Bij brief van 19 september 2013 schrijft Pre-Mervo onder meer aan [gedaagde]:
"Zoals gisteren met u besproken bestaat er niet langer draagvlak voor uw functioneren bij ons en het personeel van uw afdeling. Wij hebben regelmatig met u over uw omgang, driftbuien en de 'de storende factor' gesproken. Ondanks de aangegeven handreikingen en begeleiding ten aanzien van uw houding en gedrag blijft verbetering uit en komt dit de werkzaamheden van de afdeling niet ten goede.
Gezien deze ervaringen, hebben wij er geen vertrouwen meer in dat hierin nog verbetering zal komen.
Vanwege dit gebrek aan draagvlak en vertrouwen kunnen wij dan ook niet anders dan beëindiging van de arbeidsovereenkomst met u nastreven. Er is geen andere passende functie voorhanden, die recht doet aan uw kennis, ervaring en vaardigheden.
Wij streven ernaar om de beëindiging in goed overleg en met wederzijds respect gestalte te geven, rekening houdend met de omstandigheden van dit geval.
U bent vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden zodat u zich goed over dit voorstel kan beraden. Wij willen u vragen om uiterlijk volgende week woensdag, 25 september 2013, te laten weten of u bijgevoegde regeling accepteert".
Bij deze brief was een conceptvaststellingsovereenkomst gevoegd, welke inhield dat de arbeidsovereenkomst eindigt per 1 december 2013, dat [gedaagde] vrijgesteld wordt van het verrichten van werkzaamheden, en dat aan haar een beëindigingsvergoeding wordt betaald van € 10.416,38 bruto. De vakantiedagen worden geacht opgenomen te zijn per 1 december 2013.