Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLIM:2020:9738

Rechtbank Limburg
02-12-2020
23-12-2020
8400766 \ CV EXPL 20-1331
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Verbintenissenrecht, onrechtmatige daad, smartengeld.

Niet vast komt te staan dat gedaagde onrechtmatig gelden heeft opgenomen van de bankrekening van eiseres. Het bewijsaanbod wordt niet geaccepteerd, omdat dit niet is gespecificeerd. De beschuldigingen van eiser aan het adres van gedaagde merkt de kantonrechter niet als onrechtmatig aan.

Rechtspraak.nl
PS-Updates.nl 2021-0010

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 8400766 \ CV EXPL 20-1331

Vonnis van de kantonrechter van 2 december 2020

in de zaak van:

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] ,

wonend te [woonplaats 1] ,

eisende partij in conventie,

gedaagde partij in reconventie,

gemachtigde mr. M.H.J.M. Stassen,

tegen:

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ,

wonend te [woonplaats 2] ,

gedaagde partij in conventie,

eisende partij in reconventie,

gemachtigde mr. E.J.J.P. Engels.

Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met productie 1, 3 en 4;

  • -

    de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met 3 producties;

  • -

    de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met

productie 5;

  • -

    de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie met productie 4;

  • -

    de conclusie van dupliek in reconventie

  • -

    de door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] nagezonden productie 2

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] is een bejaarde vrouw. Omdat zij moeizaam zelfstandig kan lopen is zij afhankelijk van een rolstoel en scootmobiel. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft vanaf 2014 tot en met 28 december 2017 werkzaamheden in de huishouding van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] verricht. Eerst deed zij dat via Meander en vanaf maart 2016 op eigen gelegenheid. Tussen partijen is een vertrouwensband ontstaan.

2.2.

Vanaf januari 2015 heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] op verzoek van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] maandelijks leefgeld voor [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gepind. Nadat het leefgeld was gepind, gaf [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] het geld en de pinpas aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] terug. In april 2015 werd [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] opgenomen in revalidatiecentrum De Plataan in Heerlen. De opname duurde tot en met juli 2015. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is zich vanaf dat moment meer gaan bekommeren om de financiële huishouding van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] . Naast de pinopnames heeft zij haar geholpen met internetbankieren. Na het ontslag uit het revalidatiecentrum is [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] verhuisd naar een aangepaste woonruimte in [naam] te [woonplaats 1] .

2.3.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft vastgesteld dat er vanaf juni 2015 tot en met december 2017 tot een bedrag van € 5.931,56 pinopnames en pinbetalingen hebben plaatsgevonden, die zij niet kan herleiden, zoals bijvoorbeeld pinopnames op 1 september 2015 voor een bedrag van

€ 700,00 en op 14 september 2015 voor een bedrag van € 1.000,00. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft aangifte gedaan van diefstal tegen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] .

3 Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] vordert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen om:

- primair aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te voldoen tegen behoorlijk bewijs van kwijting het bedrag van

€ 5.931,56, nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, en

- subsidiair [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen om binnen één maand na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] rekening en verantwoording af te leggen over de bestedingen van de gelden waar [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] als gevolmachtigde over heeft beschikt,

zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag of een gedeelte van een dag, alles met veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de kosten van het geding, waaronder begrepen het salaris van gemachtigde.

3.2.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] voert verweer tegen de vordering in conventie. Zij vordert in reconventie:

I. te verklaren voor recht dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld ten

aanzien van de gedane beschuldigingen over de onrechtmatige toe-eigening van geld;

II. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te voordelen tot betaling aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] van een bedrag van € 1.500,00

ter vergoeding van de door haar geleden immateriële schade dan wel een door de

kantonrechter naar billijkheid nader te bepalen vergoeding, vermeerderd met de

wettelijke rente;

III. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te veroordelen in de kosten van procedure, daaronder begrepen betaling aan

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] van de - nader de specificeren – daadwerkelijke kosten van

rechtsbijstand.

3.3.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] voert verweer tegen de vorderingen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] .

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling in conventie

4.1.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] vordert primair terugbetaling van het bedrag € 5.931,65. Subsidiair vordert zij [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen rekening en verantwoording af te leggen over de bestedingen van de gelden waar zij als gevolmachtigde over heeft beschikt.

4.2.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] stelt dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich onrechtmatig geld van haar heeft toegeëigend door diverse pinopnames en pinbetalingen voor zichzelf te doen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] verzorgde de financiële administratie voor [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] door middel van internetbankieren en beschikte vanaf juni 2015 onafgebroken over haar pinpas en pincode. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] gevraagd om maandelijks € 200,00 voor haar te pinnen en in de maand december hooguit € 250,00. Dat zijn ook de bedragen die vrijwel maandelijks contant door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] zijn overhandigd.

4.3.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] becijfert dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] voor een bedrag van € 5.931,65 meer dan waarvoor zij toestemming had, contant heeft gepind en pinbetalingen aan derden, die [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] onbekend zijn, heeft verricht. De opnames van contant geld vonden ook plaats bij banken in Landgraaf en Kerkrade, waar [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] niet woont en niet gemakkelijk kan komen. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft de gelden tot voormeld bedrag nooit ontvangen. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gaat er dan ook vanuit dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich die gelden onrechtmatig heeft toegeëigend.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] wist niet van deze opnames omdat zij, door toedoen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , geen bankafschriften op haar adres ontving.

4.4.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] voert de volgende verweren:

4.4.1.

Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat zij geldopnames en betalingen heeft verricht die niet ten goede van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] zijn gekomen maar van haar. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] kan ook zelf opnames hebben gedaan, nu zij ook met haar scootmobiel of een taxi naar het winkelcentrum ging. Zij kan immers zelfstandig boodschappen doen en voerde zelf ook pintransacties uit. Ook derden, zoals bijvoorbeeld de vriendin van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] , die structureel over haar bankpas beschikte, kunnen geldopnames hebben gedaan.

Zij betwist gedurende een langere termijn alleen over de pinpas van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te hebben beschikt. Zij gaf de pinpas altijd samen met het leefgeld aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] terug. Van elke geldopname gaf zij een pinbon aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] . Zij moest ook vaker meer dan € 200 of € 250 per maand pinnen. De hoogte van de opname was afhankelijk van de betalingen die [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] moest verrichten. Zij betwist onder meer ook uitdrukkelijk dat zij de bedragen van

€ 1000,00 en € 700,00 in september 2015 heeft gepind. Zij kan gelet op het tijdsverloop niet meer precies aangeven welke transacties ze precies voor [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft uitgevoerd en waarvoor [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] dat geld heeft gebruikt.

4.4.2.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist dat sprake is van een rechtsverhouding die haar verplicht tot het doen van rekening en verantwoording. Zij was niet gevolmachtigd tot het financiële beheer van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] en zij heeft dat ook niet gedaan. Zij heeft [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] enkel ondersteund bij haar financiële huishouding. Zij beschikte ook niet over de gegevens waarmee ze zelfstandig kon internetbankieren voor [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] . Zij betwist dat zij alle internetafschrijvingen van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft verricht en betwist dat zij ervoor heeft gezorgd dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] geen bankafschriften meer thuis kreeg toegestuurd. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] had daarbij zelf haar bankafschriften kunnen opvragen en zelf toe kunnen zien op haar financiële huishouding. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft ook niet eerder om rekening en verantwoording gevraagd.

4.5.

De kantonrechter overweegt met betrekking tot de primaire vordering van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] als volgt. Niet in geschil is dat in het tijdvak van april 2015 tot en met december 2017 een bedrag van € 10.251,56 van de bankrekening van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] is onttrokken door contante pinopnames en pinbetalingen, waarbij gebruik is gemaakt van een bij die rekening behorende pinpas met pincode.

Slechts een heel klein deel van dit bedrag ziet op de pinbetalingen (aan derden). Dat betreft namelijk een pinbetaling op 1 september 2015 van € 13,96 bij de Ikea te Heerlen, een betaling op 16 november 2015 van € 17,80 aan brasserie [naam brasserie] te Heerlen en € 4,00 parkeergeld op die dag en twee betalingen op 18 oktober en 20 november 2017 aan een postorderbedrijf voor in totaal € 45,80.

4.6.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft voldoende gemotiveerd betwist dat zij zich, zoals [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] stelt, een deel van het aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] ’ bankrekening onttrokken geld, en wel € 5.931,65, onrechtmatig heeft toegeëigend. Zij betwist onder meer dat zij onafgebroken in het bezit is geweest van de pinpas van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] . Van een groot deel van de pinopnames betwist zij wetenschap te hebben. Zij betwist dat zij zelfstandig toegang had tot het internetbankieren.

Ten aanzien van de pinbetalingen aan derden heeft zij gesteld dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] haar op 16 november 2015 in Heerlen heeft getrakteerd op een lunch en het parkeergeld heeft betaald. Zij heeft met foto’s onderbouwd dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] op die dag in Heerlen was. Met de drie overige betalingen stelt zij niets van doen te hebben.

4.7.

Gelet op deze gemotiveerde betwisting van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is het aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] om bewijs van haar stelling te leveren dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich onrechtmatig gelden van haar heeft toegeëigend. Zij doet wel een bewijsaanbod maar geeft dat geen handen en voeten. Het bewijsaanbod is te algemeen. Zij concretiseert en specificeert dit bewijsaanbod niet. Zij geeft niet aan wie wat waarover zou kunnen verklaren. De kantonrechter gaat daar dan ook aan voorbij. Dat betekent dat de stellingen van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] niet vast zijn komen te staan en dat de kantonrechter de primaire vordering afwijst.

4.8.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] vraagt als tweede [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen rekening en verantwoording af te leggen over de bestedingen van de gelden waar [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] als gevolmachtigde over heeft beschikt. Volgens [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] brengt de rechtsverhouding tussen partijen mee dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] rekening en verantwoording aflegt.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft echter gemotiveerd betwist dat zij gevolmachtigd was ten aanzien van de gelden van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] en betwist de gestelde rechtsverhouding.

4.9.

De kantonrechter overweegt als volgt. Om de door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gestelde rechtsverhouding aan te nemen, dient [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in ieder geval de beschikking te hebben gehad over de gelden van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] , althans over die waarvan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] aanneemt dat zij zich deze heeft toegeëigend. Hiervoor is al vastgesteld dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich onrechtmatig gelden van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft toegeëigend. Wat de – subsidiair – door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gestelde rechtsverhouding betreft, heeft [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] evenmin geconcretiseerd en specifiek bewijs aangeboden, zodat de kantonrechter dat bewijsaanbod ook in dit verband als onvoldoende serieus passeert. Omdat de kantonrechter niet kan vaststellen dat tussen partijen een rechtsverhouding heeft bestaan krachtens welke [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] jegens [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] verplicht is zich omtrent de behoorlijkheid van het beleid ten aanzien van de contante pinopnames en pinbetalingen te verantwoorden, wordt de subsidiaire vordering eveneens afgewezen.

4.10.

[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] worden begroot op € 600,00 aan salaris advocaat (2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 300,00).

5 De beoordeling in reconventie.

5.1.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vordert te verklaren voor recht dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld ten aanzien van de gedane beschuldigingen over de onrechtmatige toe-eigening van geld.

5.2.

De kantonrechter overweegt als volgt. Artikel 6:106, eerste lid, onder b BW bepaalt dat schade moet worden vergoed als iemand in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Daarvan is echter niet snel sprake. Het moet gaan om ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer of op andere persoonlijkheidsrechten.

5.3.

Weliswaar is niet komen vast te staan dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich onrechtmatig gelden van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft toegeëigend, maar dat brengt niet zonder meer mee dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld door haar daarvan te beschuldigen. Ook [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] moet gebruik kunnen maken van de aan haar toekomende rechten van onder meer vrijheid van meningsuiting. Omdat zij haar beschuldigingen niet publiekelijk heeft gedaan, deze niet geheel ongefundeerd zijn (er is meer geld van de rekening opgenomen dan waarvan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] zegt zelf weet te hebben), noch opzettelijk vals - daarvan is althans niet gebleken - is de kantonrechter van oordeel dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] met de uiting daarvan niet onrechtmatig heeft gehandeld.

5.4.

De vorderingen in reconventie worden daarom afgewezen.

5.5.

[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] worden begroot op € 300,00 aan salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 300,00).

6 De beslissing

De kantonrechter

in conventie

6.1.

wijst de vorderingen af,

6.2.

veroordeelt [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tot op heden begroot op € 600,00,

6.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

in reconventie

6.4.

wijst de vorderingen af,

6.5.

veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] tot op heden begroot op € 300,00,

6.6.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken.

type: TN

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.