12 Beslissing
Bewezenverklaring
Verklaart het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1, subsidiair
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 2
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit
begaan met betrekking tot een wapen van categorie II of vuurwapen van categorie III;
feit 3
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslag
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
- -
een paar schoenen, merk Hinson, kleur zwart;
- -
een paar sokken, kleur zwart;
- -
een spijkerbroek, merk WE, kleur grijs;
- -
een hemd, kleur wit;
- -
een tas, merk Lacoste, kleur zwart;
- -
een polo, merk Hugo Boss, kleur blauw.
Benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 1.000,00 (zegge duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] , € 1.000,00 (zegge duizend euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 20 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.P. Schotman, voorzitter,
mrs. K.J. Veenstra en R.L.M. van Opstal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Passchier, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 maart 2017.
Mr. R.L.M. van Opstal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 08 mei 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk (zijn broer) [slachtoffer] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een vuurwapen meerdere, althans één, kogel(s) heeft afgevuurd op, althans in de richting van, het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] , zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 8 mei 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk (zijn broer) [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een vuurwapen meerdere, althans één, kogel(s) heeft afgevuurd op, althans in de richting van, het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] (terwijl verdachte zich op een afstand van ongeveer 10 meter van die [slachtoffer] bevond, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 302 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 08 mei 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, (zijn broer) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een vuurwapen meerdere, althans één, kogel(s) afgevuurd op, althans in de richting van, het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] ;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 08 mei 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een wapen van categorie II of III, te weten een (semi-)automatisch vuurwapen kaliber 6,35 mm (merk Browning) of een automatisch vuurwapen voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
hij op of omstreeks 08 mei 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, voorhanden heeft gehad 3, althans 2, (scherpe) patronen (kaliber 6,35 mm), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie