3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
-
zal verklaren voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van [eiser] en dientengevolge aansprakelijk is voor de vergoeding van de schade die [eiser] door de op 20 november 2011 tijdens de ledenraadvergadering van Ajax gedane uitlatingen heeft geleden;
-
[gedaagde] zal verplichten om binnen 3 dagen na betekening van het toewijzende vonnis de volgende rectificatie te doen publiceren in De Telegraaf, De Volkskrant, Het Parool en het Algemeen Dagblad:
“Op 20 november 2011 heb ik in de hoedanigheid van Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Ajax N.V. tijdens de ledenraadvergaderingen van Ajax N.V. grievende uitlatingen gedaan en verdachtmakingen geuit over [eiser]die de indruk vestigen dat hij betrokken is bij omkoping en andere criminele activiteiten. De Rechtbank Midden-Nederland te Utrecht heeft bij vonnis van … (nader in te vullen) bepaald dat ik moet rectificeren, aangezien voor deze uitlatingen en verdachtmakingen onvoldoende feitelijke grondslag is aan te wijzen en in rechte niet aannemelijk is gemaakt dat [eiser]bij omkoping en andere criminele activiteiten betrokken zou zijn”;
3. zal bepalen dat [gedaagde] deze onder 2 opgestelde en geformuleerde rectificaties integraal, zonder enige toevoeging, bespreking of beschouwing van zodanige aard dat het doel of de strekking van de betreffende rectificatie zou worden aangetast in de betreffende media moet (doen) plaatsen;
4. zal bepalen dat [gedaagde] zich per direct en voortaan dient te onthouden van het doen van onjuiste, negatieve en/of grievende uitlatingen in het openbaar (waaronder in lek geval doch niet uitsluitend worden verstaan uitlatingen via de media), die de indruk kunnen vestigen dat [eiser] betrokken is bij omkoping of andere criminele activiteiten;
5. zal bepalen dat aan de vorderingen onder 2,3 en 4 een dwangsom is gekoppeld van € 10.000,- per dag of dagdeel dat [gedaagde] aan de hiervoor gegeven vorderingen geen gevolg geeft, te rekenen vanaf 7 dagen na betekening van dit vonnis met een maximum van € 1.000.000,-;
6. [gedaagde] zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan [eiser] te betalen de immateriële schade van € 10.000,-, subsidiair [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een voorschot van € 1.000,- met verwijzing naar de schadestaatprocedure;
7. [gedaagde] zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis aan [eiser] te betalen een materiële schadevergoeding ter zake de proceskostenveroordeling in kort geding van € 1.076,- en voorts voor de overige materiële schade de kwestie te verwijzen naar een schadestaatprocedure voor het vaststellen van de definitieve hoogte van de door [eiser] geleden schade;
8. zal bepalen dat over de toegewezen vorderingen of voorschotten conform 6 en 7 wettelijke rente is verschuldigd vanaf 20 november 2011 tot de voldoening;
9. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten.