Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLIM:2023:6725

Rechtbank Limburg
07-11-2023
24-11-2023
10674336 AZ VERZ 23-86
Arbeidsrecht
Beschikking

De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst per direct opgezegd zonder vermelding van een dringende reden. Het ontslag op staande voet wordt vernietigd. De werkgever wordt veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon (en de wettelijke verhoging). De arbeidsovereenkomst is inmiddels van rechtswege geëindigd zonder dat de werkgever het einde heeft aangezegd. De werkgever wordt ook veroordeeld tot betaling van een gefixeerde vergoeding en een transitievergoeding.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2023-1453
VAAN-AR-Updates.nl 2023-1453

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 10674336 AZ VERZ 23-86

Beschikking van 7 november 2023

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonend te [woonplaats] ,

verzoekende partij,

gemachtigde mr. D.M. Gijzen,

tegen

MEGA MANAGEMENT B.V.,

gevestigd/kantoorhoudend te Schinnen (gemeente Beekdaelen) ,

verwerende partij,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna [verzoeker] en M.M. genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het verzoekschrift met bijlagen

  • -

    de mondelinge behandeling op 2 november 2023.

1.2.

Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

Onderstaande feiten ontleent de kantonrechter aan de stellingen van [verzoeker] en de door hem overgelegde bijlagen. Omdat M.M. de stellingen van [verzoeker] alsmede de inhoud van de overgelegde bijlagen niet heeft betwist, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van een en ander.

2.2.

[verzoeker] is op 19 februari 2023 op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden van M.M. in de functie van klusjesman/hersteller. Partijen zijn overeengekomen dat deze arbeidsovereenkomst eindigt op 19 augustus 2023. Verder zijn zij een brutoloon van € 2.400,00 per maand (inclusief vakantiebijslag) overeengekomen.

2.3.

[verzoeker] heeft zich op 3 juli 2023 ziek gemeld. Daarna heeft M.M. nog op dezelfde dag de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] opgezegd met de mededeling: “Hereby I give you termination of employment”.

2.4.

M.M. heeft na 3 juli 2023 geen loon meer aan [verzoeker] betaald.

2.5.

Bij brief van 25 juli 2023 heeft (de gemachtigde van) [verzoeker] zich tegenover M.M. beroepen op de ongeldigheid van het ontslag en M.M. gesommeerd tot betaling van het op dat moment achterstallige loon.

2.6.

M.M. heeft ook daarna geen loon meer aan [verzoeker] betaald.

3 Het geschil

3.1.

[verzoeker] verzoekt primair:

  1. de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen,

  2. M.M. te veroordelen tot betaling van € 6.085,40 brutoloon,

  3. M.M. te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging van € 3.042,70 bruto,

  4. M.M. te veroordelen tot betaling van € 2.400,00 aanzegvergoeding,

  5. M.M. te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het brutoloon, de wettelijke verhoging en de aanzegvergoeding,

  6. M.M. te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 400,00,

  7. M.M. te veroordelen tot betaling van de proceskosten inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.

Voor het geval het primaire verzoek tot vernietiging van de opzegging niet wordt toegewezen, heeft [verzoeker] een subsidiair verzoek ingediend.

3.3.

M.M. is niet ter zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

4 De beoordeling

4.1.

M.M. heeft de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] op 3 juli 2023 opgezegd zonder een opzegtermijn te noemen. M.M. had met deze opzegging kennelijk de bedoeling om de arbeidsovereenkomst diezelfde dag te beëindigen. Die bedoeling kan ook afgeleid worden uit het feit dat M.M. daarna geen loon meer aan [verzoeker] betaald heeft. Voor een dergelijk ontslag op staande voet is nodig dat degene die opzegt daar een dringende reden voor heeft en die dringende reden ook onverwijld mededeelt aan de wederpartij. Dit staat in art. 7:677 lid 1 BW.

4.2.

[verzoeker] stelt dat M.M. geen dringende reden aan hem heeft medegedeeld. M.M. heeft dat niet betwist en daarom gaat de kantonrechter uit van de juistheid van die stelling. Hieruit volgt dat de opzegging van 3 juli 2023 niet voldoet aan het bepaalde in art. 7:677 lid 1 BW. De opzegging is daarom ingevolge art. 7:671 lid 1 onder c BW niet rechtsgeldig gegeven. Het verzoek tot vernietiging van deze opzegging wordt daarom op grond van art. 7:681 lid 1 onder a BW toegewezen.

4.3.

[verzoeker] heeft aangevoerd dat M.M. aan hem tot 3 juli 2023 weliswaar voorschotten heeft betaald, maar dat die voorschotten in totaal € 3.130,80 bruto minder bedragen dan waarop hij tot die datum recht had. Bij gebreke van betwisting van dit goed te volgen betoog, is dit bedrag toewijsbaar. Dat geldt evenzeer voor het door [verzoeker] op grond van art. 7:629 lid 1 BW gevorderde (minimum)loonbedrag tijdens ziekte voor de periode van 3 juli tot en met 19 augustus 2023 van € 2.154,60 bruto alsmede voor de gevorderde betaling van € 800,00 bruto voor tien niet opgenomen vakantiedagen. Op grond van deze overwegingen zal M.M. worden veroordeeld tot betaling aan [verzoeker] van € 6.085,40 bruto.

4.4.

M.M. is (veel) te laat met de betaling van het achterstallig loon van € 6.085,40. Op grond van art. 7:625 lid 1 BW zal de wettelijke verhoging van € 3.042,70 bruto daarom worden toegewezen.

4.5.

Als gevolg van de vernietiging van de opzegging is de arbeidsovereenkomst eerst geëindigd op 19 augustus 2023. Partijen zijn immers die einddatum overeengekomen. De wet schrijft wel voor dat de werkgever de werknemer uiterlijk een maand voordat een dergelijke arbeidsovereenkomst eindigt, schriftelijk informeert over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Een dergelijke aanzegging heeft M.M. niet gedaan. M.M. is daarom op grond van art. 7: 668 BW aan [verzoeker] een vergoeding verschuldigd van
€ 2.400,00 bruto. Ook dit onderdeel van [verzoeker] ’ verzoek zal dus worden toegewezen.

4.6.

De wettelijke rente over het brutoloon, de wettelijke verhoging en de aanzegvergoeding zal worden toegewezen vanaf de respectieve verzuimdata tot de dag van voldoening.

4.7.

M.M. is verder aan [verzoeker] de verzochte transitievergoeding van € 400,00 bruto verschuldigd. Ook dit onderdeel van het verzoek van [verzoeker] zal dus worden toegewezen.

4.8.

Omdat het primaire verzoek van [verzoeker] wordt toegewezen (waaronder het verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeid), is er geen grond voor beoordeling van het subsidiaire verzoek van [verzoeker] .

4.9.

M.M. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op:

  • -

    griffierecht € 693,00

  • -

    salaris gemachtigde € 793,00

totaal: € 1.486,00

M.M. zal verder worden veroordeeld tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van betaling.

4.10.

In deze beschikking hoeft geen aparte beslissing te worden genomen over de verzochte nakosten. De kantonrechter verwijst in dat verband naar het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:853).

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1.

vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst,

5.2.

veroordeelt M.M. tot betaling aan [verzoeker] van € 6.085,40 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verzuim tot de dag van betaling,

5.3.

veroordeelt M.M. tot betaling aan [verzoeker] van € 3.042,70 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verzuim tot de dag van betaling,

5.4.

veroordeelt M.M. tot betaling aan [verzoeker] van € 2.400,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verzuim tot de dag van betaling,

5.5.

veroordeelt M.M. tot betaling aan [verzoeker] van € 400,00 bruto,

5.6.

veroordeelt M.M. tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 1.486,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van betaling,

5.7.

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.8.

wijst - voor zover nodig - het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.

Type: RW

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.