RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659914-14 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 24 maart 2015
[verdachte]
,
geboren op [1985] te [geboorteplaats] (Colombia),
wonende te [adres], [woonplaats] (Spanje),
gedetineerd in Detentiecentrum Schiphol HvB te Badhoevedorp.
2 Tenlastelegging
De tenlastelegging is door de officier van justitie op de zitting van 10 maart 2015 nader omschreven, overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering.
De -nader omschreven- tenlastelegging is ter zitting toegestaan door de rechtbank en als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 tot 17 september 2014 in vereniging meermalen opzettelijk cocaïne heeft bereid/bewerkt/verwerkt/verkocht/afgeleverd/vervoerd, in elk geval aanwezig heeft gehad.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op een tijdstip in de periode van 1 september 2014 tot en met 17 september 2014 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, meermalen telkens opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
9 Het beslag
De officier van justitie heeft ter terechtzitting een beslaglijst overgelegd. De Apple laptop en auto van verdachte zijn reeds geretourneerd. Ten aanzien van de autosleutel is de beslissing genomen om deze te retourneren, dit is echter nog niet gebeurd.
De officier van justitie heeft gevorderd tot teruggave van het geldbedrag en de autosleutels en tot verbeurdverklaring van de Samsung smartphone, omdat deze is gebruikt voor het maken van afspraken met betrekking tot het ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft verzocht tot teruggave van de in beslag genomen goederen.
De rechtbank stelt vast dat de op de beslaglijst aangeduide goederen onder verdachte in beslag zijn genomen en verdachte heeft verklaard dat deze goederen aan hem toebehoren. De rechtbank acht de in beslag genomen goederen, hierna nader te noemen in de beslissing, vatbaar voor teruggave aan verdachte, gelet op het verzoek van de verdediging en het standpunt van de officier van justitie hieromtrent. Met betrekking tot de Samsung smartphone stelt de rechtbank vast dat het gebruik hiervan -zoals weergegeven in het dossier- niet in de ten laste gelegde periode heeft plaatsgevonden. Niet vastgesteld kan worden dat dit een voorwerp betreft waarmee het strafbare feit is begaan en vatbaar is voor verbeurdverklaring. Deze telefoon zal derhalve worden teruggeven aan de verdachte.
11 Beslissing
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van de volgende in beslag genomen goederen:
- -
IBN-code 01.03.01.001: Samsung smartphone
- -
IBN-code 01.09.03.001: Geld
- -
IBN-code 01.09.03.002: Paspoort en autosleutel Ford
Voorlopige hechtenis
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P. Glerum, voorzitter,
mrs. H.A. Gerritse en R.S.B. Kool, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Strijbos, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 maart 2015.
Mrs. H.A. Gerritse en R.S.B. Kool zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01
september 2014 tot en met 17 september 2014 te Rotterdam, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt
en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of
vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een
hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een
middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I,
art 2 ahf/ond D Opiumwet
art 2 ahf/ond C Opiumwet
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 10 lid 1 ahf/ond a alinea Opiumwet