In 2018 heeft nogmaals een coaching traject plaatsgevonden. Uit het daarop betrekking hebbende gespreksverslag d.d. 5 juli 2018 (bijlage 18 bij het verzoekschrift) worden de navolgende passages aangehaald:
“Evaluatie BMW (bedrijfsmaatschappelijk werk)
[verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] heeft de ondersteuning van [naam 2] prettig gevonden, maar het heeft haar niets nieuws opgeleverd. Er is bevestigd wat ze al wist, alleen is er nog een de aandacht aan gegeven, met name in het bewaken van de eigen grenzen heeft [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] een “reminder” gekregen. [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] weet hoe het gaat, is onder werkdruk soms te impulsief in haar reactie en stoot dan mensen tegen het hoofd. De wijze van communicatie kan beter. (…)
Functioneren;
Benadrukt wordt dat [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] erg sterk is naar cliënten, deze staan bij haar echt centraal. Hierdoor vergeet ze echter dat er ook andere zaken en verantwoordingen gedaan moeten worden. (…) [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] heeft met 3 teamleden conflicten gehad die weliswaar weer uitgesproken zijn maar waar de houding van [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] toch een bespreekpunt blijft. Haar laatste mail naar de vervanger van [naam 3] , is respectloos en kan niet door de beugel. De toonzetting en de inhoud gaat over de grens. (…)
[verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] dient op haar persoonlijke communicatie te letten. Ze weet heel goed hoe het moet, nu nog doen.(…)”