RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
zaak/repnr. 273971 EJ VERZ 07-5924
typ: G.L.
coll:
Beschikking van de kantonrechter d.d. 20 november 2007.
De kantonrechter
gezien het op 20 november 2007 ontvangen verzoekschrift met begeleidende brief van de STICHTING MONDRIAAN ZORGGROEP, gevestigd en kantoorhoudende te Heerlen, gemachtigde mr. M.A.F. Overdijk te Maastricht, waarin zij verzoekt de tussen haar als werkgeefster en [naam verweerder], wonende te [woonplaats], gemachtigde mr. J.C.E. Siebenga-Moggré te Zwolle, als werknemer bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden.
voorts gezien de overige stukken, waaronder het op 20 november 2007 ontvangen verweerschrift met begeleidende brief.
Overweegt:
Partijen zijn niet ter terechtzitting gehoord, aangezien zij te kennen hebben gegeven dat de kantonrechter zonder mondelinge behandeling een beslissing kan nemen en het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod.
Tussen partijen staat vast dat werknemer, geboren [1953], sedert 6 januari 2003 bij de rechtsvoorgangster Stichting Psycho-Medisch Streekcentrum Vijverdal van werkgeefster in dienst is als directeur tegen een salaris van laatstelijk € 9.999,60 bruto per maand exclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige emolumenten.
Werkgeefster verzoekt de arbeidsovereenkomst van partijen te ontbinden, waaraan zij met name ten grondslag legt dat de functie van werknemer als gevolg van een fusie met ingang van 1 juli 2007 van rechtsvoorgangster Stichting Psycho-Medisch Streekcentrum Vijverdal met werkgeefster is komen te vervallen, hetgeen werknemer niet valt te verwijten doch voortzetting van het dienstverband onmogelijk maakt, terwijl geen andere passende functie voorhanden is.
Werknemer onderkent de noodzaak het dienstverband wegens voormelde reden te beëindigen.
Zulks leidt tot de slotsom dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden, die een gewichtige reden vormt, welke van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn behoort te eindigen.
Op grond van het door partijen over en weer gestelde oordeelt de kantonrechter het billijk ten laste van werkgeefster aan werknemer de hierna omschreven vergoeding toe te kennen waarmee partijen zich hebben verenigd.
Gezien bovenstaand kan reeds thans een eindbeslissing worden gegeven en worden de proceskosten aldus ge-compenseerd dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Beschikt
Ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2008.
Kent daarbij aan werknemer ten laste van werkgeefster een vergoeding toe van € 131.533,20 bruto als suppletie op een eventuele WW-uitkering dan wel een elders te verdienen lager salaris, alsmede dient werkgeefster tot een maximum van € 10.000,00 exclusief BTW de kosten van outplacement voor haar rekening te nemen, na daartoe van een door werknemer uitgekozen bureau een gespecificeerde factuur te hebben ontvangen.
Veroordeelt werkgeefster voornoemde vergoeding van € 131.533,20 tegen bewijs van kwijting aan werknemer of aan een door hem aan te wijzen derde te voldoen.
Compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Aldus gewezen door mr. J.M.A.F. Coenegracht, kantonrechter, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.