.

2.2.

Conform artikel 4.1. van de arbeidsovereenkomst (productie 1 dagvaarding) bedroeg het overeengekomen bruto uurloon € 16,00.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] stelt dat [gedaagde] , in weerwil van de in artikel 4.1. van de arbeidsovereenkomst opgenomen afspraak, aan haar over de periode 2 tot en met 11 van het jaar 2019 te weinig loon heeft uitbetaald.

3.2.

Op bovenstaande grond vordert [eiseres] , na eiswijziging, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt:

Primair:

  1. tot betaling van het achterstallige loon over de periode 2 tot en met 11 van het jaar 2019, vermeerderd met wettelijke verhoging alsmede wettelijke rente vanaf datum verzuim, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van voormeld bedrag niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening;

  2. tot verstrekking van deugdelijke loonspecificaties betreffende het onder 1 gevorderde alsmede de jaaropgave 2019 binnen een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] in gebreke blijft,

  3. tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de buitengerechtelijke kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening,

  4. tot betaling van de proceskosten met inbegrip van de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening.

Subsidiair:

5. tot verstrekking van deugdelijke loonspecificaties over de periode 6, 7 en 8 alsmede de jaaropgave 2019, te verstrekken binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] daarmede in gebreke blijft,

6. tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de buitengerechtelijke kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening,

7. tot betaling van de proceskosten met inbegrip van de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening.

3.3.

[gedaagde] voert verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

[eiseres] heeft bij conclusie van repliek haar eis gewijzigd door deze te vermeerderen met de vordering tot verstrekking van de jaaropgave over het jaar 2019 en door een subsidiaire grondslag aan haar eis toe te voegen. De kantonrechter oordeelt dat de eiswijziging in strijd is met een goede procesorde. Niet valt in te zien waarom [gedaagde] niet reeds bij dagvaarding de eis zoals geformuleerd bij conclusie van repliek had kunnen instellen. De eiswijziging laat de kantonrechter dan ook buiten beschouwing.

4.2.

De vordering [eiseres] tot betaling van het achterstallig loon, de wettelijke verhoging en de wettelijke rente is zowel in haar dagvaarding als in haar conclusie van repliek niet nader gespecificeerd/ geconcretiseerd en zal om die reden reeds worden afgewezen.

4.3.

De vordering tot afgifte van loonspecificaties over de periode 2 tot en met 11 van het jaar 2019 is toewijsbaar nu [gedaagde] daar geen specifiek verweer tegen heeft gevoerd en uit de door [eiseres] overgelegde producties kan worden opgemaakt dat een deel van de loonstrookjes ontbreekt. De verzochte dwangsom zal worden gematigd tot € 100,00 per dag met een maximum van € 2.500,00.

4.4.

[eiseres] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke kosten voor rechtsbijstand. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu gesteld noch gebleken is dat een aanmaning conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW heeft plaatsgevonden.

4.5.

Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te verstrekken deugdelijke loonspecificaties over de periode 2 tot en met 11 van het jaar 2019, te verstrekken binnen een termijn van veertien dagen na betekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van

€ 100,00 per dag dat [gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet en met een maximum van

€ 2.500,00,

5.2.

compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.

Type: NZ

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.