2 De feiten
2.1.
Bela is actief in de handel in diervoeders (onder de namen Rined Fourages B.V. en Agri Trade GmbH), de handel in grondstoffen voor biogasproductie (onder de naam VTO B.V.), varkenshouderijbedrijven (onder de namen Gemaalweg B.V. en Varkensbedrijf BELA B.V.) en transport (onder de naam BELA Transport B.V.). Elk van deze ondernemingen is een dochteronderneming van BELA Group B.V., verzoekster in deze procedure. BELA Group B.V., BELA Transport B.V., VTO B.V. en Rined Fourages B.V. worden als dezelfde bedrijfsvestiging gezien nu zij allemaal op hetzelfde adres zijn gevestigd en een gezamenlijke website en een gezamenlijk management hebben.
2.2.
[verweerster] , geboren op [geboortedatum] 1968, is op 1 augustus 2010 bij Bela in dienst getreden in de functie van administratief medewerkster. Zij is op dit moment werkzaam op de afdeling Transport tegen een salaris van € 2.378,51 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor Productiegerichte Dierhouderij van toepassing.
2.3.
Op 29 juni 2020 heeft Bela bij het UWV voor [verweerster] een ontslagvergunning aangevraagd wegens bedrijfseconomische redenen. Tegen dit verzoek is namens [verweerster] verweer gevoerd. Vervolgens heeft er nog een tweede schriftelijke ronde plaatsgevonden.
2.4.
Bij beslissing van 13 oktober 2020 heeft het UWV de gevraagde toestemming om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen, geweigerd.
4 De beoordeling
4.1.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat niet is gebleken dat het onderhavige verzoek verband houdt met een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:670, leden 1 tot en met 4 en 10 van het BW, of enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter komt dan ook toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek.
4.2.
Bela verzoekt primair ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische gronden als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en onder a BW.
In dat artikel is bepaald dat onder een redelijke grond als bedoeld in lid 1 wordt verstaan het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of het, over een toekomstige periode van tenminste 26 weken bezien, noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering.
4.3.
Uit de wetsgeschiedenis (zie Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 31) volgt dat in een procedure als de onderhavige de kantonrechter bij de beoordeling dient te toetsen aan dezelfde (wettelijke) criteria als die voor het UWV gelden. Deze (wettelijke) criteria zijn neergelegd in de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015, 2015-0000102290, tot vaststelling van regels met betrekking tot ontslag en de transitievergoeding (hierna: de Ontslagregeling). Op grond van de Ontslagregeling dient een werkgever aannemelijk te maken dat er structureel arbeidsplaatsen vervallen door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsuitvoering (paragraaf 2 van de Ontslagregeling). Daarnaast dient voldaan te zijn aan het afspiegelingsbeginsel (paragraaf 4 van de Ontslagregeling) en, tot slot, dient er geen mogelijkheid te zijn om de werknemer binnen een redelijke termijn (al dan niet met behulp van scholing) te herplaatsen in een andere passende functie binnen de onderneming (paragraaf 3 van de Ontslagregeling).
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Bedrijfseconomische noodzaak
4.5.
Bela heeft toegelicht dat zij, om haar positie in de markt te behouden, mee moet gaan met de tijd. Zij heeft daarom vanaf 2018 geïnvesteerd in verschillende programma’s die hebben bijgedragen aan het automatiseren en digitaliseren van bedrijfsprocessen. Daarnaast heeft Bela besloten om de focus te leggen op de succesvolle onderdelen van de onderneming en om de minder succesvolle onderdelen af te stoten. Diverse administratieve werkzaamheden zijn als gevolg van deze maatregelen aanzienlijk afgenomen en hebben uiteindelijk geleid tot het vervallen van een aantal arbeidsplaatsen in de administratie. [verweerster] heeft een en ander niet betwist.
Gelet op de door Bela gegeven toelichting en de erkenning daarvan door [verweerster] neemt de kantonrechter aan dat van een bedrijfseconomische noodzaak, die leidt tot het verlies van arbeidsplaatsen in de administratie, sprake is.
4.6.
[verweerster] bestrijdt echter dat zij voor ontslag in aanmerking komt. Op grond van de regels voor bedrijfseconomisch ontslag zijn dat één of meer andere werknemers.
4.7.
[verweerster] is door Bela aangenomen als Administratief Medewerkster. Bela stelt dat zij op een gegeven moment deze functiegroep heeft gesplitst in twee groepen, te weten Administratief Medewerkster en Ondersteunend Administratief Medewerkster. Deze laatste functie wordt volgens Bela uitgeoefend door [verweerster] en door haar collega [naam collega] .
Bela heeft nu besloten om de functie van Ondersteunend Administratief Medewerker binnen de afdeling Transport te laten vervallen dus komt [verweerster] (en [naam collega] ) voor ontslag in aanmerking.
[verweerster] stelt zich op het standpunt dat zij vanaf de aanvang van haar dienstverband als Administratief Medewerkster heeft gewerkt en dat haar functie nooit gewijzigd is. Binnen de functiegroep Administratief Medewerkster zijn er anderen die eerder in aanmerking komen voor ontslag dan zij.
4.8.
Gelet op deze standpunten van partijen overweegt de kantonrechter dat het allereerst van belang is om vast te stellen welke functie [verweerster] uitoefent. Wanneer dat duidelijk is, kan worden beoordeeld of Bela de juiste ontslagvolgorde heeft toegepast.
4.9.
Bela stelt dat zij in 2019 in het kader van verdere professionalisering, meer helderheid en meer aansluiting bij feitelijke werkzaamheden, nieuwe functiebeschrijvingen heeft opgesteld. De functiebeschrijving van Ondersteunend Administratief Medewerker binnen de afdeling Transport is tot stand gekomen mede door de input van [verweerster] . Haar is immers gevraagd een beschrijving te geven van haar werkzaamheden, wat ze ook heeft gedaan. Nadat de functieomschrijving was vastgesteld hebben alle werknemers hun definitieve functiebeschrijving uitgereikt gekregen, aldus Bela. Aan [verweerster] is het functieprofiel Ondersteunend Administratief Medewerker tijdens een gesprek door haar teamleider [naam teamleider] uitgereikt.
4.10.
[verweerster] voert aan dat zij de functiebeschrijving waarnaar Bela in haar verzoekschrift verwijst, voorafgaand aan de UWV-procedure nooit heeft ontvangen, noch heeft zij die functiebeschrijving ondertekend dan wel op enige andere wijze daarmee ingestemd. [verweerster] wijst erop dat zij nog aan het re-integreren was toen haar in februari 2019 om een opgave van haar werkzaamheden werd gevraagd, en dat de door haar opgegeven werkzaamheden niet representatief waren voor haar volledige taak. Indien de functie zou zijn gewijzigd van Administratief Medewerker naar Ondersteunend Administratief Medewerker, dan had het op de weg van Bela gelegen om dit op enigerlei wijze formeel te bevestigen richting [verweerster] en om de arbeidsovereenkomst en de loonstrook van [verweerster] te wijzigen. Dit is echter niet gebeurd, aldus [verweerster] .
4.11.
De kantonrechter is van oordeel dat het aan de werkgever is om een functiebeschrijving vast te stellen. De werkgever is immers verantwoordelijk voor het inrichten van zijn organisatie en het bepalen van de functies die daarbij horen. Hoewel werknemers doorgaans om input wordt gevraagd - zoals ook hier is gebeurd door [verweerster] die een opgave heeft gedaan van haar feitelijke werkzaamheden - is het vervolgens geen vereiste dat een werknemer met zijn (gewijzigde) functiebeschrijving akkoord moet gaan. Dat is enkel anders als een en ander ook een eenzijdige wijziging van de feitelijke werkzaamheden en/of de beloning inhoud maar daarvan is in dit geval geen sprake, [verweerster] bleef immers de werkzaamheden verrichten die zij eerder verrichtte tegen eenzelfde salaris.
4.12.
Indien een werknemer het niet eens is met een functiebeschrijving, biedt de toepasselijke cao doorgaans een bezwaar- en beroepsprocedure. Ook in de cao voor de Productiegerichte Dierhouderij, die op de arbeidsovereenkomst van [verweerster] van toepassing is, is een dergelijke procedure opgenomen. Dat Bela in september 2019 nieuwe functiebeschrijvingen heeft vastgesteld staat vast. Of, en zo ja, wanneer de nieuwe functiebeschrijving aan [verweerster] is overhandigd, is onderwerp van discussie. De omstandigheid dat niet is gedocumenteerd wanneer de functiebeschrijving aan [verweerster] is overhandigd, heeft echter slechts consequenties voor een eventuele termijn waarbinnen desgewenst een bezwaarprocedure kan worden gestart. Feit is dat [verweerster] inmiddels al geruime tijd kennis draagt van de gewijzigde functiebeschrijving, in ieder geval door de stellingen die Bela bij het UWV heeft ingenomen. Over een ingesteld bezwaar tegen de functiebeschrijving heeft [verweerster] echter niets gesteld zodat de kantonrechter er van uitgaat dat een dergelijk bezwaar ook niet is ingesteld.
De kantonrechter begrijpt dat [verweerster] het vooral bezwaarlijk vindt dat zij nooit akkoord is gegaan met haar nieuwe functiebeschrijving. Dit is echter, zoals hiervoor reeds is overwogen, in dit geval geen vereiste voor de geldigheid van een nieuwe functiebeschrijving.
4.13.
[verweerster] heeft ook nog aangevoerd dat de nieuwe functiebeschrijving enkel is opgesteld om het ontslag van [verweerster] mogelijk te maken, namelijk door haar in een aparte categorie te plaatsen die vervolgens is “uitgegumd”. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verweerster] echter onvoldoende aangevoerd om die stelling aannemelijk te maken.
4.14.
De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat de functie van [verweerster] die van Ondersteunend Administratief Medewerker is.
Onderlinge uitwisselbaarheid
4.15.
Vervolgens ziet de kantonrechter zich voor de vraag gesteld of de functies Administratief Medewerker en Ondersteunend Administratief Medewerker onderling uitwisselbaar zijn. Is dat namelijk het geval, dan moet binnen die functies het afspiegelingsbeginsel worden toegepast.
4.16.
In artikel 13 Ontslagregeling is over de uitwisselbaarheid van functies het volgende bepaald:
“1. Een functie is uitwisselbaar met een andere functie indien:
- -
a) de functies vergelijkbaar zijn wat betreft de inhoud van de functie, de voor de functie vereiste kennis, vaardigheden en competenties en de tijdelijke of structurele aard van de functie; en
- -
b) het niveau van de functie en de bij de functie behorende beloning gelijkwaardig zijn.
2. De factoren bedoeld in het eerste lid worden in onderlinge samenhang beoordeeld.”
4.17.
Bij de beoordeling van de uitwisselbaarheid van functies gaat het om een objectieve, niet aan een individuele werknemer gekoppelde, vergelijking van functies. Het is in de eerste plaats een “papieren” vergelijking.
Het gaat er dus niet om hoe een individuele werknemer een functie in de praktijk uitoefent, en ook niet of een bepaalde werknemer zowel de ene als de andere functie kan vervullen.
Naast de functiebeschrijving kunnen echter alle omstandigheden van belang zijn die op de gezichtspunten, genoemd in artikel 13 Ontslagregeling, een licht kunnen werpen, zoals wat de functie in de praktijk in het algemeen behelst en onder welke algemene omstandigheden de functie moet worden uitgeoefend (zie o.a. HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:229).
4.18.
De kantonrechter neemt de door Bela in het geding gebrachte functiebeschrijvingen Ondersteunend Administratief Medewerker Transport (productie 5.2 verzoekschrift) en Administratief Medewerker (productie 9.2 verzoekschrift) tot uitgangspunt. In de omschrijving van beide functies onder het kopje ‘De functie’ valt op dat de nadruk bij de Ondersteunend Administratief Medewerker ligt op het verwerken en archiveren van transportdocumenten. Voor zover er contacten zijn buiten de eigen onderneming betreft dat voornamelijk chauffeurs die komen laden en/of lossen. Bij de Administratief Medewerker staat de afhandeling van transportopdrachten en facturen centraal. Contacten buiten de eigen onderneming betreffen voornamelijk klanten. Een en ander komt ook terug in de opsomming van de meer specifieke werkzaamheden in beide functiebeschrijvingen.
Als werkzaamheden van de Ondersteunend Administratief Medewerker worden vermeld:
- -
Zelfstandig inrichten, uitvoeren, controleren en uiteindelijk archiveren van diverse administratieve werkzaamheden.
- -
Nauwkeurig en juist administratief verwerken van de binnengekomen en uitgaande transportdocumenten.
- -
Proactief benaderen van chauffeurs indien er bepaalde gegevens niet correct zijn of onvolledig; up-to-date houden van de tankkaarten, tolkaarten, tolboxen, tacho-downloads, e.d.
- -
Up-to-date houden van de autopapieren, chauffeursdocumenten (o.a. kentekenbewijs, vrijwaringsbewijs, rijbewijs, ID, bestuurderskaart), documentenmappen auto’s, enz. in alle werkzame programmatuur (Transpass, company-drive-F:/schijf-).
- -
Alle voorkomende werkzaamheden op de afdeling Transport.
- -
Zelfstandig inrichten, uitvoeren, controleren en archiveren van de complete papierstroom.
Als werkzaamheden van de Administratief Medewerker worden vermeld:
- -
Nauwkeurig en juist administratief verwerken van de binnengekomen en uitgaande transportopdrachten/facturen.
- -
Proactief benaderen van klanten indien er bepaalde gegevens niet correct zijn of onvolledig en deze gecorrigeerd in het systeem zetten.
- -
Beheren van klantgegevens ten behoeve van een efficiënte en correcte afhandeling van het order-to-cash proces.
- -
Nauwe samenwerking met de mensen van planning om het order-to-cash proces te optimaliseren/verbeteren.
- -
Ondersteunen van de controller. Denk hierbij aan het maken van overzichten of het uitzoeken van administratieve vraagstukken.
- -
Klaar staan om vragen te beantwoorden van de controller en management over de administratieve afhandeling van een transportopdracht/factuur.
- -
Beheren van de papierstroom ten behoeve van het logistieke proces bij afwezigheid Ondersteunend Administratief Medewerker Transport.
- -
Draagt zorg voor het juist afwikkelen van de administratie rondom een transportopdracht bij afwezigheid Ondersteunend Administratief Medewerker Transport.
4.19.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Bela toegelicht dat er in het kader van de verdergaande professionalisering besloten is om op de afdeling Transport een splitsing te maken tussen de medewerkers die zich richten op klanten en financiële werkzaamheden, en medewerkers die zich richten op de administratie rond de chauffeurs. De eerste categorie moet het bedrijf kunnen vertegenwoordigen naar buiten en moeilijkere administratieve handelingen kunnen verrichten terwijl dat voor de tweede categorie niet geldt.
4.20
[verweerster] heeft niet betwist dat zij bij de uitoefening van haar huidige werkzaamheden voornamelijk te maken heeft met chauffeurs, maar zij heeft aangegeven dat zij voorheen wel geruime tijd financiële werkzaamheden heeft verricht, zoals het maken, inboeken en controleren van facturen. De input die zij in februari/maart 2019 heeft gegeven, zou niet representatief zijn omdat zij toen nog aan het re-integreren was. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Bela dit laatste verweer voldoende weersproken. In 2017 is aan [verweerster] ook al eens om een opgave van haar werkzaamheden gevraagd, en die opgave komt overeen met de opgave uit 2019. De omstandigheid dat [verweerster] in het verleden financiële werkzaamheden zou hebben verricht, die nu bij de functie Administratief Medewerker zijn ondergebracht, heeft geen invloed op de vraag of de beide functies “op papier” onderling uitwisselbaar zijn.
4.21.
Naar het oordeel van de kantonrechter is in ieder geval duidelijk geworden dat de functie-inhoud van beide functies en de omstandigheden waaronder deze moeten worden verricht wezenlijk anders zijn. In het oog springt bijvoorbeeld de vereiste goede beheersing van de Engelse taal en het communicatief vaardig en klantgericht zijn voor de Administratief Medewerker. Voor een Ondersteunend Administratief Medewerker gelden deze eisen niet.
4.22.
Bela heeft verder toegelicht dat [verweerster] het grootste deel van haar tijd bezig was met de administratieve werkzaamheden rondom de CMR-vrachtbrieven (ca. 19 uur per week) en het up-to-date houden van tankkaarten, tolkaarten, tolboxen, tacho downloads, autopapieren en chauffeursdocumenten. Het werk dat verricht wordt door een Administratief Medewerker, is een stuk ingewikkelder, aldus Bela. Zij geeft als voorbeelden het zelfstandig opstellen van facturen, het inboeken en controleren van inkoopfacturen, de urenregistratie van de chauffeurs en de rapportage aan de controller. Dit is volgens Bela werk dat een Ondersteunend Administratief Medewerker zich niet in 2 tot 3 maanden eigen kan maken.
[verweerster] heeft de inhoud van de werkzaamheden niet betwist. De kantonrechter is van oordeel dat Bela voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het niveau van het werk van de Administratief Medewerker zwaarder is dan dat van de Ondersteunend Administratief Medewerker.
4.23.
De kantonrechter stelt ten slotte vast dat de beloning van beide functies hetzelfde is. Dit ondersteunt de uitwisselbaarheid van de functies. Maar afgezet tegen de aanzienlijke verschillen qua functie-inhoud, vereiste kennis, en niveau van de functies, is dat in dit geval niet doorslaggevend.
4.24.
De conclusie is dat aannemelijk is geworden dat functie-inhoud, vereiste kennis en het niveau van beide functies zodanig verschillend zijn, dat beide functies niet onderling uitwisselbaar zijn. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de door Bela naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond opleveren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel a BW.
4.25.
Echter, uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst ook in dat geval niet kan worden ontbonden indien herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn mogelijk is. In dat verband het navolgende.
4.26.
Op grond van artikel 9 lid 1 van de Ontslagregeling moeten bij de beoordeling of binnen de onderneming van de werkgever een passende functie beschikbaar is, alle arbeidsplaatsen worden betrokken waarvoor een vacature bestaat of binnenkort zal ontstaan, en ook de arbeidsplaatsen die bezet worden door werknemers die - kort gezegd - tot de flexibele schil behoren. In artikel 9 is eveneens bepaald dat van een passende functie sprake is wanneer deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer.
4.27.
[verweerster] is van mening dat er mogelijkheden tot herplaatsing zijn in de functie van Administratief Medewerker. Bela heeft geen enkele inspanning verricht om [verweerster] alsnog te herplaatsen en heeft dan ook niet voldaan aan haar verplichtingen in het kader van de herplaatsing. Of de achtergrond en ervaring van [verweerster] geen mogelijkheid toelaat tot herplaatsing is nooit onderzocht door Bela. Bela heeft ook nooit met [verweerster] gesproken over herplaatsingsmogelijkheden. [verweerster] stelt zich op het standpunt dat zij eventueel met behulp van scholing had kunnen worden herplaatst.
4.28.
De kantonrechter is van oordeel dat Bela voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen vacatures zijn waarin [verweerster] binnen een redelijke termijn geplaatst zou kunnen worden. Los van het feit dat ook [verweerster] geen bestaande vacatures heeft kunnen noemen heeft de kantonrechter gegronde redenen om aan te nemen dat [verweerster] niet meer verantwoordelijkheid of druk wil ervaren en geen andere werkzaamheden wil uitvoeren dan zij in haar functie deed. Dit blijkt bijvoorbeeld uit haar e-mails van 17 november 2017 en 7 maart 2018 (productie 9, bijlage 1). Uit die mails leidt de kantonrechter bovendien af dat [verweerster] zowel moeite had met de Duitse als met de Engelse taal en dat zij er zeer tegen op zag om zich in een gesprek niet voldoende duidelijk te kunnen maken. Dit veroorzaakte ongewenste spanningen. Het gebrek aan talenkennis (met uitzondering van de Poolse taal) heeft [verweerster] ook tijdens de mondelinge behandeling erkend. Daarmee wordt het, los van de vraag naar bestaande of op korte termijn te verwachten vacatures, gelet op de ontwikkelingen die het bedrijf doormaakt ook moeilijk voorstelbaar dat een geschikte functie bij Bela bestaat.
4.29.
[verweerster] heeft ook nog gewezen op een tijdelijke werknemer, [naam collega 2] , die voornamelijk haar werkzaamheden zou verrichten. Bela heeft er op gewezen dat [naam collega 2] een student is die op zaterdag gedurende enkele uren diverse administratieve werkzaamheden verricht. Doorgaans zijn deze op het niveau van Administratief Medewerker maar incidenteel ook op het niveau van Ondersteunend Administratief Medewerker. Die laatste werkzaamheden zijn echter nog maar zo gering van omvang dat zij niet het (part time) in dienst houden van [verweerster] rechtvaardigen.
Gelet op het bijzondere karakter van deze functie en de zeer beperkte omvang ervan (het deel dat past bij Ondersteunend Administratief Medewerker) is de kantonrechter van oordeel dat deze functie niet eerst aan [verweerster] aangeboden had behoren te worden alvorens het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst gedaan mocht worden.
Een verweer, inhoudende dat de arbeidsovereenkomst slechts gedeeltelijk mag worden ontbonden (zie Hoge Raad 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283, Victoria) is niet gevoerd.
4.30.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Bela zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW zal worden ontbonden met ingang van 1 april 2021. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure, een en ander met behoud van een termijn van ten minste één maand.
4.31.
De kantonrechter stelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:673 lid 2 BW de transitievergoeding vast op € 9.156,98 bruto.
4.32.
[verweerster] heeft verzocht aan haar een billijke vergoeding toe te kennen. Voor toekenning van een billijke vergoeding op grond van artikel 7:671b lid 8 onderdeel c BW is vereist dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Bela. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Bela zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als Bela grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat of als Bela een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren (zie: Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor, zodat de verzochte billijke vergoeding wordt afgewezen.
4.33.
Gelet op de aard en uitkomst van de zaak is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat de proceskosten op hierna te bepalen wijze worden gecompenseerd.