5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op tijdstippen in de periode van 1 mei 2012 tot en met 21 januari 2014 te Amersfoort of elders in Nederland telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a. a) een arbeidsovereenkomst gedateerd 17 september 2013 tussen [bedrijf 2] en verdachte,
en
b) een arbeidsovereenkomst gedateerd 9 mei 2012 tussen
[bedrijf 1] ( [bedrijf 1] . ) en verdachte,
A.
valselijk hebben opgemaakt, immers hebben zij, verdachte, en/of haar mededader telkens valselijk en in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
-in die arbeidsovereenkomsten doen vermelden en/of laten vermelden dat verdachte en [bedrijf 2] en [bedrijf 1] . een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan, terwijl in werkelijkheid geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, en het niet de intentie is geweest om een arbeidsovereenkomst tot stand te laten komen,
en
-valselijk en in strijd met de waarheid in voornoemd geschrift is opgenomen
dat verdachte werkzaamheden voor [bedrijf 2] en
[bedrijf 1] . zou verrichten, terwijl in werkelijkheid geen werkzaamheden zijn verricht, en het niet de bedoeling is geweest dat verdachte werkzaamheden zou gaan verrichten,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
2.
op tijdstippen, gelegen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 21 januari 2014 te Amersfoort en Soest en/of elders in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben zij, verdachte, en haar mededader telkens meermalen van voorwerpen te weten geldbedragen, tot een totaal van Euro € 145.816,00
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of gebruik van gemaakt terwijl zij, verdachte en haar mededader wisten dat die geldbedragen -middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank:
- Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
- Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
- Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1: Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Feit 2: Medeplegen van gewoontewitwassen.
- Verklaart het bewezene strafbaar.
- Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
- Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 31 (zegge: eenendertig) dagen.
- Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
- Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 150 (zegge: honderdvijftig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 (zegge: vijfenzeventig) dagen.
- Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Maanen, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en A.M. Verhoef, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.P. Stapel, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 december 2015.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
Zij, verdachte, op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
1 mei 2012 tot en met 21 januari 2014 te Amersfoort en/of Soest en/of Baarn
en/of Amstelveen en/of elders in Nederland, en/of in Duitsland (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, te weten
a. a) een arbeidsovereenkomst gedateerd 17 september 2013 tussen
[bedrijf 2] en verdachte (D-841),
b) een arbeidsovereenkomst gedateerd 9 mei 2012 tussen
[bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] . ) en verdachte (D-1072),
A.
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of
heeft vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben
zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) valselijk en/of
in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
-op/in die arbeidsovereenkomst(en) vermeld en/of doen vermelden en/of laten
vermelden dat verdachte en [bedrijf 2] en/of [bedrijf 1] .
een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan, terwijl in werkelijkheid geen
arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, en/of het niet de intentie is
geweest om een arbeidsovereenkomst tot stand te laten komen,
-valselijk en/of in strijd met de waarheid in voornoemd geschrift is opgenomen
dat verdachte werkzaamheden voor [bedrijf 2] en/of
[bedrijf 1] . zou verrichten, terwijl in werkelijkheid geen werkzaamheden zijn
verricht, en/of het niet de bedoeling is geweest dat verdachte werkzaamheden
zou gaan verrichten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl verdachte en/of (een
of meer van) haar mededader(s) (telkens) wist(en) of redelijkerwijs moest(en)
vermoeden, dat dat/die geschrift(en) (telkens) bestemd was/waren voor gebruik
als ware deze echt en onvervalst;
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk weergeven-
verdachte en/of ( een of meer van) haar mededader(s) op/in die
arbeidsovereenkomst(en) vermeld(en) en/of laten vermelden dat verdachte en
[bedrijf 2] en/of [bedrijf 1] . een arbeidsovereenkomst zijn
aangegaan, terwijl in werkelijkheid daar geen sprake van was en/of het niet de
intentie is geweest om een arbeidsovereenkomst tot stand te laten komen, en/of
valselijk en/of in strijd met de waarheid in voornoemd geschrift is opgenomen
dat verdachte werkzaamheden voor [bedrijf 2] en/of
[bedrijf 1] . zou verrichten, terwijl verdachte in werkelijkheid geen werkzaamheden
heeft verricht en/of het (ook) niet de intentie is geweest dat verdachte
werkzaamheden zou gaan verrichten,
bestaande het gebruik maken van voornoemde arbeidsovereenkomst(en) hierin dat
verdachte en/of (een of meer van) haar mededader(s) die arbeidsovereenkomst in
de administratie van [bedrijf 2] en/of [bedrijf 1] . hebben
opgenomen of doen opnemen en/of
salaris van [bedrijf 2] en/of [bedrijf 1] heeft/hebben
ontvangen,
zulks terwijl zij verdachte en/of haar mededader(s) wist(en) en/of
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd
was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst;
Artikel 225 lid 1 en 2 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
Zij, op een of meer tijdstippen, gelegen in of omstreeks de periode van 1
januari 2010 tot en met 21 januari 2014 te Amersfoort en/of Soest en/of
Baarn en/of Amstelveen en/of elders in Nederland en/of Duitsland, (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van het plegen
van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben zij, verdachte,
en/of haar mededaders (telkens) meermalen van (een) voorwerp(en) te weten
(een of meerdere) geldbedrag(en), tot een totaal van Euro 540.340,12 (D-1415),
althans enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard, herkomst, de vindplaats,
de vervreemding of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of voornoemd(e)
voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of
omgezet en/of gebruik van gemaakt terwijl zij, verdachte en/of haar
mededader(s) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Artikel 420ter/420bis lid 1 sub a en b jo artikel 47 lid 1 Wetboek van
Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht