[verzoekende partij] verzoekt de kantonrechter, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad, [verwerende partij] te veroordelen:
om aan [verzoekende partij] binnen twee dagen na betekening van deze beschikking:
I. € 988,15 bruto, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag, aan transitievergoeding te betalen;
II. € 1.760,40 bruto en € 610,28 bruto, in totaal € 2.370,68 bruto, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag, aan loon en vakantietoeslag te betalen;
III. € 120,32, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag, aan ten onrechte ingehouden bijtelling te betalen;
IV. de wettelijke verhoging te betalen ingevolge artikel 7:625 BW over de transitievergoeding, loon en de vakantietoeslag vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;
V. de wettelijke rente te betalen over de onder I tot en met III genoemde bedragen;
VI. € 521,87 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen;
en:
VII. om aan [verzoekende partij] binnen veertien dagen na betekening van de beschikking een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie te verstrekken, met betrekking tot de bedragen en de betalingen van de verzoeken onder I tot en met III, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag met een maximum van € 10.000,-;
VIII. [verwerende partij] te veroordelen in de proceskosten, het salaris van de gemachtigde en de nakosten daaronder begrepen.