[eiser 1] vordert - samengevat –
I. het resterende (achterstallig) salaris over de maand juli, zijnde € 1.205,00 netto, evenals het volledige (achterstallig) salaris over de maanden augustus 2024 en september 2024, elk ten bedrage van € 1.995,00 bruto per maand, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
II. het salaris ad € 1.995,00 bruto per maand, zolang de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
III. de betaling van het vakantiegeld, berekend vanaf de indiensttreding;
IV. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over de som van de voornoemde bedragen;
V. de wettelijke rente over de som van voornoemde bedragen, voor wat betreft de bedragen die opeisbaar waren op het tijdstip van dagvaarding, en voor wat betreft de bedragen die nadien opeisbaar zijn geworden vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van die bedragen, tot aan de dag van volledige betaling;
VI. het inschakelen van een bedrijfsarts met als doel re-integratie mogelijk te maken, op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag(deel) dat gedaagde(n) dit nalaat, met een maximum van € 10.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen maatregel;
VII. het verstrekken van deugdelijke salarisspecificaties van de maanden november 2023 tot heden, dan wel gewijzigde salarisspecificatie(s) aan [eiser 1] , zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag(deel) dat gedaagde(n) die niet verstrekt, met een maximum van € 10.000,00 althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie nader te bepalen maatregel;
VIII. de buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente;
IX. de proceskosten, inclusief nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.