3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. [verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen de gefixeerde
schadevergoeding van € 9.887,55 bruto;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen de transitievergoeding van € 3.242,- bruto;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen een billijke vergoeding van € 50.000,- bruto;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen het restant van de
dertiende maand, te weten het bedrag van € 2.305,35 bruto;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen de maximale wettelijke verhoging te betalen over de dertiende maand 2016, te weten 50 procent over het bedrag van € 4.490,16 bruto;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over het onder sub a, b en c gevorderde te rekenen vanaf 3 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over de dertiende maand 2016 te rekenen vanaf 1 januari 2017;
[verweerster] te veroordelen om aan [verzoeker] een bruto-netto specificatie te verstrekken over onder sub a, b, c, d, e, f en g gevorderde op laste van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat [verweerster] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,- ;
I. Te verklaren voor recht dat [verweerster] vanwege ernstig verwijtbaar handelen en nalaten geen rechten meer kan ontlenen aan het tussen partijen overeengekomen concurrentie- en relatiebeding;
[verweerster] te veroordelen om het aan [verzoeker] verleende ontslag schriftelijk te rectificeren richting klanten waar [verzoeker] contact mee had, alsmede richting de collega’s van [verzoeker] , in die zin dat daaruit blijkt dat [verzoeker] ten aanzien daarvan niets te verwijten valt, een en ander op laste van een dwangsom van € 250,- per dag voor iedere dag dat [verweerster] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van €10.000,- ;
[verweerster] te veroordelen in de kosten van deze procedure waaronder salaris
gemachtigde.
3.2.
Aan zijn verzoek legt [verzoeker] het navolgende ten grondslag.
[verzoeker] stelt dat [verweerster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door op deze wijze ontslag op staande voet te verlenen, nu hij met klem betwist dat er op enige manier sprake is geweest van een dringende reden, zowel objectief als subjectief.
3.3.
[verzoeker] is niet tekort geschoten in de uitoefening van zijn werkzaamheden en betwist dat hij het in hem gestelde vertrouwen ernstig zou hebben geschaad. Er is geen sprake van ernstig plichtsverzuim. [verzoeker] heeft er geen gevaar in gezien om zijn laptop – vanwege de traagheid daarvan – , terug te brengen naar de fabrieksinstellingen, omdat hij voor de toegang tot het werk apart moest inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord. Dat er 30 GB aan gevoelige bedrijfsinformatie verloren is gegaan is onjuist, nu die gevoelige bedrijfsinformatie zich immers op de werkserver bevindt waar apart voor moet worden ingelogd. Op geen enkele wijze heeft hij zaken of feiten verzwegen voor zijn werkgever. Hij heeft zijn laptop zelf aangeboden bij ICT nadat de traagheid bleef aanhouden. Er is voor [verweerster] daarom geen enkele rechtvaardiging voor toepassing van het zwaarste strafmiddel: ontslag op staande voet.