RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 336565 CV EXPL 09-2640
Vonnis d.d. 12 augustus 2009
inzake:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MCFACTOR B.V.,
rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Oxyline B.V., tevens handelend onder de naam Bodystore.nl,
gevestigd en kantoorhoudend te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. R.A. Plug (“Webcasso”) te Barendrecht,
tegen:
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
in rechte optredend bij zijn echtgenote [echtgenote].
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Door partijen zijn achtereenvolgens de navolgende processtukken gewisseld:
-exploot van dagvaarding d.d. 12 mei 2009;
-conclusie van antwoord (brief).
Daarna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader op vandaag is gesteld.
MOTIVERING
Eisende partij vordert veroordeling van gedaagde partij om aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 79,16, vermeerderd met de wettelijke daarover vanaf de dag van dagvaarding, 12 mei 2009, tot aan de dag van algehele voldoening. Bovendien vordert eisende partij de wettelijke rente over een eventuele proceskostenveroordeling vanaf de dag dat vonnis wordt gewezen.
Gedaagde partij - daartoe vertegenwoordigd door zijn echtgenote - heeft bij schriftelijk antwoord de vordering van eisende partij niet weersproken en enkel verzocht hem toe te staan het bedrag in termijnen te voldoen.
Doordat deze niet weersproken worden, staan de hoofdvordering en de grondslag waarop deze berust, in beginsel vast.
De kantonrechter zal het bedrag van € 33,40 in hoofdsom dan ook toewijzen.
De kantonrechter heeft rechtens geen bevoegdheid een betalingsregeling op te leggen. Daartoe dient gedaagde partij zich te wenden tot eisende partij dan wel haar gemachtigde (mr. Plug).
De kantonrechter is echter van oordeel dat eisende partij omtrent de aan de procedure voorafgegane incasso(pogingen) onvoldoende (gespecificeerd en gemotiveerd) heeft gesteld om daaruit te kunnen concluderen dat werkzaamheden zijn verricht en kosten zijn gemaakt die de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure te buiten gaan.
Daarmee is niet komen vast te staan dat de door eisende partij bedoelde werkzaamheden en kosten verder strekten dan de verrichtingen en kosten waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Rv. een voorziening geven.
Dit onderdeel van de vordering - een bedrag van € 37,00 belopend - zal dan ook worden afgewezen.
Ook de door eisende partij gevorderde administratiekosten ad € 7,50 acht de kantonrechter niet toewijsbaar, nu niet is gesteld noch anderszins is gebleken op grond waarvan eisende partij gerechtigd zou zijn vergoeding van deze kosten van gedaagde partij te verlangen.
De wettelijke rente over de hoofdsom van € 33,40 kan eerst vanaf de datum van dagvaarding worden toegewezen, omdat eisende partij nagelaten heeft in het exploot melding te maken van een concrete (eerdere) verzuimdatum alsmede van de concrete verzuimgrond. Het verzuim kan dan ook niet worden geacht eerder dan 12 mei 2009 te zijn ingetreden.
In het licht van het voorgaande moeten ten slotte de proceskosten geheel voor rekening van eisende partij blijven omdat nergens uit blijkt dat gedaagde partij een reële kans is geboden buiten rechte het verschuldigde te voldoen.
BESLISSING
Veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 33,40, vermeerderd met de wettelijke rente hierover ingaande 12 mei 2009 tot de datum van algehele voldoening.
Veroordeelt eisende partij tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van gedaagde partij tot heden begroot op nihil.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. STAAL, kantonrechter te Maastricht,
en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
HP