12 Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 primair: wederspannigheid, terwijl het misdrijf met daarmee gepaard gaande feitelijkheden zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
feit 2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 3: wederspannigheid, terwijl het misdrijf met daarmee gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 150 dagen.
Beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en in voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 124 dagen van deze jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2(twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
-
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
-
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich tijdens de proeftijd houdt aan de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdreclassering en intensieve begeleiding aanvaardt in het kader van ITB-Plus gedurende zes maanden.
Geeft opdracht aan Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdreclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uren. Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een leerstraf Stay a Way regulier voor de duur van 30 uren. Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 15 dagen.
Beveelt dat de hierboven gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Benadeelde partij (feit 1)
Wijst de vordering van [verbalisant 1], toe tot € 1.500,- (zegge vijftienhonderd euro) aan immateriële schade.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [verbalisant 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [verbalisant 1] aan de Staat € 1.500,- (zegge vijftienhonderd euro) te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door jeugddetentie van 25 dagen. De toepassing van die jeugddetentie heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering, nu dat gedeelte een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Tul
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 28 juni 2013 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een werkstraf van 40 uren subsidiair 20 dagen jeugddetentie.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter en tevens kinderrechter, mrs. H.A. Gerritse en M.P. Glerum, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 juli 2014.
BIJLAGE: De tenlastelegging
1.
Primair
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, aan [verbalisant 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (scheur
in de balzak en/of scheur in de linker teelbal en/of beschadigde en/of afgestorven teelbal die operatief moet worden verwijderd), heeft toegebracht, door voornoemde [verbalisant 1]
opzettelijk met kracht op/tegen/in het kruis te schoppen/trappen;
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te [plaats], althans in
het arrondissement Midden-Nederland, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1]
verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 453 Wetboek van
Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig
strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had aangehouden en vastgegrepen, althans
vast had teneinde hem/haar ten spoedigste voor te geleiden voor een
hulpofficier van justitie en hem/haar daartoe over te brengen naar een plaats
van verhoor, te weten politiebureau Paardenveld Utrecht, zich met geweld heeft
verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige
uitoefening zijner bediening, door opzettelijk gewelddadig met kracht
op/tegen/in het kruis te schoppen/trappen, tengevolge waarvan deze
opsporingsambtenaar zwaar lichamelijk letsel (scheur in de balzak en/of scheur in de linker teelbal en/of beschadigde en/of afgestorven teelbal die operatief moet worden verwijderd),
bekwam;
art 181 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, opzettelijk mishandelend [verbalisant 1] met kracht heeft
geschopt/getrapt op/tegen/in het kruis, tengevolge waarvan voornoemde [verbalisant 1]
zwaar lichamelijk letsel (scheur in de balzak en/of scheur in de linker teelbal en/of beschadigde en/of afgestorven teelbal die operatief moet worden verwijderd) heeft bekomen;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 300 lid 2 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf
om aan [verbalisant 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat
opzet met kracht met zijn been heeft geschopt/getrapt op/tegen/in het kruis
van die [verbalisant 1], zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet
voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te [plaats], althans in het arrondissement
Midden-Nederland, opzettelijk mishandelend [verbalisant 1] (met kracht) heeft
geschopt/getrapt op/tegen/in het kruis, waardoor voornoemde [verbalisant 1] letsel
heeft bekomen en / of pijn heeft ondervonden;
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te [plaats], althans in
het arrondissement Midden-Nederland, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1]
verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 453 Wetboek van
Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig
strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had aangehouden en vastgegrepen, althans
vast had teneinde hem/haar ten spoedigste voor te geleiden voor een
hulpofficier van justitie en hem/haar daartoe over te brengen naar een plaats
van verhoor, te weten politiebureau [plaats], zich met geweld heeft
verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige
uitoefening zijner bediening, door opzettelijk gewelddadig met kracht
op/tegen/in het kruis te schoppen/trappen, tengevolge waarvan deze
opsporingsambtenaar enig lichamelijk letsel (scheur in de balzak en/of scheur in de linker teelbal en/of beschadigde en/of afgestorven teelbal die operatief moet worden verwijderd),
bekwam;
art 181 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te [plaats], althans in het arrondissement
Midden-Nederland, [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] heeft bedreigd met enig
misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft
verdachte opzettelijk dreigend het holster met het vuurwapen van die [verbalisant 2]
vastgepakt
en / of
voornoemde [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] dreigend de woorden toegevoegd : "Ik maak je
kapot" en/of "Ik ga je kapot steken als ik vrij kom" en/of "ik snij je strot
door", althans feitelijkheden en/of woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te [plaats], althans in het arrondissement
Midden-Nederland, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 2] verdachte op
verdenking van het overtreden van artikel 453 Wetboek van Strafrecht, in elk
geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op
heterdaad ontdekt, had aangehouden en vastgegrepen, althans vast had teneinde
hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem
daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten Politiebureau
[plaats], zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde
opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner bediening,
door opzettelijk gewelddadig (met kracht) in de hand/duim te buiten van die
[verbalisant 2], tengevolge waarvan deze opsporingsambtenaar enig lichamelijk letsel
(bijtwond hand/duim) bekwam;
hij op of omstreeks 29 maart 2014 te [plaats], althans in het arrondissement
Miden-Nederland, opzettelijk mishandelend [verbalisant 2] (met kracht) heeft
gebeten in de hand/duim, waardoor voornoemde [verbalisant 2] letsel heeft bekomen en /
of pijn heeft ondervonden
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 181 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht.