Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7656

Rechtbank Maastricht
03-12-2010
17-12-2010
392576 EJ VERZ 10-5556
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst. Ziekmelding. Deskundigenoordelen. Geen arbeidsongeschiktheid. Weigeren werkhervatting. Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van dringende reden."

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2010-0997
VAAN-AR-Updates.nl 2010-0997

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Kanton

Locatie Maastricht

zaaknr: 392576 EJ VERZ 10-5556

typ: RW

beschikking van 3 december 2010

in de zaak van

ISS Nederland B.V.,

gevestigd te [plaats],

verzoekende partij,

hierna te noemen: ISS,

gemachtigde: mr. E. von Weiler

tegen

[verweerster],

wonend te [adres],

verwerende partij,

hierna te noemen: [verweerster],

procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 13 september 2010 is een verzoekschrift met bijlagen ingekomen.

[verweerster] heeft op 23 september 2010 een verweerschrift met bijlagen ingediend.

Van de zijde van ISS zijn op 1 oktober 5 producties ingediend.

Partijen zijn gehoord ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2010 2010. Van het ter zitting verhandelde is procesverbaal opgemaakt dat aan partijen verzonden is.

[verweerster] heeft vervolgens op 11 oktober 2010 een pleitnotitie en een aanvullende pleitnotitie met bijlagen ingediend.

ISS heeft bij faxbericht van 14 oktober 2010 zes producties ingediend.

De mondelinge behandeling is vervolgens hervat op 18 oktober 2010. Van het verhandelde is door de griffier schriftelijk aantekening gehouden. [verweerster] heeft tijdens deze mondelinge behandeling een aantal producties overgelegd. ISS heeft een pleitnota overgelegd.

De kantonrechter heeft ISS de gelegenheid gegeven om op schriftelijk op de door [verweerster] ter zitting overgelegde producties te reageren.

Bij brief van 9 november 2010 (met bijlage) heeft ISS bedoelde reactie gegeven.

[verweerster] heeft vervolgens nog op 22 en 23 november 2010 een brief, respectievelijk een faxbericht met bijlagen ingediend.

Van de zijde van ISS is een faxbericht van 23 november 2010 ontvangen.

Vervolgens is beschikking bepaald op heden.

MOTIVERING

ISS verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] per 1 oktober 2010, althans na korte tijd, te ontbinden wegens gewichtige redenen. Primair grondt zij haar verzoek op het bestaan van een dringende reden wegens de weigering van [verweerster] om haar werkzaamheden te hervatten. Subsidiair baseert ISS het verzoek op een verandering in de omstandigheden doordat het vertrouwen in [verweerster] is komen te vervallen.

ISS stelt ter onderbouwing van haar verzoek - samengevat - het volgende.

[verweerster], geboren op [geboortedatum], is met ingang van [datum] bij ISS in dienst getreden in de functie van werknemer algemeen schoonmaak onderhoud. Het loon bedraagt

€ 873,60 bruto per vier weken exclusief emolumenten. De werkzaamheden werden gewoonlijk verricht in Maastricht. Zij heeft zich met ingang van 13 januari 2010 ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft [verweerster] arbeidsgeschikt verklaard. Omdat [verweerster] het daar niet mee eens was, heeft zij een deskundigenoordeel aangevraagd. Op 12 augustus 2010 heeft de verzekeringsarts van het UWV geoordeeld dat [verweerster] met ingang van 8 juni 2010 haar werk volledig had kunnen hervatten. ISS heeft [verweerster] vervolgens drie maal schriftelijk opgeroepen haar arbeid te hervatten. [verweerster] heeft dat, ondanks dat ISS de loonbetaling heeft geschorst, geweigerd. ISS wijst daarnaast op een eerder tussen partijen gerezen geschil, een kort geding met zaaknummer 357475 CV EXPL 09-5586, over (vermeend) achterstallig loon. Partijen zijn tijdens de mondelinge behandeling van dat kort geding op 10 december 2009 overeengekomen dat [verweerster] in opdracht van ISS werkzaamheden voor Sappi verricht voor twee uur per dag tussen 7.00 en 9.00 uur. [verweerster] heeft echter consequent geweigerd deze werkzaamheden te verrichten. Volgens ISS kunnen met [verweerster] geen afspraken gemaakt worden. [verweerster] vaart haar eigen koers, weigert zich te conformeren aan wet- en regelgeving en verzaakt zij haar plichten als werkneemster.

Door [verweerster] is zeer uitgebreid verweer gevoerd. In de kern - en voor zover relevant, althans voor zover begrijpelijk - heeft zij het volgende aangevoerd.

Zij plaatst vraagtekens bij de door ISS overgelegde (kopie van) de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van [datum], die volgens haar van rechtswege geëindigd is op 23 december 2002. [verweerster] lijkt in twijfel te trekken dat ISS haar werkgever is. Zij eist “juiste aanpassing van de naam werkgever”. Zij stelt dat zij in grote gebiedsdelen van Zuid-Limburg werkzaam (geweest) is voor ISS. Er is sprake van een opzegverbod aangezien andere werkgevers haar niet in staat geacht hebben om schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Zij wijst erop dat zij ziekengeld van CSU ontvangt wegens ziekte. Haar medische toestand heeft [verweerster] onderbouwd met diverse producties. Zij acht zich niet in staat haar werk voor ISS te hervatten. Zij betwist de hoogte van het door ISS gestelde loon. Hetgeen partijen op 10 december 2009 zijn overeengekomen, wordt volgens [verweerster] ook niet nageleefd door ISS.

De kantonrechter overweegt als volgt.

[verweerster] betwist niet het bestaan van de door ISS overgelegde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Ter zitting van 4 oktober 2010 is door ISS gesteld dat de arbeidsovereenkomst abusievelijk ISS Facility Services in plaats van ISS Nederland B.V. als werkgever heeft vermeld en dat ISS Facility Services destijds een door ISS Nederland B.V. gevoerde handelsnaam was. Door [verweerster] is daar niets tegen in gebracht. Voorts betwist zij niet dat zij ook na de einddatum van die overeenkomst dezelfde werkzaamheden onder het gezag van ISS is blijven verrichten en daarvoor van ISS loon ontvangen heeft. Hiermee staat derhalve vast dat partijen de arbeidsovereenkomst nadien ongewijzigd voortgezet hebben en dat ISS de werkgever van [verweerster] is.

Kern van de discussie tussen partijen is dat [verweerster] zichzelf wegens ziekte niet geschikt acht voor de door haar bij ISS te verrichten schoonmaakwerkzaamheden, terwijl ISS van mening is dat [verweerster] wel degelijk in staat moet worden geacht de overeengekomen werkzaamheden te verrichten.

De door ISS tijdens deze procedure overgelegde deskundigenoordelen van 12 augustus 2010 en 5 oktober 2010, opgesteld door respectievelijk verzekeringsartsen [verzekeringsarts sub 1] en [verzekeringsarts sub 2], vermelden beide als conclusie dat [verweerster] met ingang van 8 juni 2010 geschikt te achten is voor het eigen werk bij ISS. [verweerster] heeft niet kunnen onderbouwen dat zij, in weerwil van hetgeen voornoemde verzekeringsartsen hebben geconcludeerd, wel degelijk per 8 juni 2010 wegens ziekte niet in staat is tot het verrichten van haar werk bij ISS. De stelling dat zij wegens ziekte voor werk (eveneens schoonmaakwerkzaamheden) bij een andere werkgever (CSU) wel arbeidsongeschikt is geacht en op grond daarvan via het UWV een uitkering ingevolge de Ziektewet ontvangt (of ontvangen heeft), doet daar niet aan af. Daaruit blijkt immers onvoldoende dat zij voor haar werk bij ISS wegens ziekte ongeschikt geweest is vanaf 8 juni 2010. ISS heeft bovendien een verklaring van 5 november 2010 van [stafverzekeringsarts], Stafverzekeringsarts van het UWV (hierna: [stafverzekeringsarts]) overgelegd waaruit (onder meer) blijkt dat de arbeidsongeschiktheid van [verweerster] in het kader van de ZW wegens logistieke redenen eerst (weer) beoordeeld is op 4 november 2010 waarbij zij arbeidsgeschikt verklaard is per 5 november 2010. [stafverzekeringsarts] verklaart voorts dat, uitgaande van de tijdens die beoordeling aanwezige medische gegevens, [verweerster] als zij eerder was gezien ook eerder arbeidsgeschikt geacht zou zijn in het kader van de ZW. Hieruit blijkt naar het oordeel van de kantonrechter genoegzaam dat de arbeidsongeschiktheid tot 5 november 2010 van [verweerster] in het kader van de ZW onvoldoende grond is om [verweerster] te volgen in haar verweer dat zij per 8 juni 2010 wegens ziekte niet in staat was haar werkzaamheden voor ISS te verrichten. De door [verweerster] nog opgeworpen bedenkingen omtrent de door ISS overgelegde verklaring van [stafverzekeringsarts] verwerpt de kantonrechter. Hij acht het voldoende aannemelijk dat de schriftelijke verklaring van [stafverzekeringsarts] afkomstig is.

Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat er sprake is van een dringende reden op grond waarvan de arbeidsovereenkomst tussen partijen dient te worden ontbonden. [verweerster] weigert, hoewel zij daartoe geschikt geoordeeld is, immers haar werkzaamheden voor ISS te verrichten. Hetgeen overigens door [verweerster] nog aangevoerd is, moet worden verworpen wegens gebrek aan relevantie of omdat het onvoldoende onderbouwd, althans onvoldoende begrijpelijk is. De tussen partijen bestaande overeenkomst zal worden ontbonden per 15 december 2010.

De kantonrechter ziet wel aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

BESLISSING

Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 15 december 2010.

Compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.A.F. Coenegracht, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.