beschikking
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10123069 AZ VERZ 22-94
Beschikking van 30 maart 2023
[verzoeker]
wonend te [woonplaats]
verzoekende partij
gemachtigde: mr. M.A.C. Backx
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTAUROS FLEX SERVICES MAASTRICHT B.V.
gevestigd te Maastricht
verwerende partij
mr. P.J.A.A. Wassen
Partijen worden [verzoeker] en Centauros genoemd.
2 De feiten
2.1.
Centauros stelt arbeidskrachten ter beschikking in de vleessector. [verzoeker] is op 14 mei 2019 bij Centauros voor bepaalde tijd in dienst getreden als medewerker productie/inpakafdeling/vleesverwerking. Met ingang van 11 mei 2021 is [verzoeker] voor onbepaalde tijd in dienst. [verzoeker] was werkzaam bij Vion, een slachthuis te Boxtel.
2.2.
Bij brief van 22 juni 2022 heeft Centauros het volgende aan [verzoeker] meegedeeld:
Dear Mr [verzoeker] ,
Our District Manager has informed us that you have refused to agree to a transfer from Vion Boxtel to [naam bv] .
The contract that you have concluded and signed with Centauros Flex Services Maastricht BV states that Centauros Flex Services Maastricht BV is authorized to transfer the employee, Mr [verzoeker] , to another client if necessary.
You have refused to work for the other client ( [naam bv] ). We are therefore forced to
terminate your employment contract, taking into account the statutory notice period of 1 month.
With termination of the employment contract per 01-07-2022, this means that your last working day is Friday 29-07-2022
As of 01-08-2022 you are no longer employed by Centauros Flex Services Maastricht BV
All matters concerning the termination of the contract will be handled properly
2.3.
In een e-mail van 2 september 2022 heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt tegen dit ontslag. Bij brief van 12 september 2022 heeft [verzoeker] Centauros meegedeeld dat de opzegging in strijd met de regels is, hij aanspraak maakt op loon en zich beschikbaar houdt voor het verrichten van arbeid. Centauros heeft daarop bij e-mail van 13 september 2022 gereageerd met een verwijzing naar de opzeggingsbrief onder de mededeling dat de inhoud daarvan voor zich spreekt.
3 Het geschil
3.1.
Het primair verzoek - vernietiging van de opzegging - heeft [verzoeker] laten vallen. [verzoeker] verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- bij verklaring voor recht te bepalen dat Centauros hem ten onrechte heeft ontslagen;
- Centauros te veroordelen tot het opstellen van een deugdelijke eindafrekening, waaronder
begrepen de resterende vakantiedagen en vakantiegeld, op straffe van een dwangsom van
€ 500,- per dag(deel) dat Centauros in gebreke blijft;
- Centauros te veroordelen tot betaling van het bedrag voortvloeiende uit de eindafrekening, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW;
- Centauros te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding en de transitievergoeding;
- Centauros te veroordelen tot betaling van € 2.651,76 bruto, te verminderen met een bedrag van € 450,- netto over januari en over mei € 2.651,76 bruto, te verminderen met een bedrag van € 1.000,- netto, en het totaal te vermeerderen met vakantiebijslag en overige emolumenten, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW;
- Centauros te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over hiervoor genoemde bedragen vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van betaling;
- Centauros te veroordelen tot afgifte van netto/bruto specificaties op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag(deel) dat Centauros in gebreke blijft.
3.2.
Volgens Centauros heeft [verzoeker] bij Vion geweigerd werk te verrichten en trachtte hij collega’s ertoe over te halen werk te weigeren. [verzoeker] is tevergeefs mondeling gewaarschuwd naar aanleiding van dit gedrag en zijn loon is over de uren dat hij niet heeft gewerkt ingehouden. [verzoeker] was op enig moment niet meer welkom bij Vion. Centauros heeft [verzoeker] toen de gelegenheid geboden om bij [naam bv] te Helmond te gaan werken. Dit heeft [verzoeker] geweigerd. Centauros was van mening [verzoeker] op staande voet te hebben ontslagen. Doordat desondanks de opzegtermijn in acht is genomen, heeft [verzoeker] geen nadelige gevolgen ondervonden van dit ontslag. Centauros is van mening dat zij niet onredelijk heeft gehandeld. Het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding dient dan ook afgewezen te worden.
4 De beoordeling
Zittingsplaats
4.1.
Naar aanleiding van de opmerking van Centauros dat deze zaak eigenlijk door de zittingsplaats Roermond had moeten worden behandeld omdat de kantoorlocatie in Urmond, gemeente Stein, is gelegen, overweegt de kantonrechter dat de zittingsplaats Maastricht overeenkomstig het zaakverdelingsreglement rechtbank Limburg (Staatscourant 30 december 2013, nr. 36469) bevoegd is gelet op het gegeven dat de statutaire zetel van Centauros Maastricht is.
4.2.
Doordat in deze zaak uitstel is verzocht en verleend en het verzoek inmiddels ten gronde mondeling is behandeld, is thans het belang aan het treffen van een voorlopige voorziening ontvallen.
4.3.
Niet in geschil is dat [verzoeker] niet heeft ingestemd met de opzegging van de arbeidsovereenkomst. De opzegging kan, anders dan Centauros lijkt te suggereren, niet worden gekwalificeerd als een ontslag op staande voet. Uit de opzeggingsbrief blijkt niet dat de bedoeling was [verzoeker] op staande voet te ontslaan en uit de feitelijke gang van zaken blijkt dit ook niet. Centauros heeft immers een maand opzegtermijn in acht genomen. In de opzeggingsbrief staat verder dat alle zaken met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst correct zullen worden afgehandeld. Een dergelijke mededeling - zeker in combinatie met het in acht nemen van de opzegtermijn - ademt niet de sfeer van een ontslag op staande voet. Voor zover Centauros dan toch zou hebben bedoeld om [verzoeker] bij brief van 22 juni 2022 op staande voet te ontslaan, dan voldoet dit ontslag evident niet aan het vereiste dat een dergelijk ontslag onverwijld moet zijn verleend. De kantonrechter kwalificeert de opzegging als een ‘gewone’ opzegging, die echter niet voldoet aan de wettelijke regels. Immers, gesteld noch gebleken is dat de in artikel 7:671 lid 1 BW genoemde uitzonderingen zich voordoen. Dit betekent dat de opzegging in strijd is met artikel 7:671 BW en vernietigbaar is.
4.4.
Dat [verzoeker] ten onrechte is ontslagen vloeit voort uit voorgaande overweging. [verzoeker] heeft niet gesteld welk belang hij heeft bij een afzonderlijke verklaring voor recht inhoudende dat hij door Centauros ten onrechte is ontslagen. Het verzoek om een verklaring voor recht zal daarom worden afgewezen.
4.5.
[verzoeker] heeft ervoor gekozen in plaats van vernietiging van de opzegging aanspraak te maken op een billijke vergoeding. Uitgangspunt is dat de billijke vergoeding moet worden bepaald op een wijze die, en op het niveau dat, aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval (vgl. HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187 New Hairstyle en HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:878 Zinzia). Bij het vaststellen van de billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7:681 lid 1, aanhef en onder a, BW, gaat het uiteindelijk erom dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187).
4.6.
Het ernstig verwijtbaar handelen bestaat in dit geval uit het opzeggen van de arbeidsovereenkomst in strijd met de wettelijke regels. Centauros’ stelling dat sprake was van het tot tweemaal toe weigeren van werk, welke stelling [verzoeker] heeft betwist, is niet vooraf getoetst in een verzoekschriftprocedure bij de kantonrechter - wat gelet op de aard van de reden van ontslag de geëigende procedure zou zijn geweest.
4.7.
Voor zover Centauros meent dat de gestelde werkweigering reden zou moeten zijn [verzoeker] een billijke vergoeding te onthouden, overweegt de kantonrechter als volgt. Centauros heeft geen schriftelijke waarschuwingen en - bijvoorbeeld - gespreksverslagen overgelegd die de gestelde werkweigering aannemelijk kunnen maken en inzichtelijk maken dat [verzoeker] is gewezen op de ernstige gevolgen van zijn gedrag. Er is geen reden om aan te nemen dat het schriftelijk waarschuwen en vastleggen van het gestelde verwijtbare gedrag niet van Centauros kon worden verlangd. Aan de schriftelijke verklaringen van de werknemers van Centauros kent de kantonrechter niet de waarde toe die Centauros daaraan gehecht wenst te zien. Deze verklaringen zijn niet heel concreet en vertonen bovendien onderling grote gelijkenissen en zijn opgesteld door personen die in een afhankelijkheidsrelatie staan tot Centauros. De verwijten richting [verzoeker] hebben daarom geen effect op de beoordeling van de verzochte billijke vergoeding.
4.8.
Hoewel Centauros de geldende opzegtermijn in acht heeft genomen doet dit er niet aan af dat de opzegging nadelig is voor [verzoeker] . [verzoeker] had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en die is hij kwijt. Centauros heeft, nadat zij er door de gemachtigde van [verzoeker] op was gewezen niet de juiste ontslagroute te hebben bewandeld, geen poging gedaan om tot een oplossing te komen. Voor zover de verhoudingen al niet al te best waren, heeft Centauros een terugkeer van [verzoeker] door de onrechtmatige opzegging onmogelijk gemaakt. Centauros stelt in dat verband zelf dat een terugkeer geen optie is. [verzoeker] stelt - onbetwist - nog geen andere baan te hebben gevonden. Ook stelt [verzoeker] onbetwist dat als hij een nieuwe baan vindt, deze waarschijnlijk voor bepaalde tijd zal zijn. [verzoeker] heeft het inkomensverlies berekend op € 15.500,-. Hier heeft Centauros geen (gemotiveerde) betwisting tegenover gesteld. De kantonrechter acht daarom het door [verzoeker] verzochte bedrag van € 10.000,- bruto een redelijke billijke vergoeding ter compensatie van de onrechtmatige opzegging en de nadelige gevolgen daarvan voor [verzoeker] .
4.9.
Het verzoek om en de hoogte van de transitievergoeding - volgens [verzoeker]
€ 2.906,64 bruto - heeft Centauros niet betwist. Dit verzoek zal dan ook worden toegewezen.
4.10.
Het verzoek tot het opstellen van een eindafrekening op straffe van een dwangsom heeft Centauros evenmin betwist. Dit verzoek zal op de hierna te melden wijze worden toegewezen. De kantonrechter zal de dwangsom matigen tot € 100,- per dag(deel) met een maximum van € 1.500,-.
4.11.
Wat het verzoek tot betaling van achterstallig salaris betreft, geldt het volgende. [verzoeker] stelt dat hij over de maand januari 2022 € 450,- netto heeft ontvangen. Op de loonstrook van die maand is een loon vermeld van € 2.058,92 bruto. Na verrekening van - onder andere - inhoudingen en een voorschot van € 1.800,- resteert een negatief nettoloon van € 159,26. Uit een andere loonstrook die de maand januari 2022 betreft, blijkt een nettoloon van € 34,95 aan vakantietoeslag. Over mei 2022 stelt [verzoeker] € 1.000,- te hebben ontvangen. [verzoeker] verwijst ter onderbouwing naar een door hem opgesteld overzicht van loonbetalingen. Op dit overzicht is bij de datum 31 mei ‘€ 1.118,61’ en ‘5/22’ vermeld. Uit de loonstrook van de maand mei 2022 blijkt dat hem een nettoloon van
€ 1.064,94 zou toekomen. [verzoeker] stelt ter motivering het volgende: “Daar de salarisspecificaties voor werknemer niet duidelijk zijn, baseert werknemer zijn vordering vooralsnog op het maandsalaris van € 2.651,76 bruto.” Volgens Centauros zijn de specificaties echter correct en zijn de betalingen - gelijktijdig met die aan de andere werknemers - verricht.
4.12.
De kantonrechter is van oordeel dat uit het overzicht van [verzoeker] niet volgt dat hij te weinig loon heeft gekregen. [verzoeker] stelt niet dat de loonstroken niet correct zijn. Hij stelt enkel dat ze hem niet duidelijk zijn, zonder dat hij toelicht waarom de loonstroken hem niet duidelijk zijn. Dat had in het kader van zijn stelplicht wel van hem mogen worden verwacht. De kantonrechter wijst dit verzoek daarom af.
4.13.
De wettelijke rente over de in deze beschikking toegekende bedragen zal worden toegewezen met ingang van de dag van verzuim. Deze dag is voor de transitievergoeding 1 september 2022.
4.14.
Het verzoek tot afgifte van netto/bruto specificaties zal als zijnde onbetwist op de hierna te melden wijze worden toegewezen, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag(deel) met een maximum van € 1.500,-.
4.15.
Centauros zal worden veroordeeld in de proceskosten van € 793,- aan salaris gemachtigde en een griffiegeld van € 86,-, in totaal € 879,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van deze beschikking. Bij een separate veroordeling in de nakosten bestaat geen belang nu de proceskostenveroordeling die kosten omvat (HR 10-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:853 rov 2.3).
5 De beslissing
De kantonrechter:
Inzake de voorlopige voorziening
5.1.
wijst de verzoeken af,
In de hoofdzaak
5.2.
veroordeelt Centauros aan [verzoeker] binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking een deugdelijke eindafrekening, met daarop de resterende vakantiedagen en vakantiegeld, te verstrekken, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ingevolge artikel 7:625 BW, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag(deel) met een maximum van € 1.500,- voor zover Centauros in gebreke blijft met de verstrekking van de eindafrekening na genoemde termijn. Voornoemde bedragen dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de onderscheiden dagen van verzuim tot die van betaling;
5.3.
veroordeelt Centauros om aan [verzoeker] te betalen € 2.906,64 bruto aan transitievergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 september 2022 tot de dag van betaling;
5.4.
veroordeelt Centauros om aan [verzoeker] te betalen € 10.000,- bruto aan billijke vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de dag van verzuim tot de dag van betaling;
5.5.
veroordeelt Centauros om aan [verzoeker] binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking netto/bruto specificaties te verstrekken ter zake de onder 5.2 en 5.3 genoemde bedragen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag(deel) met een maximum van € 1.500,- voor zover Centauros daarmee na de genoemde termijn in gebreke blijft, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang de onderscheiden dagen van verzuim tot die van betaling;
5.6.
veroordeelt Centauros tot betaling van de kosten van deze procedure, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden bepaald op € 879,- aan salaris gemachtigde en griffiegeld, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van deze beschikking;
5.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.M. Kuster en is in het openbaar uitgesproken.