Voorligt het verzoek om op grond van artikel 4:198 BW te bepalen dat de bekende erfgenamen bevoegd zijn om als vereffenaars op te treden. De notaris heeft onderzoek gedaan naar de erfgenamen, maar mogelijk is er nog een aantal onbekende erfgenamen (waarvan de contactgegevens ontbreken). Dit heeft tot gevolg dat de vereffening, waaronder het betalen van schuldeisers, niet kan plaatsvinden. De kantonrechter overweegt dat toewijzing van het verzoek in het belang van de schuldeisers is. Het alternatief is dat de rechtbank wordt verzocht een vereffenaar te benoemen, maar daarmee worden de kosten van de vereffening hoger. Dat wordt in deze zaak niet in het belang van de schuldeisers wordt geacht.
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hun hoedanigheid van erfgenamen in de nalatenschap van:
[A]
, geboren te [geboorteplaats] op [1925], overleden te [woonplaats] op [2014], laatst gewoond hebbende te [woonplaats].
De procedure
Bij brief van 14 januari 2015 vragen verzoekers de kantonterechter op grond van artikel 4:198 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te bepalen dat verzoekers zowel afzonderlijke als tezamen de bevoegdheden als vereffenaars uitoefenen.
De kantonrechter heeft bij brieven van 30 januari 2015 en 9 maart 2015 bericht het voornemen te hebben om het verzoek af te wijzen.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de brieven van verzoekers van 17 februari 2015 en 27 maart 2015.
Telefonisch is op 2 april 2015 bericht dat verzoekers geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling van het verzoek.
De overwegingen van de kantonrechter
Voorligt het verzoek om op grond van artikel 4:198 BW te bepalen dat verzoekers, zijnde de bekende erfgenamen in deze nalatenschap, bevoegd zijn om als vereffenaars op te treden. De nalatenschap is door verzoekers beneficiair aanvaard zodat alle erfgenamen op grond van artikel 4:195 lid 1 BW vereffenaar zijn.
Artikel 4:198 BW bepaalt, kort gezegd, dat de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uitoefenen, tenzij de kantonrechter anders bepaalt.
Uit de stukken blijkt dat erflater bij testament over haar uiterste wil heeft beschikt op 25 augustus 1978. Op grond van dit testament heeft erflater de afstammelingen van haar echtgenoot achtergelaten als erfgenamen. Derhalve zijn verzoekers erfgenaam. Daarnaast is er nog een afstammeling van de echtgenoot van erflater, maar hij is vertrokken naar de Verenigde Staten van Amerika (VS) zonder verdere (contact)gegevens in Nederland.
De kantonrechter overweegt dat de schulden van de nalatenschap thans niet kunnen worden voldaan, omdat de (gevolmachtigde van de) erven geen toegang krijgen tot de gelden van de nalatenschap. Immers op grond van artikel 4:198 BW zijn alle erfgenamen tezamen, dus de inclusief in dit geval niet te traceren erfgenamen, bevoegd om de taken van de vereffenaar uit te oefenen. Daarom vragen verzoekers nu dat de kantonrechter bepaalt dat verzoekers de bevoegdheden als vereffenaars tezamen uitoefenen. Bij toewijzing van dit verzoek kunnen de schulden wel worden voldaan.
De vereffening van een nalatenschap heeft tot doel heeft de positie van de schuldeisers te waarborgen. Toewijzing van het voorliggende verzoek is gelet op het voorgaande in het belang van de schuldeisers. Het alternatief zou zijn dat de thans bekende erfgenamen de rechtbank verzoeken om benoeming van een vereffenaar. Daarmee worden de kosten van de vereffening hoger, zonder dat er aanleiding is om te oordelen dat de schuldeisers de daaraan verbonden bescherming ook nodig zouden kunnen hebben. De achtergrond van het verzoek is er immers in gelegen dat niet vaststaat dat verzoekers alle erfgenamen zijn en dat daardoor de vereffening, waaronder het betalen van schuldeisers, niet kan plaatsvinden. Daarbij is nog van belang dat niet is gebleken dat het onderzoek door de notaris naar de verblijfplaats van de VS vertrokken erfgenaam zodanig beperkt is dat daarin reden zou kunnen worden gevonden om het verzoek niet toe te wijzen. Voorts is van belang dat het saldo van de nalatenschap exclusief de kosten van de notaris blijkens de opstelling van de notaris ruim € 3.000,-- bedraagt en derhalve beperkt is.
De kantonrechter ziet gezien het voorgaande aanleiding om het verzoek toe te wijzen en als volgt te beslissen.
De beslissing
De kantonrechter bepaalt dat verzoekers de bevoegdheden als vereffenaars tezamen uitoefenen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier, mr. R.H.M. den Ouden, in het openbaar uitgesproken op
24 april 2015.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: