2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
op 31 maart 2016 te Leersum opzettelijk en wederrechtelijk een auto toebehorende aan [benadeelde partij 1] heeft beschadigd.
Feit 2
op 1 oktober 2015 te Leersum opzettelijk en wederrechtelijk twee auto’s, respectievelijk toebehorende aan [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] , heeft beschadigd.
Feit 3
op 4 april 2016 te Leersum wederrechtelijk een besloten erf in gebruik bij [benadeelde partij 1] is binnengedrongen.
5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 31 maart 2016 te Leersum, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk Mercedes-Benz), toebehorende aan [benadeelde partij 1] , heeft beschadigd;
2.
op 1 oktober 2015 te Leersum, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk Mercedes-Benz) en een auto (merk MG), toebehorende aan [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] , heeft beschadigd;
3.
op 4 april 2016 te Leersum, in een besloten erf, gelegen aan de [adres] en in gebruik bij [benadeelde partij 1] , wederrechtelijk is binnengedrongen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 en 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd;
Feit 3:
in het besloten erf bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
11 BESLISSING
- verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 maanden;
- -
zich niet ophoudt op het perceel, met bebouwing, gelegen aan het adres [adres] te [woonplaats] , behoudens het ter plaatse geldende recht van overpad,
- -
zich onthoudt van contact, direct dan wel indirect, met [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , hun kinderen, alsmede [A] ;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel steeds wordt vervangen door 14 dagen hechtenis, met bepaling dat de duur van de hechtenis, opgeteld, het totaal van 3 maanden niet zal overstijgen;
Benadeelde partij [benadeelde partij 3]
- -
wijst de vordering van [benadeelde partij 3] toe tot een bedrag van € 1.965,57;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2015 tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat € 1.965,57 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2015 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 29 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
- -
wijst de vordering van [benadeelde partij 2] toe tot een bedrag van € 2.141,18;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 391,33 vanaf 1 oktober 2015 en over het bedrag van € 1.749,85 vanaf 31 maart 2016, tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] aan de Staat € 2.141,18 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 391,33 vanaf 1 oktober 2015 en over het bedrag van € 1.749,85 vanaf 31 maart 2016, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 31 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Ebbens, voorzitter, mrs. P.J.M. Mol en J.W.B. Snijders Blok, rechters, in tegenwoordigheid van I.W.H.M. Verheijen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 augustus 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 31 maart 2016 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk Mercedes-Benz), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 1 oktober 2015, in ieder geval op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 september 2015 tot en met 05 oktober 2015 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk Mercedes-Benz) en/of een auto (merk MG),in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 04 april 2016 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in het arrondissement Midden-Nederland in een besloten erf, gelegen aan de [adres] en in gebruik bij [benadeelde partij 1] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen;
art 136 lid 1 Wetboek van Strafrecht