[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Primair:
het concurrentiebeding in artikel 14 lid 2 van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang buiten werking te stellen, dan wel de werking ervan te schorsen totdat bij onherroepelijke uitspraak in een bodemprocedure over de geldigheid van het concurrentiebeding is beslist;
Subsidiair:
te bepalen dat de werking van het concurrentiebeding wordt ingekort van twee jaar naar een periode van zes maanden, conform artikel 2.1 sub c van de van toepassing verklaarde CAO.
2. Te bepalen dat het concurrentiebeding uit artikel 14 lid 2 van de arbeidsovereenkomst niet door [eiseres] is geschonden.
3. Te bepalen dat het verbod op nevenwerkzaamheden uit artikel 11 van de arbeidsovereenkomst niet door [eiseres] is geschonden.
Voorts vordert [eiseres] [gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
- het netto equivalent van het brutoloon over de maanden november en december 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van 50%, nog te vermeerderen met de wettelijke rente over de wettelijke verhoging;
- de wettelijke rente over de genoten salarissen in de periode van 1 mei 2022 tot en met 31 december 2023;
- de wettelijke verhoging over de verschuldigde loonbedragen ex artikel 7:625 BW over de verschuldigde loonbedragen over de periode 1 mei 2022 tot en met 31 oktober 2023, zulks zoals nader uitgewerkt in randnummers 31 en 32 van de dagvaarding;
- het netto equivalent van het opgebouwde vakantiegeld van € 1.334,60 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente;
- het netto equivalent van de opgebouwde, doch niet genoten verlofuren van € 982,50 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente;
- het netto equivalent van de opgebouwde, doch niet uitbetaalde meeruren van € 570,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente;
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 814,16;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum van dit vonnis;
- de nakosten.