[verzoekster] verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op grond van veranderingen in de omstandigheden, onder toekenning van een vergoeding van een bedrag van € 23.001,88 bruto en het outplacementtraject conform de Sociale Regeling van [verzoekster].
Zij voert daartoe aan dat er sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie, als gevolg waarvan de arbeidsplaats van [verweerder] per 1 januari 2015 komt te vervallen. [verzoekster] heeft ten aanzien van haar onderneming van 2011 tot en met 2016 de financiële resultaten respectievelijk prognoses overgelegd.
[verzoekster] stelt onder meer dat vanwege de economische crisis in combinatie met overheidsmaatregelen ter zake milieuclassificering en fiscale bijtelling, er een forse terugval in de verkoop van nieuwe auto's heeft plaatsgevonden. Daarnaast is er sprake van een daling van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden en de daarmee samenhangende verkoop van onderdelen en terugloop van omzet in schadeherstelwerkzaamheden. Ook heeft de omstandigheid dat Chevrolet zich heeft teruggetrokken uit de Europese markt invloed op de verkoopcijfers van [verzoekster], nu [verzoekster] verantwoordelijk was voor ongeveer 10% van de landelijke verkoop van Chevrolet.
[verzoekster] stelt dat het financiële resultaat van de onderneming sinds 2011 steeds dalende is geweest, maar dat zij het in 2012 en 2013 nog enigszins positief heeft kunnen beïnvloeden door kostenbesparende maatregelen en door in- en verkoop van een grote partij auto's. De prognose voor 2014 is echter dat de financiële resultaten zullen zakken tot een verlies van bijna € 900.000,00.
De bank waarbij [verzoekster] bankiert heeft aangegeven niet bereid te zijn om aan [verzoekster] additionele financieringen te verstrekken en heeft het account van [verzoekster] ondergebracht bij de afdeling Bijzonder Beheer, waarbij zij aandringt op afbouw van financiering.
[verzoekster] heeft een extern financieel adviseur (FBM) ingeschakeld, die berekend heeft welke personeelsbezetting voor de afzonderlijke activiteiten maximaal acceptabel is om nog een rendabele exploitatie te kunnen realiseren. Op grond van die berekening komt [verzoekster] tot de conclusie dat zeventien arbeidsplaatsen dienen te vervallen.