2.8.
In een brief van 1 december 2023 van MB aan [verweerster] , die is verzonden naar aanleiding van het gesprek op 23 november 2023, heeft MB de volgende voorbeelden genoemd van het door MB als problematisch ervaren gedrag:
- Singing, laughing and preaching in a very loud voice. It is disturbing the working environment of your colleagues, but more importantly, also customers that are talking with your colleagues can hear you.
- Referring to God in conversations with customers. This is not professional.
- Showing a lack of respect for employer authority, also towards your manager(s) and HR,
for example in your communication.
- Accusing the company and colleagues of logging into your account.
- Aggressive behavior, yelling or cursing at colleagues.
- Disrupting collaborative team spirit and working environment by for example denying
support or help to other colleagues or criticizing your colleagues with Dealer Technicians
when wor king in ongoing cases.
- Constantly arguing and disputing direct requirements, instructions product/process based
coming from Operations Manager (OM) / Deputy Operations Manager (DOM) / Senior
Customer Service Representative (CSR).
- Violating compliance and confidentiality requirements, for example by taking pictures of
company systems that contain private customer information.
- Not following regular working instructions like for example not following the illness
process, being not connected and not reachable for hours during a shift without notifying
your manager and making blind transfers to refuse taking a call before end of shift.
- Refusing to have meetings with your direct managers like the Future Talks.
Verder heeft MB aan [verweerster] , onder meer, bevestigd:
- dat zij serieuze beschuldigingen uit aan het adres van MB, waaronder discriminatie, manipulatie en dat zij MB ervaart als een militair concentratiekamp;
- dat MB haar vanwege deze aantijgingen de gelegenheid had geboden tot een gesprek met de board, maar dat [verweerster] daar niet op in is gegaan;
- dat, anders dan [verweerster] stelt, MB er niet op uit is om [verweerster] te ontslaan;
- dat er anderzijds wel sprake is van een diepgeworteld wantrouwen richting MB;
- dat dit niet werkbaar is en MB daarom mediation als enige mogelijkheid ziet om uit de impasse te komen, maar dat [verweerster] dit heeft geweigerd;
- dat, hoewel MB [verweerster] niet kan dwingen deel te nemen aan mediation, een beschadigde arbeidsverhouding blijft bestaan hetgeen kan leiden tot ontslag;
- dat [verweerster] deelname aan een ontwikkelplan en een cursus Spaans heeft geweigerd, terwijl daar wel aanleiding toe was omdat zij een hogere functie vervult dan voorheen en sprake is van onvoldoende functioneren;
- dat vanwege de niet constructieve attitude van [verweerster] en het gebrek aan respect voor MB het vertrouwen van MB in een vruchtbare samenwerking significant is afgenomen.
MB heeft [verweerster] de gelegenheid geboden om binnen één week te reageren.