Rechtbank Limburg
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer : C/03/277687 / FA RK 20-1650
Beschikking van 21 april 2021 betreffende alimentatie
[de man]
,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat: mr. M. Strijks;
[de jongmeerderjarige]
,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de jongmeerderjarige,
advocaat: mr. R.P.F. Rober.
1 Het verloop van de procedure
Het procesverloop blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift van de man, ingekomen op 7 mei 2020;
- het verweerschrift van de jongmeerderjarige, ingekomen op 5 juni 2020;
- de aanvullende producties van de man, ingekomen op 5 maart 2021;
- de aanvullende productie van de man, ingekomen op 8 maart 2021;
- de aanvullende productie van de man, ingekomen op 23 maart 2021;
- de aanvullende producties van de vrouw, ingekomen op 24 maart 2021;
- de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 26 maart 2021 en waarbij zijn verschenen:
- de man, bijgestaan door mr. Scheers, waarnemend voor mr. Strijks voornoemd;
- de jongmeerderjarige, bijgestaan door mr. Rober.
3 Het verzoek
3.1.
Het verzoekschrift houdt in dat de rechtbank de onderhoudsbijdrage met ingang van 1 mei 2020 op nihil zal stellen, althans in goede justitie een bijdrage en datum dient te bepalen.
3.2.
De man stelt dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden ex artikel 1:401 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) op grond waarvan de onderhoudsbijdrage gewijzigd dient te worden. Hij voert daartoe aan dat hij met zijn bedrijf in de evenementenbranche - sinds de coronacrisis – geen omzet meer maakt, zodat hij niet in staat is om de vastgestelde onderhoudsbijdrage te voldoen.
3.3.
Ter zitting heeft de man nog toegelicht dat hij in december 2019 aan zijn schouder is geopereerd en enige tijd niet heeft kunnen werken. Toen hij medio maart 2020 weer aan de slag kon, sloeg de coronacrisis toe. De man is technicus/ZZP-er en moet werken op dagen waarop evenementen plaatsvinden. Als deze worden afgelast – zoals nu steeds het geval is - dan is er ook geen werk voor hem. De man komt niet in aanmerking voor het garantiefonds voor evenementen, omdat dit bedoeld is voor de organisatie en bands. Hierdoor zijn zijn inkomsten teruggevallen tot onder het bijstandsniveau en is hij genoodzaakt om een beroep te doen op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), die hij vanaf 1 april 2020 ontvangt.
3.4.
De man is op eigen initiatief in overleg met de gemeente om zich te laten omscholen. Als de Tozo-regeling per 1 juli 2021 eindigt en er is nog steeds geen vooruitzicht op werk, dan zal de man in overleg met de gemeente proberen om zijn bedrijf te laten beëindigen. De man wil voorkomen dat hij failliet gaat. Ook als de man vanaf 1 juli 2021 wel weer kan werken zoals gebruikelijk was vóór de coronacrisis, dan zal hij – gelet op de slechte cijfers tot nu toe – in 2021 nog steeds geen winst kunnen maken.
Tot slot heeft de man gewezen op het eindigen van zijn onderhoudsverplichting op 18 augustus a.s. als [de jongmeerderjarige] 21 wordt.
4 Het verweer en het zelfstandig verzoek
4.1.
De jongmeerderjarige concludeert tot afwijzing van het verzoek van de man en voert daartoe het volgende aan.
4.2.
Er is geen sprake van een wijziging van omstandigheden. De man is werkzaam als technicus en heeft een ondersteunende functie in de evenementenbranche. Naar verwachting is slechts sprake van een tijdelijke inkomensachteruitgang, die geen definitief einde aan de onderhoudsplicht kan maken. De jongmeerderjarige studeert nog en heeft geen neveninkomsten. De jongmeerderjarige verzoekt bij wijze van zelfstandig verzoek te bepalen dat de onderhoudsbijdrage wordt gesteld op € 580,- per maand met ingang van 1 mei 2020, althans een zodanige bijdrage en vanaf een zodanige datum in goede justitie te bepalen.
4.3.
Ter zitting heeft de jongmeerderjarige nog toegelicht dat de man een zwaarwegende onderhoudsplicht heeft en gelet daarop is het de vraag of hij als zelfstandig ondernemer geen rekening had moeten houden met de (gevolgen van de) coronacrisis. De man onderbouwt zijn inspanningen om zijn inkomen te herstellen niet. Hij kan ook tijdelijk ander werk doen. Ook de moeder van de jongmeerderjarige is het gelukt om ander werk te vinden, waar zij niet voor opgeleid is. De jongmeerderjarige gaat ervan uit dat de man in elk geval vanaf 1 juli 2021 in staat is om zijn inkomen en het geleden verlies te herstellen, omdat veel evenementen dan ingehaald zullen worden.
6 De beslissing
De rechtbank:
6.1.
wijzigt de beschikking van deze rechtbank van 20 januari 2020 met zaaknummer C/03/277687 / FA RK 20-1650, waarbij aan de man een onderhoudsbijdrage werd opgelegd, in die zin dat deze met ingang van 1 mei 2020 wordt bepaald op nihil;
6.2.
verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat elk van hen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.J. Frénay, rechter, en ter openbare civiele terechtzitting van 21 april 2021 uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. C.G.M. Schuman, griffier.
|
|
|
|
|
|
|
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
|
|
|
|