9 BENADEELDE PARTIJEN
Vordering [benadeelde 1]
, de moeder van het slachtoffer, heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 973,64, te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Vordering [benadeelde 2]
, de broer van het slachtoffer, heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.179,20, te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Vordering [benadeelde 3]
, de vader van het slachtoffer, heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 829,51 te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd alle vorderingen geheel toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen geen verweer gevoerd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Nu de vorderingen door de verdediging niet zijn betwist, zal de rechtbank alle vorderingen geheel toewijzen.
Vordering [benadeelde 1]
Vaststaat dat de benadeelde partij [benadeelde 1] als gevolg van het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 973,64 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 juni 2017, de datum waarop de vordering is ondertekend, tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 973,64. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden vervangen door 19 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Vordering [benadeelde 2]
Vaststaat dat de benadeelde partij [benadeelde 2] als gevolg van het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 1.179,20 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 juni 2017, de datum waarop de vordering is ondertekend, tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.179,20. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden vervangen door 21 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Vordering [benadeelde 3]
Vaststaat dat de benadeelde partij [benadeelde 3] als gevolg van het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 829,51 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 juni 2017, de datum waarop de vordering is ondertekend, tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 829,51. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden vervangen door 16 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
11 BESLISSING
Vrijspraak
Verklaart de (impliciet) primair ten laste gelegde moord niet bewezen en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Bewezenverklaring
Verklaart het (impliciet) subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is
vermeld.
Verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan
vrij.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
doodslag.
Verklaart verdachte strafbaar.
Oplegging straf
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 11 jaren.
Bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 973,64.
Veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 973,64 te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 19 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
Bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 1.179,20.
Veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 1.179,20 te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 21 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling
Bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Benadeelde partij [benadeelde 3]
Wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 829,51.
Veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling;
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 829,51 te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 16 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
Bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. S.M. van Lieshout, voorzitter, mr. V. van Dam en mr. V.H. Hammerstein, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 juli 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 juni 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, opzettelijk en al dan niet met voorbedachte rade [slachtoffer]
van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] meermalen, althans
eenmaal, (met kracht) met een (hak)mes en/of vleesbijl, althans een hard en/of
breed en/of scherp en/of puntig voorwerp, in/op/tegen de keel en/of de
nek/hals en/of het gezicht en/of het hoofd en/of de rechterarm en/of de
linkerarm en/of de hand(en), althans in/op/tegen het lichaam, te hakken en/of
te snijden en/of te slaan, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
art 289 Wetboek van Strafrecht